wetten.nl - Regeling - Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (2024)

hoofdstuk 1

definities en toepassingsgebied

afdeling 8

jeugdige werknemers

1.36

nadere voorschriften inventarisatie en evaluatie

1

Indien in een bedrijf of inrichting een of meer jeugdige werknemers werkzaam zijn, dan moet in de ri&e aandacht worden besteed aan:

a) leeftijd jeugdige werknemer,

b) specifieke gevaren op het gebied van arbeidsomstandigheden als gevolg van een gebrek aan werkervaring, het niet goed kunnen inschatten van gevaren en het niet voltooid zijn van de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige werknemer,

c) de uitrusting en inrichting van de arbeidsplaats,

d) de aard, de mate en de duur van de blootstelling aan stoffen, agentia en fysische factoren,

e) de keuze en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen,

f) het geheel van werkzaamheden in het bedrijf of de inrichting en de organisatie daarvan,

g) het opleidingsniveau van jeugdige werknemers en de aan hen te geven voorlichting.

€225

2

Indien in een bedrijf of inrichting een of meer jeugdige werknemers werkzaam zijn, dan moet in de ri&e bijzondere aandacht worden besteed aan de niet-volledige lijst van agentia, procédés en werkzaamheden opgenomen in de bijlage van Richtlijn nummer 94/33/EEG.

€225

1.37

deskundig toezicht

1

Indien in een bedrijf of inrichting jeugdige werknemers arbeid verrichten, moet op die arbeid adequaat deskundig toezicht worden uitgeoefend. De inhoud en mate van dit toezicht is afhankelijk van uit de ri&e gebleken gevaren.

€900

2

Indien uit de ri&e blijkt dat jeugdige werknemers arbeid moeten verrichten waaraan specifieke gevaren zijn verbonden, mag die arbeid slechts worden verricht, indien deskundig toezicht zodanig is georganiseerd dat die gevaren worden voorkomen. Indien dat niet mogelijk is, mag die arbeid niet door jeugdige werknemers worden verricht.

€1.350

1.38

arbeidsgezondheidskundig onderzoek

Indien jeugdige werknemers blijkens de ri&e blootstaan aan specifieke gevaren worden zij in de gelegenheid gesteld tot het ondergaan van arbeidsgezondheidskundig onderzoek.

€45

afdeling 9

zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie

1.41

inventarisatie en evaluatie

Indien in een bedrijf of inrichting een zwangere werknemer, of een werknemer tijdens de lactatie werkzaam is of pleegt te zijn, wordt in de ri&e in het bijzonder aandacht besteed aan de met-limitatieve lijst van agentia, procédés en arbeidsomstandigheden, opgenomen in bijlage 1 van de Richtlijn nr. 92/85/EEG.

€225

1.42

organisatie van de arbeid

1

De werkgever organiseert de arbeid van een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie zodanig, richt de arbeidsplaats zodanig in past een zodanige productie- en werkmethode toe en laat zodanige arbeidsmiddelen gebruiken dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.

€450

2

Indien nakoming van het eerste lid redelijkerwijs niet mogelijk is wordt door tijdelijke aanpassing van de arbeid of arbeids- en rusttijden voorkomen dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie wordt veroorzaakt en wordt voorkomen dat een terugslag kan worden veroorzaakt op de zwangerschap of lactatie.

.€450

3

Indien nakoming van het tweede lid redelijkerwijs met mogelijk is wordt aan de zwangere werknemer en de werknemer tijdens lactatie tijdelijk andere arbeid gegeven.

€450

4

Indien nakoming van het derde lid redelijkerwijs met mogelijk is worden de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie tijdelijk vrijgesteld van het verrichten van arbeid.

.€450

afdeling 10

thuiswerkers

1.44

beschikbaarheid van gegevens

Van de thuiswerkers zijn gegevens beschikbaar omtrent naam, adres, woonplaats, verrichte werkzaamheden en van de stoffen, hulpmiddelen en werktuigen die daarbij worden gebruikt.

€45

1.45

voorraad

Het is niet toestaan aan de thuiswerker een grotere hoeveelheid aan grondstoffen halffabrikaten en gerede producten in voorraad te geven of te laten houden dan strikt noodzakelijk is.

€450

1.46

Melding arbeidsongevallen

Indien aan een thuiswerker in het verband met het verrichten van arbeid een arbeidsongeval (artikel 9 Arbowet 1998) overkomt, wordt door de thuiswerker hiervan onverwijld mededeling gedaan aan de thuiswerkgever.

€225*

hoofdstuk 2

arbozorg en organisatie van de arbeid

afdeling 4

bedrijfshulpverlening

2.17

maatgevende factoren voor de bedrijfshulpverlening

Bij de organisatie van de bedrijfshulpverlening wordt ten minste rekening gehouden met volgende factoren:

a) de aard, de grootte en de ligging van het bedrijf of de inrichting.

€45

b) de in het bedrijf of de inrichting aanwezige gevaren en de hiervoor maatgevend geachte brandscenario's, bij de bepaling waarvan rekening is gehouden met eventueel door de overheid van toepassing verklaarde uitgangspunten voor beveiliging tegen brand.

€45

c) het redelijkerwijs te verwachten aantal werknemers er andere personen, alsmede tijdstippen waarop zij aanwezig (plegen te) zijn.

€45

d) het redelijkerwijs te verwachten aantal personen dat zich bij ongeval of brand niet zelfstandig in veiligheid kan brengen.

€45

e) de opkomsttijd en mogelijkheden van brandweer en andere hulpverleningsorganisaties.

€45

f) de aanwezigheid van een infrastructuur op het gebied van arbeidsomstandigheden.

€45

g) de mogelijkheid om met andere arbeidsorganisaties samen te werken.

€45

h) de inschakeling van externe deskundigen.

€45

2.18

operationaliteit, bereikbaarheid, beschikbaarheid en aanwezigheid

1

De bedrijfshulpverlening wordt zodanig georganiseerd dat binnen enkele minuten na ongeval of brand de bedrijfshulpverleningstaken op adequate wijze kunnen worden vervuld.

€135

2

De bedrijfshulpverlening wordt zodanig georganiseerd dat na aankomst van hulpverleningsorganisaties deze op adequate wijze kunnen worden bijgestaan.

€135

3

Onder alle omstandigheden en met inachtneming van artikel 2.19 zijn bedrijfshulpverleners bereikbaar en beschikbaar om bij een ongeval of brand de bedrijfshulpverleningstaken te vervullen.

€270

4

Indien de veiligheid of de gezondheid van andere werknemers in de nabije omgeving kunnen worden bedreigd, worden door betrokken werkgevers op gebied van bedrijfshulpverlening zodanige organisatorische maatregelen genomen dat de betrokken bedrijfshulpverleners bij ongeval of brand over en weer bijstand kunnen verlenen.

€135

2.19

aantal bedrijfshulpverleners

1

Het aantal bedrijfshulpverleners is zodanig dat onder alle omstandigheden de vervulling van de taken op gebied van bedrijfshulpverlening gewaarborgd is.

€450

2

Onverminderd het gestelde in artikel 2.19, eerste lid, is in een bedrijf of inrichting waar ten hoogste 250 werknemers werkzaam plegen te zijn, ten minste één bedrijfshulpverlener per 50 of minder aanwezige werknemers aanwezig. Indien in een bedrijf of inrichting slechts één werknemer aanwezig is beschikt deze over doeltreffende middelen om zich bij ongeval of brand snel in veiligheid te kunnen stellen.

€450

3

Indien meer dan 250 werknemers werkzaam plegen te zijn, zijn ten minste 5 bedrijfshulpverleners aanwezig. Indien in een bedrijf of inrichting slechts één werknemer aanwezig is beschikt deze over doeltreffende middelen om zich bij ongeval of brand snel in veiligheid te kunnen stellen.

€450

4

bij gezamenlijke bedrijfshulpverlening door werkgevers, worden afspraken schriftelijk vastgelegd.

€135

2.20

veiligheidsinstructies

Ten behoeve van de werknemers zijn voldoende biljetten opgehangen waarop op eenvoudige wijze is aangegeven wat te doen bij brand of ongeval.

€135

2.21

deskundigheidsvereisten

1

De bedrijfshulpverleners zijn zodanig opgeleid dat de bedrijfshulpverlening is gewaarborgd.

€900

2.22

oefening

Voor bedrijfshulpverlening worden herhalingscursussen en oefeningen of andere activiteiten georganiseerd waaraan bedrijfshulpverleners deelnemen.

€135*

afdeling 5

bouwplaatsen

2.26

kennisgeving

1

De toezichthouder moet voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte worden gesteld van een voorgenomen totstandbrenging van een bouwwerk, indien:

a) de geraamde duur van de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 30 werkdagen beslaat en op die bouwplaats meer dan 20 werknemers arbeid gaan verrichten,

b) met de totstandbrenging van een bouwwerk meer dan 500 mensdagen zullen zijn gemoeid.

€900

2

De kennisgeving wordt zichtbaar op de bouwplaats aangebracht.

€45

Indien in de vermelde gegevens veranderingen optreden, wordt de kennisgeving gewijzigd.

€45

2.27

veiligheids- en gezondheidsplan

1

Ten aanzien van een bouwwerk wordt een veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld.

€900

3

Indien veranderingen gedurende ontwerp- of uitvoeringsfase optreden, wordt het plan dienovereenkomstig gewijzigd.

€450

2.28

aanstelling coördinator voor de ontwerpfase

Ten behoeve van een bouwplaats waar twee of meer werkgevers of een werkgever en een of meer zelfstandig werkenden, dan wel twee of meer zelfstandig werkenden arbeid doen of gaan verrichten in verband met de totstandbrenging van een bouwwerk, worden een of meer coördinatoren aangesteld.

€900

2.29

algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk

In de studie-, de ontwerp- en de uitwerkingsfase van het ontwerp van een bouwwerk worden bij de bouwkundige, technische of organisatorische keuzen in verband met de planning van de verschillende onderdelen van het bouwwerk of de fasen waarin het bouwwerk of de onderdelen daarvan tot stand worden gebracht, alsmede bij de raming van de duur van deze onderdelen of fasen, de artikelen 3, 5, eerste en derde lid, en 8 Arbowet 1998 in acht genomen.

Voorzover van toepassing wordt daarbij tevens rekening gehouden met veiligheids- en gezondheidsplannen als bedoeld in artikel 2.27, die gedurende de ontwerpfase met betrekking tot verschillende onderdelen van het bouwwerk of de fasen waarin het bouwwerk of de onderdelen daarvan tot stand worden gebracht, zijn of worden opgesteld en met dossiers als bedoeld in artikel 2.30, onder c alsmede met de wijzigingen daarvan op grond van artikel 2.34 onder g.

€900

2.30

coördinatietaken gedurende de ontwerpfase

De coördinator in de ontwerpfase heeft tot taak om:

a) de uitvoering van artikel 2.29 te coördineren,

b) te zorgen voor opstelling veiligheids- en gezondheidsplan als bedoeld in artikel 2.27,

c) het samenstellen van een dossier waarin de voor de veiligheid en gezondheid van werknemers van belang zijnde bouwkundige en technische kenmerken betreffende de inrichting of outillage van het bouwwerk zijn beschreven waarmee bij het verrichten van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk rekening moet worden gehouden, dat is bestemd voor de eigenaar of beheerder van het bouwwerk dan wel degene die kan beslissen over de uitvoering van bedoelde werkzaamheden.

€900

2.31

Verplichtingen opdrachtgever

Overeenkomstig het bij of krachtens paragraaf 2 Arbobesluit ‘Algemene verplichtingen inzake bouwplaatsen en verplichtingen in verband met het ontwerp van een bouwwerk’ bepaalde:

a. zorgt de opdrachtgever ervoor dat de bij of krachtens de artikelen 2.26 tot en met 2.29 gestelde voorschriften worden nageleefd;

beboeting via betr. artikelen

b. neemt de opdrachtgever zodanige maatregelen en richt hij de werkzaamheden zodanig in dat:

1° door de coördinator voor de ontwerpfase de taken worden uitgeoefend, bedoeld in artikel 2.30;

2° de coördinator voor de ontwerpfase zijn taken naar behoren kan vervullen;

€ 9002)

c. zorgt de opdrachtgever ervoor dat het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.27, deel uitmaakt van het bestek betreffende het bouwwerk.

€ 9001)

2.32

Verplichtingen ontwerpende partij

1

Ten aanzien van een opdrachtgever-consument zorgt de ontwerpende partij ervoor dat wordt voldaan aan artikel 2.31 Arbobesluit.

beboeting via artikel 2.31

2

Indien twee of meer ontwerpende partijen zich ieder afzonderlijk jegens de opdrachtgever-consument hebben verbonden om een deel van het ontwerp van een bouwwerk tot stand te brengen, wordt in een schriftelijke overeenkomst tussen deze partijen vastgelegd door wie aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 2.31 Arbobesluit,wordt voldaan.

€ 9002)

2.33

aanstelling coördinator voor de uitvoeringsfase

Ten behoeve van een bouwplaats waar twee of meer werkgevers, dan wel een werkgever en een of meer zelfstandig werkenden, dan wel twee of meer zelfstandig werkenden arbeid gaan of doen verrichten, worden een of meer coördinatoren voor de uitvoeringsfase aangesteld.

€ 9001)

2.34

coördinatietaken gedurende de uitvoeringsfase

De coördinator voor de uitvoeringsfase heeft tot taak om:

a) de door werkgevers, of zelfstandig werkenden op grond van de artikelen 2.38 en 2.39 te nemen maatregelen te coördineren opdat dezen de betreffende maatregelen op samenhangende wijze toepassen,

b) de samenwerking tussen werkgevers te organiseren of te coördineren als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, onder f, en daarbij zelfstandig werkenden te betrekken,

c) het in artikel 2.27, eerste lid, onder f, bedoelde toezicht te coördineren,

d) de voorlichting van werknemers op de bouwplaats te coördineren,

e) de nodige maatregelen te nemen opdat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden,

f) ervoor te zorgen dat de gegevens, bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, onder b, d, f en g, voor zover nodig, in het veiligheids- en gezondheidsplan worden vermeld,

g) ervoor te zorgen dat het veiligheids- en gezondheidsplan worden aangepast indien de voortgang van het bouwwerk of de onderdelen daarvan daartoe aanleiding geven,

h) zo nodig aanwijzingen te geven indien werkgevers of zelfstandig werkenden naar zijn oordeel niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze uitvoering geven aan hun verplichtingen.

€ 9001)

2.35

verplichtingen opdrachtgever

1

De opdrachtgever zorgt ervoor dat de verplichtingen tot aanstelling van een coördinator voor de uitvoeringsfase en met betrekking tot de coördinatietaken gedurende de uitvoeringsfase in een schriftelijke overeenkomst met de uitvoerende partij zijn vastgelegd.

€ 9001)

2

Indien twee of meer partijen zich ieder afzonderlijk jegens de opdrachtgever schriftelijk hebben verbonden om een deel van het bouwwerk tot stand te brengen zorgt de opdrachtgever ervoor dat de verplichtingen met betrekking tot de aanstelling van de coördinator voor de uitvoeringsfase en de coördinatietaken gedurende de uitvoeringsfase zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met een van die uitvoerende partijen.

€ 9001)

2.36

verplichtingen ontwerpende partij

1

De ontwerpende partij zorgt ervoor dat ten aanzien van een opdrachtgever consument wordt voldaan aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 2.35.

beboeting via artikel 2.351)

2

Indien twee of meer ontwerpende partijen zich ieder afzonderlijk jegens opdrachtgever consument hebben verbonden om deel van het ontwerp van een bouwwerk tot stand te brengen in schriftelijke overeenkomst tussen deze partijen vastleggen wie aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 2.35 voldoet

beboeting via artikel 2.351)

2.37

verplichtingen uitvoerende partij

1

Overeenkomstig de artikelen 2.33 en 2.34:

a. zorgt de uitvoerende partij ervoor dat een coördinator voor de uitvoeringsfase wordt aangesteld;

beboeting via betr. artikelen

b. neemt de uitvoerende partij zodanige maatregelen en richt hij de werkzaamheden zodanig in dat:

1° door de coördinator voor de uitvoeringsfase de taken worden uitgeoefend, bedoeld in artikel 2.34;

2° de coördinator voor de uitvoeringsfase zijn taken naar behoren kan vervullen.

€ 9002)

2

De uitvoerende partij zorgt ervoor dat de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking en het overleg tussen werkgevers en werknemers op de bouwplaats op passende wijze wordt gecoördineerd.

€ 9002)

2.38

verplichtingen werkgever

1

Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en 19, eerste lid, van de Arbowet 1998 neemt werkgever die met betrekking tot de totstandbrenging van een bouwwerk arbeid doet verrichten doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers op de bouwplaats. Deze maatregelen hebben met name betrekking op:

a) het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid in stand houden van de bouwplaats.

€900

b) de veilige plaatsing van de verschillende werkplekken op de bouwplaats, rekening houdend met toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en verbindingswegen daarop.

€450

c) het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats.

€450

d) het onderhoud, de controle voor inbedrijfstelling en de periodieke controle van installaties en toestellen, teneinde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen.

€900

e) de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen.

€270

f) de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen.

€450

g) de opslag en de verwijdering of de afvoer van afval en puin.

€270

h) de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot de totstandbrenging van het bouwwerk of de fasen waarin werkzaamheden worden uitgevoerd, afhankelijk van de ontwikkeling met betrekking tot de voortgang van het bouwwerk op de bouwplaats.

€270

i)de samenwerking met andere werkgevers of zelfstandig werkenden op de bouwplaats.

€675

j) de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats.

€675

3

De werkgever is verplicht tot naleving van en medewerking aan het veiligheids- en gezondheidsplan als bedoeld in artikel 2.27 voorzover en op de wijze als daarin ten aanzien van de door hem te verrichten of te doen verrichten werkzaamheden is bepaald en daarbij rekening te houden met de aanwijzingen van de coördinator voor de uitvoeringsfase.

€1.350

afdeling 6

winningsindustrieën in dagbouw

2.41

verplichtingen van de werkgever

1

Indien bemande arbeidsplaatsen in de winningsindustrie in gebruik zijn wordt toezicht uitgeoefend door een verantwoordelijke persoon.

€900

2

Werkzaamheden waaraan een bijzonder gevaar is verbonden, worden uitsluitend opgedragen aan vakbekwaam personeel met voldoende ervaring en uitgevoerd overeenkomstig de verstrekte instructies.

€900

3

Op arbeidsplaatsen in de winningsindustrie worden met regelmatige tussenpozen veiligheidsoefeningen gehouden.

€135

4

Situaties die een ernstig gevaar vormen, worden onverwijld gemeld aan de toezichthouder.

€900

5

Op de arbeidsplaats moet op een te begrijpen wijze worden gecommuniceerd.

€ 45

6

Opdat in geval van nood onmiddellijk hulp- vlucht- evacuatie- en reddingsmaatregelen genomen kunnen worden in aanvulling op de bedrijfshulpverlening de nodige alarm- of andere communicatiesystemen ter beschikking gesteld.

€270

7

Indien op een arbeidsplaats in de winningsindustrie slechts een werknemer aanwezig is, beschikt deze over telecommunicatiemiddelen om zich met anderen in verbinding te kunnen stellen.

€135

2.42

Samenwerking, veiligheids- en gezondheidsdocument

2

Voor de aanvang van het werk moet een veiligheids- en gezondheidsdocument worden opgesteld.

€900

3

In aanvulling op het tweede lid, onder d, coördineert de op de arbeidsplaats verantwoordelijke werkgever de uitvoering van alle veiligheids- en gezondheidsmaatregelen en geeft daarbij in het veiligheids- en gezondheidsdocument het doel, de maatregelen en de wijze van uitvoering van de coördinatie aan.

€ 9001)

4

Het veiligheids- en gezondheidsdocument wordt bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats in de winningsindustrie herzien.

€ 4501)

5

De werkzaamheden worden overeenkomstig het veiligheids- en gezondheidsdocument uitgevoerd.

€900

2.42a

Werkvergunning

1

Wanneer de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen, wordt een systeem van werkvergunningen toegepast voor de uitvoering van gevaarlijke werkzaamheden en voor de uitvoering van gewoonlijk ongevaarlijke werkzaamheden die in combinatie met andere werkzaamheden ernstige risico’s met zich mee kunnen brengen.

€ 900

2

De werkvergunning wordt door een verantwoordelijke persoon gegeven voor de aanvang van de werkzaamheden en daarbij wordt aangegeven aan welke voorschriften moet worden voldaan en welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen voor, tijdens en na de werkzaamheden.

€ 45

2.42b

Personenregister

Op doelmatige plaatsen is een register aanwezig, waarin van degenen die werkzaamheden verrichten in de winningsindustrie in dagbouw, de ondergrondse winningsindustrie en de winningsindustrie met behulp van boringen zijn vermeld:

  • a. naam, voornamen, geslacht;

  • b. aard, nummer en een afschrift van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;

  • c. gegevens en data betreffende indiensttreding en tewerkstelling;

  • d. de onderscheiden functies, waarin zij zijn tewerkgesteld en de data van tewerkstelling daarin;

  • e. data en aard van geneeskundige onderzoeken en geneeskundige verklaringen, voorzover deze op grond van dit besluit zijn vereist;

  • f. gegevens van certificaten, voorzover die voor het verrichten van de werkzaamheden op grond van dit besluit en het Mijnbouwbesluit zijn vereist.

€ 45

2.42c

Melding van ongevallen en bijna-ongevallen

1

In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de wet doet de werkgever tevens onverwijld mededeling aan de toezichthouder:

  • a. van alle belangrijke bij het verkeer of vervoer voorgekomen bijzondere gebeurtenissen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen;

  • b. wanneer de veiligheid op enigerlei wijze wordt bedreigd of personen zich in levensgevaar bevinden of bevonden hebben;

  • c. van alle bij het gebruik, het vervoer of de opslag van ontplofbare stoffen opgetreden voorvallen, die de veiligheid in gevaar hadden kunnen brengen of hebben gebracht.

€ 2.250

2

Eenmaal per maand wordt van alle ongevallen en andere voorvallen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen, opgave gedaan aan de toezichthouder, voorzover er geen melding is gedaan als bedoeld in het eerste lid.

€ 45

Afdeling 6a

Winningsindustrieën met behulp van boringen

2.42f

Veiligheids- en gezondheidsdocument

2

Bij de planning en tenuitvoerlegging van alle in artikel 3.2, eerste lid, tweede volzin, bedoelde fasen worden de in het desbetreffende veiligheidsen gezondheidsdocument vermelde procedures en uitvoeringsbepalingen in acht genomen.

€ 900

2.42g

Veiligheidsoefeningen

Op alle normaliter bemenste arbeidsplaatsen worden op gezette tijden veiligheidsoefeningen gehouden die erop gericht zijn:

  • a. werknemers aan wie in noodgevallen concrete taken worden opgedragen, waarbij noodapparatuur moet worden gebruikt, gehanteerd of bediend, hierin te trainen en na te gaan of zij bekwaam zijn die taken te vervullen;

  • b. alle bij de oefeningen gebruikte noodapparatuur te controleren, schoon te maken en zo nodig opnieuw op te laden of te vervangen en alle gebruikte draagbare apparatuur opnieuw naar de plaats te brengen waar zij zich normaliter bevindt;

  • c. na te gaan of de reddingsvaartuigen gebruiksklaar zijn.

€ 135 *

2.42h

Handelingen in noodgevallen

1

De werknemers worden getraind in het uitvoeren van de handelingen die in noodgevallen moeten worden verricht.

€ 900

2

Op mijnbouwinstallaties waar werknemers langere tijd verblijven zijn bij helikopterbewegingen op het helikopterdek voldoende werknemers aanwezig die tot taak hebben bij noodgevallen in actie te komen. Deze werknemers zijn hiertoe voldoende getraind.

€ 135

3

In aanvulling op het eerste en tweede lid worden werknemers die werkzaam zijn op mijnbouwinstallaties ook getraind in het uitvoeren van de handelingen die op een specifieke arbeidsplaats moeten worden verricht. Deze handelingen worden voor de desbetreffende arbeidsplaats nader omschreven in het veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42.

€ 135

4

Werknemers die werkzaam zijn op mijnbouwinstallaties worden getraind in de toepassing van overlevingstechnieken, met inachtneming van de criteria die zijn vastgesteld in het veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42.

€ 135

afdeling 7

nachtarbeid

2.43

arbeidsgezondheidskundig onderzoek

2

Iedere werknemer die voor de eerste keer arbeid in nachtdienst gaat verrichten wordt, in aanvulling op artikel 18 van de Arbowet 1998, in de gelegenheid gesteld om voor de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€45

hoofdstuk 3

inrichting arbeidplaatsen

afdeling 1

definities en toepasselijkheid

3.1b

gebruiksvoorschrift

Een arbeidsplaats in een gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet wordt slechts gebruikt indien het gebouw voldoet aan de bij of krachtens het Bouwbesluit 2003 gegeven voorschriften met betrekking tot de van toepassing zijnde gebruiksfunctie in de zin van dat besluit.

€ 900

3.2

algemene vereisten

1

Arbeidsplaatsen zijn veilig toegankelijk en kunnen veilig worden verlaten. Ze worden zodanig ontworpen, gebouwd, uitgerust, in bedrijf gesteld, gebruikt en onderhouden, dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. Voorts worden zij zindelijk, zoveel mogelijk vrij van stof en voor zover de veiligheid van de arbeidsplaats dat vereist, ordelijk gehouden.

€900

2

Regelmatig wordt gecontroleerd of de op de arbeidsplaats ter bescherming van de werknemers aanwezige voorzieningen en genomen maatregelen nog adequaat functioneren.

€900

3

Geconstateerde gebreken met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde voorzieningen en maatregelen die de veiligheid of gezondheid kunnen beïnvloeden worden zo spoedig mogelijk hersteld.

€900

3.3

stabiliteit en stevigheid

1

Gebouwen en andere opstallen bestaan uit deugdelijk materiaal, zijn van een deugdelijke constructie en verkeren in een zodanige staat, dat er geen gevaar bestaat voor het geheel of gedeeltelijk instorten of omvallen.

€1.350

2

De arbeidsplaats is zodanig ingericht, dat de daar aanwezige voorwerpen of stoffen geen gevaar voor de veiligheid of gezondheid opleveren, door instorten, verschuiven, omvallen of kantelen.

€1.350

3.4

elektrische installaties

1

Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden en gekenmerkt, dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd.

€1.350

2

In een elektrische installatie zijn doeltreffende maatregelen genomen tegen het gevaar van brand, ontploffing, directe en indirecte aanraking en te dichte nadering.

€1.350

3

Van iedere elektrische installatie zijn duidelijke, steeds bijgewerkte schema's beschikbaar alsmede alle overige gegevens die nodig zijn voor een veilig gebruik van de elektrische installatie.

€45

3.5

elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie

1

Elektrotechnische werkzaamheden en bedieningswerkzaamheden die gevaren kunnen opleveren, worden door deskundige, voldoend onderrichte en daartoe bevoegde werknemers uitgevoerd.

€900*

2

Een ruimte waarin zich een elektrische installatie voor hoogspanning bevindt waarvan de delen met of onvoldoende zijn beschermd tegen directe of indirecte aanraking dan wel te dichte benadering, wordt slechts betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon.

€900*

3

Werkzaamheden aan of in nabijheid van een elektrische installatie worden slechts uitgevoerd, indien de installatie of het gedeelte waaraan of in nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is.

€1.350*

4

In aanvulling op het derde lid zijn door de daartoe bevoegde werknemers tevens doeltreffende maatregelen zijn genomen om een gevaarloos verloop van die werkzaamheden te waarborgen.

€1.350*

7

Werkzaamheden bestaande uit het reinigen van elektrisch materieel in een elektrische installatie voor hoogspanning als bedoeld in artikel 3.5, zesde lid, onder c, worden slechts uitgevoerd, indien:

  • a. tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht is gegeven;

  • b. gebruik wordt gemaakt van de voor deze werkzaamheden geschikte reinigings- en arbeidsmiddelen, en

  • c. de werknemers zich met de arbeidsmiddelen waarmee zij fysiek in contact staan, niet behoeven te begeven in de gevarenzone van de installatie of delen daarvan die onder spanning staan.

€1.350*

Paragraaf 2a

Explosieve atmosferen

3.5b

Samenwerking en coördinatie

2

In aanvulling op artikel 19, tweede lid, van de wet coördineert de werkgever die verantwoordelijk is voor de arbeidsplaats, bedoeld in het eerste lid, de uitvoering van alle maatregelen inzake veiligheid en gezondheid.

€ 900

3.5c

Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie; explosieveiligheidsdocument

1

De gevaren in verband met explosieve atmosferen en de bijzondere risico’s die daaruit kunnen voortvloeien, worden in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, voor de aanvang van de arbeid en bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats, de arbeidsmiddelen of het arbeidsproces, in hun geheel beoordeeld en schriftelijk vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument.

€ 450

2

Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a. de waarschijnlijkheid van het voorkomen en het voortduren van explosieve atmosferen;

  • b. de waarschijnlijkheid dat ontstekingsbronnen, elektrostatische ontladingen daaronder begrepen, aanwezig zijn, actief worden en daadwerkelijk ontsteken;

  • c. de aanwezige installaties, de gebruikte stoffen, de processen en hun mogelijke wisselwerkingen;

  • d. de omvang van de te verwachten gevolgen.

€ 450

3

Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, worden tevens ruimten in aanmerking genomen die via openingen verbonden zijn of kunnen worden verbonden met ruimten waar explosieve atmosferen kunnen voorkomen.

€ 450

4

In het explosieveiligheidsdocument zijn ten minste vermeld:

  • a. een identificatie en beoordeling van de explosierisico’s;

  • b. de wijze waarop de arbeidsplaatsen en arbeidsmiddelen, met inbegrip van de alarminstallaties, met de vereiste aandacht voor de veiligheid zijn ontworpen, worden gebruikt of bediend en onderhouden;

  • c. welke gebieden zijn ingedeeld in zones als bedoeld in artikel 3.5d, eerste lid

  • d. de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de maatregelen, bedoeld in de artikelen 3.5d, 3.5e en 3.5f.

  • e. indien op arbeidsplaatsen als bedoeld in artikel 3.5b, eerste lid, meerdere werkgevers arbeid doen verrichten, de wijze waarop voldaan is aan artikel 19, tweede lid, van de wet en het doel, de maatregelen en de wijze van uitvoering van de coördinatie, bedoeld in artikel 3.5b, tweede lid.

€ 225

3.5d

Algemene preventieve maatregelen

1

Doeltreffende maatregelen zijn genomen om het ontstaan van een explosieve atmosfeer op de arbeidsplaats te voorkomen.

€ 2.250

2

Indien het voorkomen van het ontstaan van een explosieve atmosfeer, gezien de aard van het werk niet mogelijk is, worden in de hieronder aangegeven volgorde de volgende maatregelen genomen:

  • a. de ontsteking van explosieve atmosferen wordt voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met elektrostatische ontladingen die van werknemers of de arbeidsplaats als ladingsdrager of ladingsproducent kunnen uitgaan;

  • b. de schadelijke gevolgen van een explosie worden beperkt.

€ 2.250

3

In aanvulling op de maatregelen, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt de mogelijkheid tot uitbreiding van een explosie beperkt.

€ 2.250

4

Indien werknemers of anderen door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen, wordt, in aanvulling op het eerste tot en met derde lid, de arbeidsplaats zodanig ingericht dat veilig kan worden gewerkt.

€ 900

Indien werknemers of anderen door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen, wordt, in aanvulling op het tweede en derde lid, er op de arbeid passend toezicht, met inbegrip van het gebruik van passende technische middelen, uitgeoefend. De inhoud en de mate van het toezicht is afhankelijk van de uit de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, gebleken gevaren.

€ 900

5

Indien uit de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, is gebleken dat er explosieve atmosferen kunnen voorkomen, worden gebieden waar deze atmosferen kunnen heersen ingedeeld in gevarenzones als bedoeld in bijlage I bij richtlijn nr. 1999/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1999 (PbEG 2000, L 23) betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (vijftiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, eerste lid, van richtlijn nr. 89/391/EEG).

€ 450

6

Gevarenzones worden gemarkeerd door middel van waarschuwingsborden die voldoen aan de bepalingen, vastgesteld bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8.

€ 270

3.5e

Maatregelen in gevarenzones

In de gevarenzones, bedoeld in artikel 3.5d, vijfde lid, en met betrekking tot de installaties in gebieden zonder explosiegevaar die vereist zijn voor, of bijdragen tot het explosieveilig gebruik van installaties die zich op plaatsen bevinden waar explosiegevaar heerst, worden in ieder geval de volgende maatregelen genomen:

€ 2.250

a. vrijkomende gassen, dampen, nevels of brandbaar stof die explosiegevaar kunnen doen ontstaan, worden op passende wijze afgevoerd en onschadelijk gemaakt.

b. indien een explosieve atmosfeer meerdere soorten brandbare stoffen bevat, wordt bij de veiligheidsmaatregelen uitgegaan van het grootste mogelijke risico op basis van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid.

€ 2.250

c. installaties, apparaten, beveiligingssystemen en het installatiemateriaal, worden, met inachtneming van onderdeel e, slechts in gebruik genomen indien uit het explosieveiligheidsdocument op basis van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, is gebleken dat aan het gebruik ervan geen explosiegevaar verbonden is.

€ 900

d. onderdeel c is van overeenkomstige toepassing op arbeidsmiddelen en de verbindingsstukken ervan die geen apparaten en beveiligingssystemen zijn als bedoeld in het Warenwetbesluit explosieveilig materieel, indien hun opneming in de installaties aanleiding kan geven tot ontstekingsgevaar.

€ 900

e. voor zover het explosieveiligheidsdocument op basis van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, geen andere eisen stelt, worden in de gevarenzones apparaten en beveiligingssystemen gebruikt overeenkomstig de categorieën als bedoeld in het Warenwetbesluit explosieveilig materieel en toegepast volgens de navolgende principes:

  • 1º. gevarenzone 0 of 20: categorie 1-apparatuur;

  • 2º. gevarenzone 1 of 21: categorie 1- of categorie 2-apparatuur;

  • 3º. gevarenzone 2 of 22: categorie 1-, categorie 2- of categorie 3-apparatuur.

€ 2.250

f. de nodige maatregelen worden getroffen ter voorkoming van verwisseling van installatiemateriaal.

€ 900

g. in gebieden waar een explosieve atmosfeer kan ontstaan wordt aan werknemers werkkleding ter beschikking gesteld die voldoet aan afdeling 1 van hoofdstuk 8 en die door de werknemers bij de arbeid steeds wordt gedragen.

€ 675

h. indien een toestand ontstaat waarin een explosie zich kan gaan voordoen, worden werknemers optisch of akoestisch gewaarschuwd en teruggetrokken.

€ 2.250

i. voor de eerste inbedrijfstelling van een arbeidsplaats en bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats, arbeidsmiddelen of het arbeidsproces waarbij explosieve atmosferen kunnen voorkomen, wordt de explosieveiligheid van de gehele installatie gecontroleerd door een ter zake deskundig persoon.

€ 900

3.5f

Bijzondere maatregelen

Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, hiertoe de noodzaak is gebleken, worden in aanvulling op artikel 3.5e de volgende maatregelen genomen:

a. schriftelijke instructies worden verstrekt met betrekking tot de uitvoering van de arbeid;

€ 270

b. voor de aanvang van arbeid dat gevaar kan opleveren, wordt toestemming verleend door een daartoe bevoegde persoon om deze arbeid te verrichten;

€ 270

c. apparaten en beveiligingssystemen worden, wanneer stroomuitval extra gevaren teweeg kan brengen, onafhankelijk van de rest van de installatie, bij stroomuitval in een veilige bedrijfstoestand gehandhaafd;

€ 900

d. automatisch gestuurde apparaten en beveiligingssystemen die van de voorziene bedrijfsomstandigheden afwijken, worden zonder gevaar manueel uitgeschakeld. Deze ingrepen worden door bevoegde werknemers uitgevoerd;

€ 900

e. indien de noodstopinrichtingen in werking worden gesteld, wordt de opgeslagen energie zo snel en zo veilig mogelijk afgevoerd of geïsoleerd, zodat zij niet langer een bron van gevaar vormt;

€ 900

f. vluchtmiddelen worden beschikbaar en gebruiksklaar gehouden zodat werknemers de gevaarlijke gebieden snel en veilig kunnen verlaten.

€ 1.350

3.6

vluchtwegen en nooduitgangen

1

Doeltreffende maatregelen zijn genomen teneinde het voor werknemer mogelijk te maken, indien een toestand ontstaat waarin direct gevaar voor veiligheid en gezondheid aanwezig is, zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen.

€1.350

2

Het aantal, de plaats en de afmetingen van de daartoe beschikbare vluchtwegen en nooduitgangen zijn afhankelijk van het gebruik, de uitrusting en de afmetingen van de arbeidsplaatsen alsmede van het maximum aantal werknemers en andere personen dat zich op deze plaatsen kan ophouden.

€1.350

3.7

veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen

1

Vluchtwegen en nooduitgangen zijn vrij van obstakels.

€1.350

2

Nooduitgangen kunnen te allen tijde worden geopend.

€1.350

3

Deuren van nooduitgangen en deuren op het traject van de vluchtwegen zijn op eenvoudige wijze van binnenuit naar buiten toe te openen.

€270

4

Schuif- en draaideuren worden niet als nooduitgang gebruikt.

€270

5

Vluchtwegen en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, zijn voorzien van een adequate noodverlichting.

€270

6

Vluchtwegen, deuren en poorten op het traject van de vluchtwegen, alsmede nooduitgangen zijn gemarkeerd door signalen die voldoen aan het bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8 bepaalde.

€270

3.8

brandmelding en brandbestrijding

1

In aanvulling op de regelgeving terzake van bedrijfshulpverlening (afdeling 4, hoofdstuk 2, Arbobesluit) zijn op arbeidsplaatsen, afhankelijk van de aard van de te verrichten arbeid en de gevaren en het maximaal aantal werknemers en andere personen dat zich daar bevindt, voldoende passende brandbestrijdingsmiddelen aanwezig.

€450

2

Indien nodig moeten, in aanvulling op het eerste lid, branddetectoren en alarmsystemen aanwezig zijn.

€450

3

Niet-automatische brandbestrijdingsmiddelen zijn gemakkelijk bereikbaar en gemakkelijk te bedienen.

€270

4

Niet automatische brandbestrijdingsmiddelen zijn voorzien van signalering die voldoet aan artikel 8.4. Signalering is duurzaam en op de juiste plaats aangebracht.

€270

3.9

noodverlichting

Arbeidsplaatsen waar werknemers bij uitvallen van kunstlicht aan bijzondere gevaren zijn blootgesteld zijn voorzien van adequate noodverlichting. Indien noodverlichting niet mogelijk is, beschikken werknemers over individuele verlichting.

€675

3.10

redden van drenkelingen

Op arbeidsplaatsen waar gevaar bestaat voor verdrinking wordt dit gevaar zoveel mogelijk voorkomen en zijn doelmatige middelen voor het redden van drenkelingen op goed zichtbare plaats beschikbaar.

€1.350

3.11

vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen

1

Vloeren van arbeidsplaatsen zijn zo veel mogelijk vrij van oneffenheden en gevaarlijke hellingen en zijn voorts zo veel mogelijk vast, stabiel en stroef.

€270

2

Het oppervlak van vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen is zodanig dat deze te behoeve van de hygiëne op de arbeidsplaats kunnen worden schoongemaakt en onderhouden.

€135

3

Besloten ruimten waar arbeid wordt verricht zijn rekening houdend met aard van werkzaamheden en te leveren fysieke belasting voldoende thermisch geïsoleerd.

€135

4

Transparante of lichtdoorlatende wanden van arbeidsplaatsen zijn voor zover mogelijk in verband met de aard van de arbeidsplaats duidelijk gemarkeerd en van veiligheidsmateriaal vervaardigd, of op een zodanige wijze aangebracht of afgeschermd dat de werknemers niet gewond kunnen raken.

€270

3.12

ramen en bovenlichtvoorzieningen van de ruimten

1

Indien ramen, bovenlichtvoorzieningen en ventilatievoorzieningen geopend en gesloten kunnen worden,

  • a) kan dit op veilige wijze geschieden,

  • b) kunnen zij tevens op veilige wijze geregeld en vastgezet worden, en

  • c) leveren zij in geopende stand geen gevaar op.

€270

2

Ramen en bovenlichtvoorzieningen kunnen zonder gevaar worden schoongemaakt.

€270

3.13

deuren, beweegbare hekken en andere doorgangen

1

De plaats, het aantal en de afmeting van deuren, beweegbare hekken en andere doorgangen alsmede de materialen waarvan zij zijn vervaardigd, zijn afgestemd op de aard en het gebruik van de arbeidsplaats.

€270

2

Op transparante deuren is op ooghoogte een markering aangebracht.

€270

3

Afhankelijk van de aard van de arbeidsplaats en de arbeid die daar wordt verricht, zijn klapdeuren transparant of van transparante panelen voorzien.

€270

4

Indien deuren of andere doorgangen beschikken over transparante of licht doorlatende oppervlakten, zijn doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers door ongewild contact met die oppervlakten gewond raken.

€270

5

Deuren en beweegbare hekken die uit of van hun geleidingen kunnen raken zijn tegen uitlichten of aflopen dan wel tegen vallen geborgd.

€450

6

Automatische deuren en hekken functioneren zodanig dat zij geen gevaar opleveren. Ze zijn uitgerust met makkelijk herkenbare beveiligingen, die voorkomen dat werknemers gewond raken.

€450

7

Automatische deuren en hekken kunnen met de hand worden geopend, tenzij ze bij een stroomstoring automatisch opengaan.

€450

8

In de onmiddellijke nabijheid van deuren, beweegbare hekken of andere doorgangen die hoofdzakelijk voor verkeer van voertuigen of transportmiddelen zijn bestemd, bevinden zich tenzij veilig voor voetgangers afzonderlijke doorgangen voor voetgangers.

€270

9

De in het achtste lid bedoelde doorgangen voor voetgangers zijn duidelijk zichtbaar en vrij van obstakels.

€270

10

Kettingen of soortgelijke voorzieningen die worden gebruikt om te verhinderen dat een bepaalde ruimte wordt betreden, zijn goed zichtbaar en op doelmatige wijze voorzien van verbods- of waarschuwingsborden.

€ 270

3.14

verbindingswegen

1

De verbindingswegen op de arbeidsplaats zijn zodanig gelegen en ingericht dat zij op eenvoudige wijze, veilig en overeenkomstig hun bestemming, door voetgangers en voertuigen of transportmiddelen kunnen worden gebruikt.

€450

2

Voorkomen wordt dat werknemers die in de nabijheid van de verbindingswegen arbeid verrichten, gevaar lopen.

€450

3

De afmeting van de verbindingswegen is afgestemd op het aantal gebruikers en de aard van de arbeid die in het bedrijf of de inrichting wordt verricht.

€450

4

Indien op verbindingswegen voorzover het niet op de openbare weg betreft voertuigen of transportmiddelen worden gebruikt, zijn de nodige verkeersregels vastgesteld.

€450

5

In gevallen als bedoeld in het vierde lid, is tevens een veilige ruimte voor de voetgangers gewaarborgd of zijn andere doeltreffende maatregelen ter bescherming van de voetgangers genomen.

€450

6

De voor voertuigen of transportmiddelen bestemde verbindingswegen zijn gelegen op voldoende afstand van de overige verbindingswegen op de arbeidsplaats.

€450

7

Voor zover het gebruik of de inrichting van de arbeidsplaats zulks vereist, zijn de verbindingswegen duidelijk afgebakend.

€50

3.15

markering gevaarlijke plaatsen

1

De plaatsen waar door de aard van het werk gevaar, met inbegrip van valgevaar of gevaar voor vallende voorwerpen voorkomt of waar obstakels met verwijderd kunnen worden, een gevaar voor de veiligheid vormen bij verplaatsing van voertuigen of personen worden duidelijk gemarkeerd door signalen die voldoen aan artikel 8.4.

€270

2

Alleen werknemers, die beroepshalve of uit hoofde van hun functie de in het eerste lid bedoelde plaatsen moeten betreden, worden daar toegelaten.

€450

3.16

voorkomen valgevaar

1

bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat:

• is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht, of

• is het gevaar tegengegaan door het aanbrengen van doelmatige hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen.

€ 2.2501)

3

Indien de voorzieningen ter voorkoming van valgevaar niet of slechts ten dele kunnen worden aangebracht of indien het aanbrengen of wegnemen daarvan grotere gevaren meebrengt dan de arbeid ter beveiliging waarvan zij zouden moeten dienen,

• zijn voldoende sterke en voldoende grote vangnetten op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht, of

• worden doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen van voldoende sterkte gebruikt, of

• worden andere technische middelen toegepast, die eenzelfde mate van beveiliging geven. Daarbij hebben maatregelen gericht op collectieve bescherming de voorkeur boven maatregelen gericht op individuele bescherming.

€2.250

3.17

voorkomen gevaar door voorwerpen, producten, vloeistoffen of gassen

Het gevaar te worden getroffen of geraakt door voorwerpen, producten of onderdelen daarvan dan wel vloeistoffen of gassen, of het gevaar bekneld te raken tussen voorwerpen, producten of onderdelen daarvan, wordt voorkomen en indien dat niet mogelijk is zoveel mogelijk beperkt. Artikel 3.16, derde lid, laatste volzin, is van toepassing: maatregelen op collectief niveau hebben de voorkeur boven maatregelen op individueel niveau.

€2.250

3.18

specifieke maatregelen voor roltrappen, rolpaden en laadplatforms

1

Roltrappen en -paden functioneren veilig en zijn uitgerust met noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen, waaronder gemakkelijk herkenbare en toegankelijke noodstopvoorzieningen.

€1.350

2

Laadplatforms en -hellingen zijn afgestemd op de afmetingen van te vervoeren ladingen. Zij beschikken over ten minste één uitgang.

€270

3

Laadplatforms met lengte van meer dan 50 meter hebben aan beide zijden een uitgang, tenzij dat technisch niet mogelijk is.

€270

3.19

afmetingen en luchtvolume van ruimten; bewegingsruimte op de arbeidsplaats

1

Afmetingen en luchtvolume van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer zonder gevaar voor de veiligheid of de gezondheid zijn arbeid kan verrichten.

€270

2

Afmetingen van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer bij het verrichten van zijn arbeid over voldoende bewegingsruimte beschikt.

€270

3

Indien in verband met de aard van de arbeid niet over voldoende bewegingsruimte kan worden beschikt, is in de nabijheid een andere open of besloten ruimte met voldoende bewegingsvrijheid voor betrokken werknemers beschikbaar.

€270

3.20

ontspanningsruimten

1

In het bedrijf of de inrichting of in de directe nabijheid is een gemakkelijk toegankelijke ruimte beschikbaar waar werknemers de pauzes kunnen doorbrengen. De ruimte waar werknemers de pauzes kunnen doorbrengen, is daartoe geschikt en afhankelijk van het aantal werknemers, voldoende ruim bemeten en uitgerust met voldoende tafels en stoelen.

€270

2

In ontspanningsruimte zijn voldoende maatregelen genomen ter bescherming van niet-rokers tegen hinder van tabaksrook.

€270

3.21

nachtverblijven

Voor werknemers die gedurende de tijdsruimte tussen het einde en het begin van de dagelijkse arbeidstijd, in het bedrijf of de inrichting waar zij werkzaam zijn, plegen te verblijven is een nachtverblijf beschikbaar. Een nachtverblijf is adequaat ingericht. Een nachtverblijf is uitsluitend bestemd voor personen van gelijk geslacht.

€270

3.22

kleedruimten

1

Iedere werknemer beschikt over een plaats om zijn kleding op te hangen.

€135

2

Voor werknemers die speciale werkkleding moeten dragen zijn doelmatige voldoende ruime, van stoelen of banken voorziene en naar seksen gescheiden kleedruimten beschikbaar. Deze ruimten zijn zoveel mogelijk in de nabijheid van de open of besloten ruimten waar de arbeid pleegt te worden verricht.

€270

Natte werkkleding kan zo nodig worden gedroogd.

€135

3

In de kleedruimten kan kleding die werknemers tijdens arbeid niet dragen op doelmatige wijze en afgesloten worden bewaard.

€135

4

Indien omstandigheden zulks vereisen kunnen de speciale werkkleding en de persoonlijke kleding van de werknemers gescheiden van elkaar op doelmatige wijze en afgesloten worden bewaard.

€135

3.23

wasgelegenheden en douche ruimten

1

Indien werknemers blootstaan aan vuil of stof is een wasruimte met een voldoende aantal wasbakken aanwezig. De wasbakken zijn functioneel geplaatst en naar seksen gescheiden. De wasbakken beschikken over koud, en zo nodig over warm stromend water.

€135

2

Indien werknemers zodanig bloot staan aan vuil, stof of hoge temperaturen dat een reiniging van het lichaam nodig is die meer omvat dan die van handen en gezicht of zulks uit de aard van hun arbeid of de zorg voor de gezondheid voortvloeit, is tevens een doucheruimte met een voldoende aantal douches aanwezig. De doucheruimte is voldoende ruim, doelmatig ingericht en naar seksen gescheiden. De douches beschikken over warm en koud stromend water.

€270

3

Indien douche- of wasruimten en de kleedruimten zich met in dezelfde ruimte bevinden, zijn deze onderling gemakkelijk en binnendoor bereikbaar.

€135

3.24

toiletten, urinoirs en wasbakken

1

In een bedrijf of inrichting waar werknemers werkzaam plegen te zijn, is voor de werknemers ten minste één toilet beschikbaar.

€270

2

In een bedrijf of inrichting waar 10 of meer werknemers gelijktijdig werkzaam plegen te zijn is voor iedere 15 of minder werknemers van hetzelfde geslacht ten minste één toilet aanwezig. Voor mannen mag voor een deel met urinoirs worden volstaan mits er ten minste één toilet voor iedere 25 of minder mannen aanwezig is.

€270

3

De toiletten en urinoirs zijn doelmatig ingericht en goed geventileerd.

€135

De toiletten en urinoirs bevinden zich in de nabijheid van de ruimten waar de werknemers hun werkzaamheden verrichten.

€135

4

In een bedrijf of inrichting waar 10 of meer werknemers gelijktijdig werkzaam plegen te zijn, zijn de toiletten naar seksen gescheiden.

€270

5

In of in de onmiddellijke nabijheid van de ruimten waarin de toiletten en urinoirs zich bevinden zijn voldoende wasbakken aanwezig. De wasbakken zijn doelmatig geplaatst. De wasbakken beschikken over stromend water.

€270

3.25

eerstehulpposten

1

Indien de aard van de arbeid of de daaraan verbonden gevaren dit noodzakelijk maken, zijn in aanvulling op de regelgeving terzake van bedrijfshulpverlening, in het bedrijf of de inrichting voldoende eerstehulpposten aanwezig.

€270

2

In de eerstehulpposten zijn duidelijk zichtbare instructies voor eerste hulp bij ongevallen aanwezig.

€135

3

in de eerstehulpposten is een alarmnummer duidelijk zichtbaar aangebracht.

€135

4

De eerstehulpposten zijn voorzien van de noodzakelijke eerstehulpuitrusting.

€135

5

De eerstehulpposten zijn gemakkelijk met brancards bereikbaar.

€135

6

De eerstehulpposten en de eerstehulpuitrusting zijn voorzien van een signalering die aan artikel 8.4 voldoet.

€270

afdeling 2

aanvullende voorschriften bouwplaatsen

3.27

algemene vereisten

1

Een bouwplaats is gemarkeerd en afgebakend.

€270

2

Op een bouwplaats is voldoende drinkwater of andere alcoholvrije drank beschikbaar.

€135

3

Op een bouwplaats zijn zo nodig faciliteiten voor het bereiden van maaltijden beschikbaar.

€135

3.28

stabiliteit en stevigheid

1

Werkplekken op een bouwplaats die niet op de begane grond zijn gesitueerd, zijn stabiel en stevig, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal werknemers dat zich daar bevindt, de maximale belasting en de verdeling daarvan en met externe invloeden. Zo nodig zijn ten behoeve van de stabiliteit doeltreffende bevestigingsmiddelen aangebracht.

€ 2.2501)

2

De stabiliteit en stevigheid worden regelmatig en in ieder geval na iedere relevante verandering van de hoogte of de diepte van de hiervoor bedoelde werkplekken, doeltreffend gecontroleerd.

€900

3.29

elektrische installaties en leidingen

1

Elektrische installaties die voor aanvang van de werkzaamheden reeds op de bouwplaats aanwezig zijn, worden geïdentificeerd, gecontroleerd en duidelijk gekenmerkt.

€900

2

Bovengrondse elektriciteitsleidingen worden zoveel mogelijk buiten de bouwplaats om geleid of spanningsloos gemaakt. Indien dat niet mogelijk is worden hekken of waarschuwingsborden geplaatst.

€1.350

3

Indien voertuigen onder elektriciteitsleidingen door moeten rijden worden beschermingen onder de leidingen aangebracht.

€1.350

4

Ondergrondse elektriciteitsleidingen, leidingen voor andere distributiesystemen en kabels worden voor de aanvang van grondverzetwerkzaamheden geïdentificeerd.

€900

5

Doeltreffende maatregelen worden genomen om de gevaren voor de werknemers, verbonden aan beschadiging van ondergrondse leidingen en kabels, zoveel mogelijk te voorkomen.

€1.350

3.30

bouwputten, tunnels, uitgravingen,en andere ondergrondse werkzaamheden en grondverzetwerkzaamheden

1

In een bouwput, een tunnel, bij een uitgraving of andere ondergrondse werkzaamheden worden doeltreffende stut- of taludvoorzieningen aangebracht ter voorkoming van instorting of overstroming.

€1.350

2

bij grondverzetwerkzaamheden worden de uitgegraven aarde, het gebruikte materiaal en de daarbij gebruikte voertuigen op veilige afstand van de uitgraving gehouden. Zo nodig wordt rond een uitgraving doeltreffend hekwerk geplaatst.

€1.350

3.31

metaal- en betonconstructies, bekistingen en zware prefab-elementen

1

Metaal-en betonconstructies alsmede onderdelen daarvan, bekistingen, prefab elementen of tijdelijke stutten en schoren worden slechts gemonteerd of gedemonteerd onder toezicht van een speciaal daartoe aangewezen persoon.

€900

2

Bekistingen, tijdelijke stutten en schoren kunnen zonder gevaar voor de werknemers de krachten dragen waaraan zij blootstaan.

€1350

afdeling 3

aanvullende voorschriften winningsindustrieën in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen

3.33

schriftelijke voorlichting

1

Voor iedere arbeidsplaats in de winningsindustrie zijn schriftelijke instructies opgesteld, waarin de regels zijn opgenomen die moeten worden nageleefd om de veiligheid en gezondheid van de werknemers, alsmede het veilig gebruik van de arbeidsmiddelen te garanderen. Deze instructies bevatten tevens aanwijzingen voor het gebruik van de noodapparatuur en de te volgen handelwijze in noodsituaties.

€270

2

De instructies zijn op een goed toegankelijke plaats voor de werknemers beschikbaar.

€135

3.34

gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand en explosie

1

In zones waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming of vergiftiging, dan wel brand of explosie bestaat zijn overeenkomstig artikel 4.6 maatregelen genomen om dat gevaar te voorkomen.

€2.250

2

De in het eerste lid bedoelde maatregelen moeten zijn opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsdocument bedoeld in artikel 2.42, tweede lid.

€225

3.35

reanimatie-apparatuur

1

In aanvulling op de regelgeving terzake van de bedrijfshulpverlening (afdeling 4, hoofdstuk 2), zijn in zones waar gevaar voor verstikking, bedwelming of vergiftiging bestaat doelmatige reanimatieapparaten aanwezig.

€1.350

2

Op de arbeidsplaats in de winningsindustrie zijn voldoende werknemers aanwezig die de reanimatieapparaten kunnen bedienen.

€1.350

3

De reanimatie apparaten worden doelmatig onderhouden en opgeslagen.

€270

3.36

beperken en bestrijden van brand

In aanvulling op de regelgeving terzake van bedrijfshulpverlening worden maatregelen inzake beperking en bestrijden brand in het veiligheids- en gezondsheidsdocument opgenomen.

€225

afdeling 3a

aanvullende voorschriften winningsindustrieën in dagbouw

afdeling 3b

aanvullende voorschriften ondergrondse winningsindustrieën

3.37b

Plattegronden en bewegwijzering

1

Er worden plattegronden gemaakt en regelmatig bijgewerkt, waarop de galerijen en de ontginningswerkzaamheden en alle bekende factoren die van invloed kunnen zijn op de ontginning en de veiligheid daarvan zijn aangegeven op een schaal die een duidelijke voorstelling mogelijk maakt.

De plattegronden zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan de toezichthouder. De plattegronden zijn gemakkelijk toegankelijk zijn en worden zolang bewaard als met het oog op de veiligheid noodzakelijk is.

€ 270

2

In de galerijen is een bewegwijzering aangebracht, zodat de werknemers zich gemakkelijk kunnen oriënteren.

€ 270

3.37c

Uitgangen

1

Iedere ondergrondse ontginning staat via ten minste twee afzonderlijke uitgangen met de oppervlakte in verbinding. Deze uitgangen zijn degelijk geconstrueerd en gemakkelijk toegankelijk voor de werknemers die ondergrondse werkzaamheden verrichten.

€ 1.350

2

Wanneer voor het gebruik van deze uitgangen een bijzondere krachtsinspanning nodig is, zijn zij uitgerust met mechanische transportmiddelen voor de werknemers.

€ 1.350

3.37d

Transportinstallaties

1

Transportinstallaties worden zodanig aangelegd, gebruikt en onderhouden, dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers die ze besturen of gebruiken, of zich in de nabijheid daarvan ophouden, gewaarborgd is.

€ 2.250

2

Bij vervoer van werknemers met mechanische transportmiddelen wordt gezorgd voor passende voorzieningen en speciale schriftelijke instructies.

€ 2.250

3.37e

Ondersteuning en stabiliteit

1

Zo spoedig mogelijk na het delven worden er ondersteuningen aangebracht, tenzij dit vanwege de stabiliteit van het terrein niet noodzakelijk is voor de veiligheid van de werknemers. Deze ondersteuningen worden volgens schema’s en schriftelijke instructies aangebracht.

€ 1.350

2

Alle voor werknemers toegankelijke werkplekken worden regelmatig op de stabiliteit van het terrein onderzocht.

€ 450

3

Bij het onderhoud van de ondersteuningen wordt rekening gehouden met de uitkomsten van het onderzoek, bedoeld in het tweede lid.

€ 450

3.37f

Instortingen en waterdoorbraken

1

In zones waar zich instortingen of waterdoorbraken kunnen voordoen, wordt een winningsprogramma opgesteld en uitgevoerd dat zoveel mogelijk gericht is op een veilig werksysteem en op de bescherming van de werknemers.

€ 1.350

2

Er worden maatregelen genomen om de zones, bedoeld in het eerste lid, te kunnen herkennen, om de werknemers die in of in de nabijheid van die zones werken te beschermen en om de risico’s te beheersen.

€ 1.350

3.37g

Voorkoming van brand en temperatuurstijging

1

Er worden maatregelen worden genomen om temperatuurstijgingen te voorkomen of vroegtijdig te signaleren.

€ 2.250

2

Het gebruik van brandbare materialen wordt tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt.

€ 675

3

De te gebruiken hydraulische vloeistoffen zijn voorzover mogelijk moeilijk ontvlambaar en voldoen aan specificaties en beproevingsvoorwaarden betreffende de brandbaarheid ervan alsmede aan criteria betreffende de hygiëne. Indien de te gebruiken hydraulische vloeistoffen niet aan de in de eerste volzin gestelde eisen voldoen, worden aanvullende maatregelen genomen.

€ 1.350

3.37h

Verlichting

In aanvulling op artikel 3.9 beschikt elke werknemer over een voor het werk geschikte lamp.

€ 270

3.37i

Aanwezigheidscontrole

Het werk is zodanig georganiseerd dat op ieder moment kan worden vastgesteld wie er ondergronds is.

€ 45

afdeling 3c

aanvullende voorschriften winningsindustrieën met behulp van boringen

3.37k

Vereisten inrichting mijnbouwinstallaties

1

In aanvulling op de artikelen 3.2 en 3.3 zijn mijnbouwinstallaties zodanig ontworpen, gebouwd, ingericht, bediend, gecontroleerd en onderhouden dat zij aan de te verwachten omgevingskrachten weerstand kunnen bieden. Zij dienen een constructie en stevigheid te hebben die zijn afgestemd op het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Bij dit lid wordt een boetenormbedrag

€ 1.350

2

Op mijnbouwinstallaties worden zo nodig brandbarrières aangebracht met het oog op de afscheiding van zones waar brandrisico bestaat.

€ 1.350

3

Op mijnbouwinstallaties is op een voldoende aantal doelmatig gekozen plaatsen goed drinkwater aanwezig.

€ 135

3.37l

Verkeer en vervoer

1

In aanvulling op artikel 3.14 worden er:

a. doeltreffende maatregelen genomen ter verzekering van een veilig verkeer en vervoer op een mijnbouwinstallatie alsmede van een veilig op en van een mijnbouwinstallatie brengen van materieel, van materialen en van personen;

€ 2.250

In aanvulling op artikel 3.14 worden er:

b. doeltreffende instructies gegeven ter verzekering van een veilig verkeer en vervoer op een mijnbouwinstallatie alsmede van een veilig op en van een mijnbouwinstallatie brengen van materieel, van materialen en van personen.

€ 270

3

In verband met het veilig gebruik van een helikopterdek op een mijnbouwinstallatie worden werknemers aangewezen, die belast zijn met het toezicht op dit gebruik van het helikopterdek en daartoe over de noodzakelijke vaardigheid en deskundigheid beschikken.

€ 900

3.37m

Onderhoud van veiligheidsapparatuur

Doelmatige veiligheidsapparatuur staat steeds gebruiksklaar en wordt in goede staat gehouden. Bij het onderhoud daarvan wordt naar behoren rekening gehouden met de uitgeoefende activiteiten.

€ 2.250

3.37n

Nooduitgangen

1

Woon- en verblijfruimten op mijnbouwinstallaties hebben op elk niveau ten minste twee afzonderlijke nooduitgangen, die zo ver mogelijk van elkaar zijn gelegen en uitkomen in een veilige zone, een veilig verzamelpunt of een veilig evacuatiestation.

€ 1.350

2

Een machinekamer op een mijnbouwinstallatie heeft tenminste twee tegenover elkaar gelegen uitgangen met voldoende trap- of ladderverbindingen vanaf de vloer van die machinekamer.

€ 1.350

3

In afwijking van artikel 3.7, vierde lid, zijn nooduitgangen op mijnbouwinstallaties voorzien van deuren die op eenvoudige wijze van binnenuit naar buiten toe zijn te openen of indien dit niet mogelijk is, van schuifdeuren.

€ 270

3.37p

Gevarenzones

1

Arbeidsplaatsen waar door de aard van het werk gevarenzones, met inbegrip van valgevaar of gevaar voor vallende voorwerpen, voorkomen, worden zoveel mogelijk uitgerust met voorzieningen die beletten dat werknemers deze zones zonder toestemming betreden.

€ 2.250

2

Er worden doeltreffende maatregelen getroffen om de werknemers die de gevarenzones mogen betreden te beschermen.

€ 2.250

3.37q

Afstandsbediening in noodgevallen

1

Indien de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen wordt bepaalde apparatuur in geval van nood vanaf geschikte locaties op afstand bediend.

€ 900

3

Ten behoeve van de afstandsbediening, bedoeld in het eerste lid, zijn er controleposten op geschikte locaties die in geval van nood kunnen worden gebruikt, indien nodig met inbegrip van controleposten op veilige verzamelpunten en in evacuatiestations.

€ 900

3.37r

Communicatiesystemen

1

Indien de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen wordt iedere bemande arbeidsplaats uitgerust met:

  • a. een audiovisueel systeem waarmee een alarmmelding zo nodig kan worden doorgestuurd naar elk bemand deel van de arbeidsplaats;

  • b. een luidsprekersysteem, dat duidelijk kan worden gehoord in alle delen van de installatie waar zich vaak werknemers ophouden;

  • c. een systeem waarmee de verbinding met het vasteland en de hulpdiensten kan worden onderhouden.

€ 1.350

2

Op mijnbouwinstallaties blijven de systemen, bedoeld in het eerste lid, in geval van nood operationeel. Het luidsprekersysteem wordt aangevuld met communicatiesystemen die niet afhankelijk zijn van kwetsbare stroomvoorzieningsinstallaties.

€ 1.350

3

De voorzieningen voor het slaan van alarm zijn op doelmatige plaatsen aangebracht.

€ 1.350

4

Indien werknemers aanwezig zijn op arbeidsplaatsen die normaliter niet door werknemers bemand zijn, is er een doelmatig communicatiesysteem.

€ 1.350

Artikel 3.37s

Verzamelpunten en monsterrol

1

Indien de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen worden er verzamelpunten vastgesteld, wordt een monsterrol bijgehouden en worden de hiervoor noodzakelijke maatregelen getroffen.

€ 45

2

Doelmatige maatregelen worden genomen om:

  • a. de evacuatiestations en de veilige verzamelpunten te beschermen tegen warmte en rook, en, zoveel mogelijk, tegen de gevolgen van explosies;

  • b. de vluchtroutes van en naar de evacuatiestations en verzamelpunten te allen tijde bruikbaar te laten blijven;

  • c. de evacuatiestations en de veilige verzamelpunten gemakkelijk bereikbaar te laten zijn vanuit de verblijfsaccommodatie en de werkruimten.

€ 2.250

3

De maatregelen, bedoeld in het tweede lid, zijn zodanig dat ze de werknemers lang genoeg bescherming bieden om, indien nodig, in alle veiligheid een evacuatie- en reddingsoperatie te kunnen organiseren en uitvoeren.

€ 2.250

4

Indien de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen, is een van de beschermde plaatsen, bedoeld in het eerste lid, voorzien van afstandbedieningssystemen voor noodgevallen als bedoeld in artikel 3.37q en van een communicatiesysteem als bedoeld in artikel 3.37r, eerste lid, onder c.

€ 675

5

Op een mijnbouwinstallatie wordt voor elk veilig verzamelpunt een lijst opgesteld, bijgehouden en ter plaatse aangeplakt met de namen van de werknemers voor wie dat verzamelpunt is bestemd.

€ 45

6

Een lijst met de namen van de werknemers die in geval van nood speciale taken hebben wordt opgesteld en bijgehouden en op doelmatige plaatsen aangeplakt. De namen van deze werknemers worden eveneens vermeld in de schriftelijke instructies, bedoeld in artikel 3.33.

€ 45

3.37t

Reddingsmiddelen

1

Op een mijnbouwinstallatie zijn voor onmiddellijk gebruik voldoende geschikte middelen voor redding, evacuatie en voor directe ontsnapping in zee in noodgevallen beschikbaar.

€ 1.350

2

Als evacuatie van werknemers moet geschieden langs moeilijke vluchtwegen of via plaatsen waar de lucht niet of mogelijk niet ingeademd kan worden, staat zelfreddingsapparatuur voor onmiddellijk gebruik op de werkplek ter beschikking van de werknemers.

€ 1.350

3

Reddingsmiddelen als bedoeld in het eerste lid voldoen aan de volgende voorschriften:

  • a. ze zijn functioneel en zo nodig uitgerust met voorzieningen om lang genoeg te kunnen overleven;

  • b. er zijn er voldoende van om alle werknemers die zich in de installatie kunnen ophouden te kunnen evacueren;

  • c. het type is afgestemd op de arbeidsplaats;

  • d. ze zijn van betrouwbare materialen gemaakt, rekening houdend met de reddingsfunctie en de omstandigheden waarin ze eventueel zullen worden gebruikt of waarin ze gebruiksklaar worden gehouden, en

  • e. ze hebben een kleur die opvalt wanneer ze worden gebruikt en zijn uitgerust met voorzieningen waarmee de gebruiker de aandacht van de redders kan trekken.

€ 450

4

Het materiaal, dat nodig is in geval bij een ongeval vervoer per helikopter plaatsvindt, ligt gebruiksklaar opgeslagen in de onmiddellijke nabijheid van de helikopterlandingsplaats.

€ 1.350

3.37u

Beveiliging noodsystemen

Op mijnbouwinstallaties worden branddetectie- en brandbeschermingssystemen, inrichtingen voor brandblussing of branddoving en alarmsystemen afgeschermd tegen ongelukken en wel op zodanige wijze dat hun functies in noodgevallen operationeel blijven. Zo nodig worden dergelijke systemen in dubbele uitvoering aangebracht.

€ 1.350

3.37w

Verblijfsaccomodatie

1

In aanvulling op artikel 3.21 wordt, wanneer de aard, de omvang en de duur van de werkzaamheden op een mijnbouwinstallatie zulks vereisen, de nodige verblijfsaccommodatie ter beschikking gesteld.

€ 270

2

Leidingen die in geval van lekkage direct gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren worden buiten de accommodatie en de hiermee in verbinding staande gangen gehouden.

Deze accommodatie:

a. is afdoende beschermd tegen de gevolgen van explosies, binnendringen van rook en gas en het uitbreken en de verbreiding van brand, zoals omschreven in het veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42;

€ 2.250

b. is beschermd tegen weersomstandigheden en tegen geluids- en stankhinder en ontwikkeling van rookgassen uit andere ruimten, welke gevaarlijk voor de gezondheid kunnen zijn;

€ 900

c. staat niet in rechtstreekse verbinding met besloten ruimten, waarin machines, ketels, tanks, drukvaten en dergelijke zijn opgesteld;

€ 900

d. is afgescheiden van elke werkplek en ligt buiten gevarenzones;

€ 900

e. staat, voorzover het een slaapverblijf betreft, niet in rechtstreekse verbinding met ontspanningsruimten, noch met ruimten voor het bereiden en bewaren van voedsel.

€ 900

3

De verblijfsaccommodatie is voorzien van voldoende bedden of kooien, rekening houdend met het aantal werknemers dat naar verwachting in de installatie zal slapen. In een slaapverblijf bevinden zich ten hoogste twee slaapplaatsen.

€ 270

4

Elke verblijfsaccommodatie beschikt over voldoende plaats voor het opbergen van kleding en, indien daarin in de regel ten minste tien personen verblijven, een aparte was- en droogruimte.

€ 135

3.37x

Kookgelegenheid

Op een bemande mijnbouwinstallatie zijn voor het bereiden en bewaren van voedsel doelmatig ingerichte ruimten aanwezig, welke ruimten voor geen ander doel worden gebruikt.

€ 135

3.37y

Veiligheid en stabiliteit

Tijdens de plaatsing van een mijnbouwinstallatie worden alle noodzakelijke maatregelen genomen om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te waarborgen.

€ 1.350

3.37

voorkomen instabiliteit

1

Telkens voor aanvang van werkzaamheden aan afgravings- of ontginningsfronten boven werkterreinen of verkeerswegen wordt nagegaan of er geen instabiele massa's of rotsblokken zijn. Losse steenblokken worden zo nodig verwijderd.

€450

2

Voor het ontstaan van instabiliteit bij het ontginnen van fronten of steenhopen wordt gewaakt.

€450

afdeling 4

aanvullende voorschriften benzinestations

3.39

veiligheidseisen benzinestations

1

Benzinestations, waarvan de winkel op werkdagen tussen 18.30 u en 06.00 u's avonds, op zondag, op Nieuwjaarsdag, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op eerste Kerstdag, op tweede Kerstdag of op de dag, waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd, geopend is, zijn voorzien van:

a) een inwerpgeldkluis.

€450

b) een optische of akoestische alarminstallatie, tenzij het benzinestation is voorzien van een alarminstallatie, welke langs telecommumcatieverbindingen zo nodig een alarmsignaal afgeeft bij een door de minister van justitie toegelaten alarmcentrale.

€450

c) een verlichtingsinstallatie welke gedurende ten minste 15 min. na sluiting van het benzinestation dat benzinestation blijft verlichten.

€450

2

Bij benzinestations waar een of meer benzinepompen worden bediend door aldaar werkzame persoon, is de toegangsdeur tot de winkel in het benzinestation ten minste aan de binnenzijde afsluitbaar.

€450

3

Bij benzinestations waar geen enkele benzinepomp wordt bediend door een aldaar werkzame persoon, is toegangsdeur tot de winkel in het benzinestation voorzien van een op afstand bedienbaar elektrisch sluitingsmechanisme dat uitsluitend vanuit winkel kan worden bediend.

€450

3.40

aanvullende veiligheidseisen voor benzinestations

In aanvulling op artikel 3.39 gelden voor benzinestations, waarvan de winkel tussen 21.00 en 06.00 u geopend is de volgende voorschriften:

a) in de winkel is ten minste een camera aanwezig die is aangesloten op een recorder, welke al dan niet met tijdsintervallen camerabeelden opneemt.

€450

b) het benzinestation is voorzien van een alarminstallatie, welke langs telecommunicatieverbindingen zo nodig een alarmsignaal afgeeft bij een door de Minister van Justitie toegelaten alarminstallatie.

€450

c) de plaats in de winkel in een benzinestation waar de kassa zich bevindt, is omgeven door kogelwerend en slagvast materiaal dat tenminste voor een deel doorzichtig is.

€450

d) op het sluitingstijdstip van het benzinestation zijn tenminste twee aldaar werkzame personen ter plaatse aanwezig.

€450

afdeling 5

bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers

3.46

deskundig toezicht (jeugdigen)

Deskundig toezicht als bedoeld in artikel 1.37 is van toepassing op jeugdige werknemers die:

a) arbeid verrichten waarbij gevaar voor instorting bestaat, of

b) arbeid verrichten aan, met of in directe nabijheid van hoogspanningsinstallaties.

€1.350

3.48

rustruimten (zwangere werknemers)

Voor zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie is een geschikte, af te sluiten besloten ruimte beschikbaar, waarin gelegenheid is of onmiddellijk kan worden gemaakt voor het nemen van rust. In een rustruimte is een deugdelijk, al of niet opvouwbaar bed of een deugdelijke rustbank beschikbaar.

€270

hoofdstuk 4

gevaarlijke stoffen en biologische agentia

afdeling 1

gevaarlijke stoffen

4.2

Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, beoordelen

1

Indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, ongeacht of met deze stoffen daadwerkelijk arbeid wordt of zal worden verricht, worden, in het kader van de ri&e, de aard, mate en duur van die blootstelling beoordeeld teneinde de gevaren of de hinder voor de werknemers te bepalen.

€450

2

Met betrekking tot de aard van de blootstelling wordt in ieder geval vastgesteld aan welke gevaarlijke stoffen werknemers worden of kunnen worden blootgesteld, wat de gevaren zijn die aan die stoffen zijn verbonden, in welke situaties blootstelling zich kan voordoen en op welke wijze blootstelling kan plaatsvinden.

€450

3

Met betrekking tot de mate van blootstelling wordt in ieder geval vastgesteld wat het blootstellingsniveau op de arbeidsplaats is. Voor het doeltreffend vaststellen van het blootstellingsniveau wordt gebruik gemaakt van bestaande geschikte meetmethodes, tenzij dit niveau door middel van andere methodes doeltreffend kan worden bepaald.

€450

4

Voor zover het blootstellingsniveau alleen doeltreffend kan worden vastgesteld door middel van metingen, wordt gebruik gemaakt van een voor het doel van de meting geschikte en genormaliseerde meetmethode.

Bij het ontbreken van een genormaliseerde meetmethode wordt de meting uitgevoerd volgens een andere voor het doel geschikte meetmethode.

€450

5

Bij de beoordeling bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken:

  • a. de informatie over de veiligheid en gezondheid die door de leverancier van een gevaarlijke stof wordt verstrekt, waaronder begrepen de verplichte informatie die bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt verstrekt;

  • b. de toegepaste arbeidsprocédés en werkmethoden waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, waaronder begrepen de hoeveelheid gevaarlijke stoffen waaraan werknemers worden of kunnen worden blootgesteld;

  • c. de redelijkerwijs voorzienbare gebeurtenissen, bedoeld in artikel 4.2a, eerste lid, onder b;

  • d. voor zover van toepassing de grenswaarden die zijn vastgesteld bij of krachtens de artikelen 4.8b, 4.16, 4.46 of 4.56;

  • e. de preventieve maatregelen die zijn genomen ter naleving van de artikelen 4.3a en 4.9, of, indien van toepassing, de artikelen 4.17 tot en met 4.20, 4.45 en 4.51;

  • f. voor zover van toepassing, de resultaten van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, bedoeld in de artikelen 4.10a en 4.10b.

€450

6

Indien sprake is van verschillende gevaarlijke stoffen, wordt bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, de mogelijke versterkende effecten betrokken die gevaarlijke stoffen op elkaar kunnen hebben.

€ 450

7

De beoordeling, bedoeld in het eerste lid, wordt regelmatig herzien, in ieder geval indien gewijzigde omstandigheden of de resultaten van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, bedoeld in de artikelen 4.10a en 4.10b, hiertoe aanleiding geven.

€ 450

4.2a

Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, aanvullende registratie

1

In aanvulling op artikel 4.2 worden met betrekking tot gevaarlijke stoffen die, gelet op de aard van de bedrijvigheid, met enige regelmaat aanwezig zijn of worden toegepast, in de ri&e, voorts de volgende gegevens opgenomen:

  • a. de maatregelen die zijn genomen ter naleving van het bepaalde bij of krachtens deze afdeling, alsmede de afdelingen 2 en 5 van dit hoofdstuk;

  • b. de redelijkerwijs voorzienbare gebeurtenissen die kunnen leiden tot een aanzienlijke toename van de mate van blootstelling ook indien er maatregelen als bedoeld in onderdeel a. zijn getroffen.

€ 225

2

Indien op de arbeidsplaats in verband met de aard van de werkzaamheden die daar worden uitgevoerd, gevaarlijke stoffen plegen voor te komen die bij of krachtens de Wet milieugevaarlijke stoffen worden ingedeeld in de categorie ‘voor de voortplanting vergiftig’, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onder n, van die wet, alsmede stoffen als bedoeld in richtlijn nr. 67/548/EEG van de Raad van de Europese Economische Gemeenschappen van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG L 196) die met de waarschuwingszin R64 (‘kan schadelijk zijn via de borstvoeding’) worden gekenmerkt overeenkomstig de criteria in paragraaf 3.2.8 van bijlage VI bij deze richtlijn, worden met betrekking tot die stoffen in de ri&e, tevens de volgende gegevens vermeld:

  • a) de hoeveelheid van de stof die per jaar pleegt te worden vervaardigd, of gebruikt, dan wel aanwezig pleegt te zijn in verband met opslag;

  • b) het aantal werknemers dat arbeid pleegt te verrichten op de arbeidsplaats waar de stof pleegt voor te komen;

  • c) de vorm van de arbeid die met de stof pleegt te worden verricht;

  • d) de wijze waarop de onder ‘b)’ bedoelde werknemers bij hun arbeid aan de stof worden of kunnen worden blootgesteld.

€ 225

4.2b

zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid

Indien op de arbeidsplaats gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, wordt de grootst mogelijke zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid in acht genomen.

€ 450*

43

verpakking en etikettering

2

Op de verpakking van een stof die krachtens de Wet milieugevaarlijke stoffen bij de aflevering en bij het ter aflevering voorhanden hebben moeten worden geëtiketteerd, worden de aanduidingen die voor die stof bij of krachtens genoemde wet ten behoeve van de aflevering van die stof zijn voorgeschreven, opvallend en goed leesbaar vermeld, met uitzondering van de aanduidingen die betrekking hebben op de categorie ‘milieugevaarlijk’.

€270

3

Op de verpakking van een gevaarlijke stof, waarop artikel 34 van de Wet milieugevaarlijke stoffen niet van toepassing is, worden opvallend en goed leesbaar vermeld de naam van de stof en een aanduiding van de aard van het gevaar of de gevaren, verbonden aan die stof.

€270

4.3a

beperken van blootstelling; algemene preventieve maatregelen

In alle gevallen waarin arbeid wordt verricht waarbij werknemers kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, worden, in het kader van artikel 3 van de wet, de volgende maatregelen genomen om blootstelling van werknemers te voorkomen of te beperken tot een zo laag mogelijk niveau:

a) de arbeidsprocédés en werkmethoden zijn zodanig ontworpen en georganiseerd dat het risico op blootstelling wordt voorkomen of beperkt;

€ 2.250

b) er wordt gebruik gemaakt van adequate arbeidsmiddelen;

€ 2.250

c) er wordt gebruik gemaakt van adequate voorzieningen bij het uitvoeren van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden;

€ 2.250

d) gevaarlijke stoffen zijn in geen grotere hoeveelheid aanwezig en het aantal werknemers dat wordt of kan worden blootgesteld is niet groter dan voor het verrichten van de arbeid strikt noodzakelijk is;

€ 2.250

e) de mate en duur van de blootstelling wordt zoveel mogelijk beperkt;

€ 2.250

f) bij de arbeid zijn de noodzakelijke hygiënische voorzieningen getroffen;

€ 2.250

g) er wordt gebruik gemaakt van doeltreffende middelen voor veilig opslaan, hanteren en vervoeren van stoffen, en

€ 2.250

h) er wordt gebruik gemaakt van doeltreffende middelen voor het veilig verzamelen, opslaan en verwijderen van afvalstoffen.

€ 2.250

4.4

voorkomen van ongewilde gebeurtenissen

1

Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, blijkt dat er ten aanzien van aanwezige gevaarlijke stoffen gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers bestaan, en deze stoffen niet kunnen worden vervangen overeenkomstig artikel 4.9, derde lid, of artikel 4.17, zijn zodanige voorzieningen getroffen, dat het gevaar, dat zich met betrekking tot die stoffen een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.

€2.250

2

Bij het verrichten van arbeid met of in aanwezigheid van stoffen als bedoeld in het eerste lid, zijn zodanige voorzieningen getroffen, dat het gevaar dat zich bij die arbeid een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.

€2.250

3

Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op het verrichten van arbeid aan, dan wel verwijderen van reservoirs, installaties, verpakkingen of andere zaken waarin zich stoffen dan wel restanten van die stoffen als bedoeld in het eerste lid bevinden.

€2.250

4

Voorts zijn zodanige voorzieningen getroffen dat in geval zich een ongewilde gebeurtenis, als bedoeld in het eerste lid, respectievelijk tweede lid voordoet, de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt.

€1.350

6

In ruimten waarin arbeid als bedoeld in het tweede lid, wordt uitgevoerd, zijn stoffen in geen grotere hoeveelheden aanwezig, dan voor de bedrijfsvoering strikt noodzakelijk is.

€675

7

In ruimten, als bedoeld in het zesde lid, zijn niet meer werknemers aanwezig dan noodzakelijk is.

€675

8

Arbeid met of in de aanwezigheid van stoffen, als bedoeld in het eerste lid, mag slechts worden verricht door personen die in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand verkeren en op het gebied van die arbeid over een zodanige basiskennis beschikken, dat zij voldoende in staat zijn de daaraan verbonden gevaren te onderkennen en te voorkomen.

€270*

4.5

bijzondere maatregelen ter voorkoming van ongewilde gebeurtenissen

3

Stoffen die op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen voldoen aan de criteria voor indeling in een of meer van de categorieën. ‘zeer vergiftig’, ‘vergiftig’ en ‘bijtend’, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van die wet, worden afgesloten bewaard zodat zij niet in handen van onbevoegden kunnen geraken.

€675*

4.6

gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

3

Indien op een plaats of in een ruimte waarbij werknemers kunnen worden blootgesteld aan stoffen in een zodanige mate dat daardoor gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming of vergiftiging dan wel brand of explosie, direct gevaar ontstaat, worden doeltreffende maatregelen worden genomen zodat de werknemers, die deze plaats of deze ruimte hebben betreden, deze terstond kunnen verlaten.

Indien dat niet mogelijk is en het toch noodzakelijk is om die plaats of die ruimte te betreden, dan mag dit alleen indien arbeidsmiddelen worden gebruikt die het desbetreffende gevaar niet zelf kunnen veroorzaken, alsmede persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar worden gesteld en gebruikt.

Zo nodig worden de werknemers die de plaats of de ruimte moeten betreden permanent van buitenaf geobserveerd.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€2.250*

4.6a

maatregelen bij ongewilde gebeurtenissen

1

Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, blijkt dat er gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers bestaat, zijn in aanvulling op afdeling 4 van hoofdstuk 2 doeltreffende procedures opgesteld die in werking treden indien zich een ongewilde gebeurtenis als bedoeld in artikel 4.4, eerste, respectievelijk tweede lid voordoet.

€ 900

2

De procedures, bedoeld in het eerste lid, worden opgenomen in de ri&e.

€ 135

3

Op grond van de procedures, bedoeld in het eerste lid, zijn zodanige technische of organisatorische maatregelen genomen, dat wanneer zich een ongewilde gebeurtenis voordoet de gevolgen hiervan zoveel mogelijk worden beperkt.

€ 2.250

4

Ter naleving van het derde lid worden in ieder geval de volgende maatregelen genomen:

a. er worden onmiddellijk doeltreffende maatregelen genomen om de gevolgen van een ongewilde gebeurtenis zoveel mogelijk te beperken en wordt zo spoedig mogelijk zorg gedragen voor het herstel van de veilige toestand;

€ 1.800

b. de werknemers worden onverwijld ingelicht over de ongewilde gebeurtenis en wordt er zorg voor gedragen dat zij zich verwijderen uit de getroffen zone;

€ 270

c. betreden uitsluitend de werknemers of andere personen, belast met het uitvoeren van de noodzakelijke herstelwerkzaamheden, met gebruik van doeltreffende middelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, de getroffen zone. Deze werknemers en andere personen zijn niet langer dan strikt noodzakelijk voor het herstel van de veilige toestand in de desbetreffende zone aanwezig;

€ 2.250

d. zijn in aanvulling op afdeling 4 van hoofdstuk 2 doeltreffende waarschuwings- en andere communicatiesystemen beschikbaar ten behoeve van de signalering van een toegenomen risico voor de veiligheid en gezondheid en die voldoen aan het bepaalde bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8;

€ 900

e. voorkomen wordt dat anderen dan de personen, bedoeld in onderdeel c., de getroffen zone betreden.

€ 270

6

De werkgever zorgt ervoor dat bedrijfshulpverleners en hulpverleningsorganisaties als bedoeld in artikel 2.16 alsmede de werknemers, andere personen en diensten als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet, desgewenst kennis kunnen nemen van de maatregelen, bedoeld in het vierde lid.

€ 45

7

De informatie over de maatregelen, bedoeld in het zesde lid, omvat in ieder geval:

  • a. een beschrijving van de gevaren op grond van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2;

  • b. een beschrijving van de redelijkerwijs voorzienbare specifieke gevaren op grond van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, die kunnen ontstaan bij een ongewilde gebeurtenis;

  • c. een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen ter naleving van artikel 4.4, eerste, tweede en vierde lid;

  • d. een omschrijving van de procedures, bedoeld in het eerste lid.

4.7

veiligheid aan, op of in tankschepen

2

De werkzaamheden aan tankschepen, bestaande uit het schoonmaken, onderhouden, herstellen of verbouwen, het geheel of gedeeltelijk slopen, waarbij gevaar bestaat voor brand, explosie, vergiftiging, verstikking of bedwelming worden op veilige wijze verricht door of onder toezicht van een persoon die beschikt over voldoende deskundigheid.

€900*

3

Bij ministeriële regeling worden werkzaamheden aangewezen, die uitsluitend worden verricht, indien een gasdeskundige vooraf de gevaren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers heeft beoordeeld en een verklaring heeft afgegeven die voldoet aan een bij ministeriële regeling vast te stellen model.

€2.250

4

Een gasdeskundige als bedoeld in het derde lid, is in het bezit van een certificaat van vakbekwaamheid gasdeskundige, dat is afgegeven door de minister van SZW of een certificerende instelling.

€900*

5

Het certificaat van vakbekwaamheid gasdeskundige of een afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan de toezichthouder.

€45*

4.8

ontplofbare stoffen

1

Arbeid waarbij voor demolitie, zijnde het springen van objecten of materialen, of voor onderhoud, gebruik wordt gemaakt van stoffen die op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen voldoen aan de criteria voor indeling in de categorie “ontplofbaar”, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onder a, van die wet, wordt verricht volgens een vooraf opgesteld springplan of bij de verkenning naar, opsporing of winning van delfstoffen, een vooraf opgesteld programma. De inhoud van het springplan of programma bevat een deugdelijke beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, de daaraan verbonden gevaren en de wijze waarop deze gevaren zoveel mogelijk voorkomen of beperkt zullen worden.

€900

2

Demolitie- en onderhoudswerkzaamheden als bedoeld in het eerste lid worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid springmeester met betrekking tot de soort arbeid die wordt verricht dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling.

€900*

3

Werkzaamheden bestaande uit het springen van materialen ten behoeve van de opsporing of winning van delfstoffen als bedoeld in het eerste lid worden verricht door personen die in het bezit zijn van een getuigschrift van schietmeester dat is afgegeven door Onze Minister of een door Onze Minister daartoe aangewezen instelling.

€900*

4

Het springplan of programma, bedoeld in het eerste lid, het certificaat van vakbekwaamheid springmeester, bedoeld in het tweede lid, dan wel het getuigschrift van schietmeester, bedoeld in het derde lid of een afschrift daarvan zijn op de arbeidsplaats beschikbaar en worden desgevraagd getoond aan de toezichthouder.

€ 45*

4.8a

professioneel vuurwerk

1

Arbeid waarbij professioneel vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit tot ontbranding wordt gebracht, ten behoeve daarvan ter plaatse wordt opgebouwd, geînstalleerd, gemonteerd, geassembleerd, dan wel na ontbranding verwijderd, wordt verricht volgens een vooraf opgesteld werkplan, dat een deugdelijke beschrijving bevat van de uit te voeren werkzaamheden, de daaraan verbonden gevaren en de wijze waarop deze gevaren zoveel mogelijk voorkomen of beperkt zullen worden.

€ 2.250

2

De arbeid, bedoeld in het eerste lid, alsmede arbeid bestaande uit het bewerken van professioneel vuurwerk in een inrichting als bedoeld in artikel 3.2.1 van het Vuurwerkbesluit, wordt verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon, die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid professioneel vuurwerk dat is afgegeven door de minister van SZW of een certificerende instelling.

€ 900*

3

Het in het eerste onderscheidenlijk tweede lid bedoelde werkplan en certificaat van vakbekwaamheid of een afschrift daarvan zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan de toezichthouder.

€ 45*

4.8b

grenswaarden

3

Bij overschrijding van een wettelijke grenswaarde, worden, met inachtneming van artikel 4.9, onverwijld doeltreffende maatregelen genomen om de concentratie terug te brengen tot beneden die waarde.

€ 2.250

4

Zolang de maatregelen, bedoeld in het derde lid, nog niet volledig ten uitvoer zijn gelegd of niet tot een doeltreffende bescherming leiden, wordt de arbeid alleen voortgezet, indien doeltreffende maatregelen zijn genomen om schade aan de gezondheid van de werknemers te voorkomen.

€ 2.250

4.9

arbeidshygiënisch strategie

1

Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, blijkt dat er gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers bestaat dan wel dat er sprake is van hinder voor deze, zijn doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat de werknemers bij hun arbeid kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen in zodanige mate, dat hun veiligheid in gevaar kan worden gebracht, of dat schade kan worden toegebracht aan hun gezondheid of aan de werknemers hinder kan worden veroorzaakt.

€2.250

2

Ter naleving van het eerste lid zijn zodanige technische of organisatorische maatregelen genomen, dat het gevaar voor blootstelling zoveel mogelijk bij de bron daarvan wordt voorkomen of teruggebracht tot een niveau waarop geen schade aan de gezondheid kan optreden of waarbij aan de werknemers zo weinig mogelijk hinder wordt veroorzaakt.

€2.250

3

Voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is worden bij de toepassing van het tweede lid gevaarlijke stoffen vervangen door stoffen waarbij de werknemers, gelet op de eigenschappen van die stoffen, de aard van de arbeid, de werkmethoden en de werkomstandigheden, niet of minder gevaar voor hun veiligheid of gezondheid worden blootgesteld of waarbij aan de werknemers zo weinig mogelijk hinder wordt veroorzaakt.

€2.250

4

Voor zover het op doeltreffende wijze voorkomen van blootstelling door het nemen van de maatregel, bedoeld in het derde lid, redelijkerwijs niet mogelijk is, vindt voor de toepassing van het tweede lid, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is, de productie en het gebruik van gevaarlijke stoffen plaats in een gesloten systeem.

€2.250

5

Voor zover het op doeltreffende wijze voorkomen van blootstelling door het nemen van maatregelen als bedoeld in het derde of vierde lid redelijkerwijs niet mogelijk is en de blootstelling wordt veroorzaakt doordat de lucht op plaatsen, waar werknemers in verband met de arbeid verblijven, wordt verontreinigd door die stoffen, wordt de verontreinigde lucht op doeltreffende wijze afgevoerd.

€2.250

6

Voor zover het op doeltreffende wijze voorkomen van blootstelling door het nemen van maatregelen als bedoeld in het tweede lid redelijkerwijs niet mogelijk is en de blootstelling op andere wijze dan in het vijfde lid bedoeld wordt veroorzaakt, worden in aanvulling op de maatregelen, bedoeld in artikel 4.3a, maatregelen genomen om blootstelling van werknemers te beperken tot een zo laag mogelijk niveau als redelijkerwijs uitvoerbaar is door zoveel mogelijk mens en bron te scheiden.

€2.250

7

Voor zover het op doeltreffende wijze afvoeren van de verontreinigde lucht, bedoeld in het vijfde lid, in verband met de aard van de arbeid of met de werkomstandigheden redelijkerwijs niet mogelijk is, worden de maatregelen, bedoeld in het zesde lid, genomen.

€2.250

8

Indien het redelijkerwijs niet mogelijk is om de blootstelling van werknemers te voorkomen of te beperken tot een voldoende laag niveau door middel van de in het zesde of zevende lid bedoelde maatregelen, worden aan de werknemers die worden of kunnen worden blootgesteld, persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€2.250*

9

Indien de werkzaamheden worden verricht met gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen overeenkomstig het achtste lid, mag dit niet blijvend op deze wijze geschieden en wordt de duur van het dragen daarvan voor ieder van deze werknemers tot het strikt noodzakelijke beperkt.

€900

4.10

ventilatie

1

Indien op grond van artikel 4.9, vijfde lid, verontreinigde lucht wordt afgevoerd, is gelijktijdig voldoende toevoer van nietverontreinigde lucht gewaarborgd.

€1.350

4.10a

onderzoek

1

Iedere werknemer die voor de eerste keer wordt belast met werkzaamheden die blijkens de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, gevaren kunnen opleveren voor de veiligheid of gezondheid, wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van die werkzaamheden een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€ 45

2

Indien bij een werknemer een aandoening wordt geconstateerd die het gevolg zou kunnen zijn van blootstelling aan gevaarlijke stoffen, worden werknemers, die op soortgelijke wijze zijn blootgesteld, tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€ 45

4

Een werknemer als bedoeld in het eerste lid wordt geïnformeerd over de wijze waarop hij na beÎindiging van de blootstelling in de gelegenheid wordt gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€ 45

4.10b

onderzoek en biologische grenswaarden

1

Iedere werknemer die wordt of kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen waarvoor een biologische grenswaarde als bedoeld in artikel 4.8b, tweede lid, is vastgesteld, wordt in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan:

  • a) vóór de aanvang van de blootstelling;

  • b) bij het overschrijden van bij ministeriële regeling vastgestelde concentratiewaarden;

  • c) in een bij ministeriÎle regeling vastgestelde frequentie van onderzoek.

€ 45

2

Het onderzoek als bedoeld in het eerste lid omvat onder meer een onderzoek naar het gehalte van de betreffende stof in het bij de biologische grenswaarde, bedoeld in artikel 4.8b, tweede lid, vastgestelde biologische medium.

€ 45

4.10c

uitvoering en inhoud van onderzoek

2

Aan de arbodienst worden alle gegevens ter beschikking gesteld die nodig zijn om de blootstelling van de werknemers aan gevaarlijke stoffen te kunnen beoordelen en te kunnen adviseren over de periodiciteit en inhoud van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, de te nemen preventieve maatregelen of persoonlijke beschermende maatregelen.

€ 45

4.10d

dossiers en registratie

4

De resultaten van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek worden in passende vorm geregistreerd en voor iedere werknemer tot ten minste 40 jaar na beëindiging van diens blootstelling aan gevaarlijke stoffen bewaard, evenals de lijst van werknemers, bedoeld in artikel 4.15, en het register van blootgestelde werknemers, bedoeld in artikel 4.53, eerste lid.

€ 45

5

In geval de werkzaamheden in het bedrijf of de inrichting van de werkgever gedurende de termijn van 40 jaar, bedoeld in het vierde lid, worden gestaakt, worden de in het vierde lid bedoelde documenten overgedragen aan de toezichthouder.

€ 45

4.10e

voorlichting en onderricht

1

Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar bestaat voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen wordt voorlichting en onderricht gegeven, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan:

  • a) de mogelijke gevaren voor de gezondheid die zijn verbonden aan het werken met gevaarlijke stoffen op grond van de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2;

  • b) de aard van de blootstelling, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid;

  • c) de grenswaarden en de maatregelen bij overschrijding van deze waarden als bedoeld in de artikelen 4.8b, 4.16 en 4.46;

  • d) de te treffen voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen of te beperken;

  • e) de te treffen voorzorgsmaatregelen om zoveel mogelijk te voorkomen dat zich met betrekking tot gevaarlijke stoffen een ongewilde gebeurtenis voordoet;

  • f) de hygiënische maatregelen;

  • g) het dragen en gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen;

  • h) de te nemen maatregelen in geval zich een ongewilde gebeurtenis voordoet met gevaarlijke stoffen.

€ 270

3

De wijze van voorlichting en onderricht is afgestemd op de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2.

€ 270

4

De voorlichting en het onderricht worden geactualiseerd indien gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

€ 270

afdeling 2

aanvullende voorschriften kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen

4.13

nadere voorschriften inventarisatie en evaluatie

Indien arbeid wordt verricht waarbij werknemers als gevolg van hun werk worden of kunnen worden blootgesteld aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen, worden met betrekking tot deze stoffen of processen die, gelet op de aard van de bedrijvigheid, met enige regelmaat aanwezig zijn of worden toegepast, in ieder geval de volgende gegevens opgenomen in de ri&e:

  • a) met betrekking tot de identiteit:

    • 1. In geval van een enkelvoudige stof: de chemische naam of namen, dan wel het CAS-nummer of het nummer waaronder die stof is opgenomen in de lijst van stoffen bedoeld in bijlage 1 bij Richtlijn nr. 67/548/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1967 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuurlijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG L 196)

    • 2. In geval van een meervoudige stof: de handelsnaam of namen alsmede de chemische naam of namen en de gewichtspercentages van de component die aanleiding geeft tot indeling van de stof in de categorie carcinogeen of de categorie mutageen

    • 3. In geval van een proces: de beschrijving van het proces en de chemische naam van de stoffen die daarbij vrijkomen

  • b) de reden waarom het gebruik van een kankerverwekkende stof of het toepassen van een kankerverwekkend proces voor het verrichten van de arbeid strikt noodzakelijk is en vervanging technisch niet uitvoerbaar is

  • c) een aanduiding van de organisatorische eenheid of eenheden binnen het bedrijf of de inrichting waar een kankerverwekkende of mutagene stof pleegt voor te komen of een kankerverwekkend proces pleegt te worden toegepast

  • d) de benaming van het gevaar of de gevaren van de kankerverwekkende of mutagene stof of het kankerverwekkende proces

  • e) de hoeveelheid van de kankerverwekkende of mutagene stof die per jaar pleegt te worden vervaardigd of gebruikt dan wel aanwezig pleegt te zijn in verband met de opslag, respectievelijk de frequentie waarmee een proces per jaar pleegt te worden toegepast

  • f) de soort arbeid die met de kankerverwekkende of mutagene stof pleegt te worden verricht of waarbij het kankerverwekkend proces pleegt te worden toegepast

  • g) het aantal werknemers dat aan een kankerverwekkende of mutagene stof of een kankerverwekkend proces pleegt te worden blootgesteld of kan worden blootgesteld

  • h) de wijze waarop de onder g bedoelde werknemers aan een kankerverwekkende of mutagene stof of een kankerverwekkend proces plegen te worden blootgesteld of kunnen worden blootgesteld.

€225

4.15

lijst van werknemers

1

Er wordt een lijst bijgehouden van werknemers die belast zijn met werkzaamheden die, blijkens de beoordeling bedoeld in artikel 4.2 gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid, onder vermelding van de blootstelling die zij hebben ondergaan, voorzover hierover gegevens beschikbaar zijn.

€45

2

Iedere werknemer heeft recht op inzage in de gegevens die in voornoemde lijst met betrekking tot hem zijn opgenomen.

€45

4.16

grenswaarden

2

Bij overschrijding van een grenswaarde worden, met inachtneming van de artikelen 4.17 en 4.18, onverwijld doeltreffende maatregelen genomen om die concentratie terug te brengen tot beneden die waarde.

€2.250

3

Zolang de maatregelen, bedoeld in het tweede lid nog niet volledig ten uitvoer zijn gelegd of niet tot een doeltreffende bescherming leiden, mag de arbeid alleen worden voortgezet, indien doeltreffende maatregelen zijn genomen om schade aan gezondheid van werknemers te voorkomen.

€2.250

4.17

voorkomen van blootstelling; vervangen

Zodanige technische en organisatorische maatregelen zijn genomen dat het gevaar van blootstelling van werknemers aan kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen zoveel mogelijk bij de bron daarvan wordt voorkomen, met name door kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen - voorzover dit technisch uitvoerbaar is - te vervangen door stoffen of processen waarbij de werknemers, gelet op de eigenschappen van die stoffen of processen, de aard van de arbeid, de werkmethoden en de werkomstandigheden, niet of minder aan gevaar voor hun veiligheid of gezondheid worden blootgesteld.

€2.250

4.18

voorkomen of beperken van blootstelling

1

Als uit beoordeling (artikel 4.2, eerste lid) blijkt dat er gevaar voor de gezondheid van werknemers bestaat en dat het op doeltreffende wijze voorkomen van blootstelling door het nemen van maatregelen als bedoeld in artikel 4.17 technisch niet uitvoerbaar is, wordt het gevaar van blootstelling, voorzover dit technisch uitvoerbaar is, bij de bron daarvan voorkomen of teruggebracht tot een niveau waarop geen schade aan de gezondheid kan optreden, met name door de productie en het gebruik van kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen plaats te doen vinden in een gesloten systeem.

€2.250

2

Indien het voorkomen van blootstelling of het terugbrengen van blootstelling tot een niveau waarop geen schade aan de gezondheid kan optreden als bedoeld in het eerste lid technisch niet uitvoerbaar is, worden kankerverwekkende of mutagene stoffen op doeltreffende wijze aan de bron verwijderd, onder meer door plaatselijke afvoer van de lucht, zo nodig aangevuld door algemene ventilatie waarbij gelijktijdig voldoende toevoer van niet-verontreinigde lucht is gewaarborgd, zonder dat hierbij gevaar ontstaat voor de volksgezondheid en het milieu.

€2.250

3

Indien de in het tweede lid bedoelde maatregelen technisch niet uitvoerbaar zijn, worden maatregelen genomen om blootstelling van werknemers te beperken tot een zo laag mogelijk niveau als technisch uitvoerbaar is door zoveel mogelijk mens en bron te scheiden.

€2.250

4

Indien het technisch niet uitvoerbaar is om blootstelling van werknemers te voorkomen of te beperken tot een voldoende laag niveau door middel van de in het derde lid bedoelde maatregelen, worden aan de werknemers die worden of kunnen worden blootgesteld persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€2.250*

5

Indien de werkzaamheden worden verricht met gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen overeenkomstig het vierde lid, mag dit niet blijvend op deze wijze geschieden en wordt de duur van het dragen daarvan voor ieder van deze werknemers tot het strikt noodzakelijke beperkt.

€900

4.19

beperken van blootstelling

In alle gevallen waarin arbeid wordt verricht waarbij werknemers als gevolg van hun werk kunnen worden blootgesteld aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen, worden de volgende maatregelen genomen om blootstelling van werknemers te voorkomen of te beperken tot een zo laag mogelijk niveau:

a) de werknemers die worden of kunnen worden blootgesteld zijn voldoende vertrouwd met de aard van hun werkzaamheden en hebben voldoende kennis van gevaren die aan de blootstelling zijn verbonden en van de voorzieningen die zijn getroffen of door hen moeten worden getroffen om die gevaren te voorkomen of te beperken

€900*

b) voorkomen wordt dat gevarenzones worden betreden door anderen dan de werknemers of andere personen die zones in verband met hun arbeid moeten betreden

€675

c) gevarenzones worden gemarkeerd door middel van waarschuwings- en veiligheidssignalen als bedoeld in artikel 8.4

€270

d) gebruikt wordt gemaakt van doeltreffende middelen voor veilig opslaan, hanteren en vervoeren van kankerverwekkende of mutagene stoffen door gebruik van hermetisch gesloten en duidelijk zichtbaar gemaakte houders

€2.250

e) gebruik wordt gemaakt van doeltreffende middelen voor het veilig verzamelen, opslaan en verwijderen van afvalstoffen, met inbegrip van het gebruik van hermetisch gesloten en duidelijk zichtbaar gekenmerkte houders.

€2.250

4.20

hygiënische beschermingsmaatregelen

1

Zones zijn ingericht waar de werknemers zonder gevaar voor blootstelling kunnen eten en drinken.

€675

2

Indien de kans op blootstelling bestaat wordt aan werknemers werkkleding ter beschikking gesteld die voldoet aan de artikelen 8.1, 8.2 en 8.3 en die door de werknemers bij de arbeid steeds wordt gedragen.

€675*

3

In aanvulling op artikel 3.22 wordt de werkkleding op een andere plaats opgeborgen dan de overige kleding.

€675*

4

In aanvulling op artikel 3.23 zijn voor de werknemers doelmatige wasgelegenheden en doucheruimten beschikbaar.

€675

5

Persoonlijke beschermingsmiddelen worden volgens instructie op de daartoe aangewezen plaats bewaard en na ieder gebruik gecontroleerd.

€675*

Voor de feiten in dit artikel kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

4.23

uitvoering en inhoud van arbeidsgezondheidskundig onderzoek

2

De arbodienst heeft recht op inzage in de lijst van blootgestelde werknemers die zijn belast met werkzaamheden met blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen (o.b.v. artikel 4.15). Hem staan voorts alle gegevens ter beschikking die hij nodig heeft om de blootstelling te kunnen beoordelen en te kunnen adviseren over de periodiciteit en de inhoud van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, de te nemen preventieve maatregelen of persoonlijk beschermende maatregelen.

€45

4.24

Dossiers en registratie

4

De resultaten van arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 4.22 worden in passende vorm geregistreerd.

€ 452)

Deze gegevens worden voor iedere werknemer tot ten minste 40 jaar na beëindiging van diens blootstelling aan kankerverwekkende stoffen of processen bewaard.

€ 452)

De in artikel 4.15 bedoelde lijst van aan kankerverwekkende stoffen blootgestelde werknemers, wordt voor iedere werknemer tot ten minste 40 jaar na beëindiging van diens blootstelling aan kankerverwekkende stoffen of processen bewaard.

€ 452)

Het in artikel 4.53, eerste lid, bedoelde register voor blootstelling aan asbeststof, wordt voor iedere werknemer tot ten minste 40 jaar na beëindiging van diens blootstelling aan asbest bewaard.

€ 452)

5

In geval de werkzaamheden in het bedrijf of de inrichting van de werkgever gedurende de termijn van 40 jaar, bedoeld in artikel 4.24, vierde lid, worden gestaakt, worden de bedoelde documenten overgedragen aan de Arbeidsinspectie.

€ 452)

afdeling 4

benzeen en gechloreerde koolwaterstoffen

4.36

verbod van benzeen en gechloreerde koolwaterstoffen

2

Indien van benzeen of van een product waarvan het gehalte aan benzeen meer dan één volumeprocent bedraagt gebruik wordt gemaakt anders dan als oplos-, reinigings-, of verdunningsmiddel, wordt dit zoveel mogelijk uitgevoerd in een gesloten systeem.

€2.250

3

Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van tetrachloorkoolstof, pentachloorethaan en 1,1,2,2-tetrachloorethaan, alsmede ten aanzien van een product waarvan het gehalte aan één van de vorengenoemde stoffen meer dan één volumeprocent bedraagt.

€2.250

afdeling 5

aanvullende voorschriften asbest

4.45

voorkomen of beperken van blootstelling

1

De concentratie van asbeststof in de lucht word zo laag mogelijk gehouden.

€2.250

2

Ter naleving van het eerste lid worden de volgende maatregelen genomen:

a) gebouwen , installaties en uitrustingen die dienen voor het bewerken of het verwerken van asbest of van asbesthoudende producten worden zoveel mogelijk vrij van stof gehouden;

*

b) asbest als grondstof wordt opgeborgen en vervoerd in een daartoe geschikte en gesloten verpakking;

*

c) afvalstoffen, ontstaan als gevolg van het bewerken of verwerken van asbest of van asbesthoudende producten, worden zo spoedig mogelijk verzameld en afgevoerd in een daartoe geschikte en gesloten verpakking, voorzien van een etiket met de duidelijke en goed leesbare vermelding dat de inhoud daarvan asbest bevat;

*

d) bij het uitvoeren van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden worden geen elektrisch of pneumatisch aangedreven verspanende werktuigen met een toerental hoger dan 100 omwentelingen per minuut of met een lineaire zaagsnelheid groter dan 25 meter per minuut gebruikt.

*

4.46

grenswaarde

1

De concentratie van asbeststof in de lucht mag de grenswaarde van 0,30 vezel per kubieke centimeter, vastgesteld, berekend of gemeten over een referentieperiode van 8 uur, niet overschrijden.

€2.250

2

Bij overschrijding van deze grenswaarde worden zo spoedig mogelijk doeltreffende maatregelen genomen om de concentratie terug te brengen tot beneden die waarde.

€2.250

3

Nadat de maatregelen zijn genomen wordt de concentratie gemeten overeenkomstig artikel 4.50, tweede lid.

€450

5

Zolang genomen maatregelen om de concentratie terug te brengen nog niet volledig ten uitvoer zijn gelegd of niet tot een doeltreffende bescherming leiden, mag arbeid op de betreffende arbeidsplaats alleen worden voortgezet indien betrokken werknemers doeltreffend zijn beschermd tegen blootstelling aan asbeststof.

€2.250*

4.47

gevallen waarin overschrijding grenswaarde kan worden verwacht

1

Indien, gelet op de aard van de werkzaamheden, overschrijding van de in artikel 4.46, eerste lid, genoemde grenswaarde kan worden verwacht en technische maatregelen ter beperking van de blootstelling van de werknemers redelijkerwijs niet uitvoerbaar zijn, mag tot het verrichten van deze werkzaamheden slechts worden overgegaan, indien doeltreffende maatregelen ter bescherming van de betrokken werknemers zijn genomen.

€2.250*

3

Tot de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, behoren in ieder geval:

*

a) het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen, waarbij de duur van het dragen daarvan tot het strikt noodzakelijke wordt beperkt;

b) het aanbrengen van waarschuwingsborden die voldoen aan het bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8 bepaalde, ter aanduiding dat een overschrijding van de in artikel 4.46, eerste lid, genoemde grenswaarde kan worden verwacht.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

Indien uitsluitend onderdeel 3b) ten laste wordt gelegd, geldt een boetenormbedrag van € 270. In andere gevallen wordt het boetenormbedrag bij het eerste lid gehanteerd (€ 2.250).

4.49

melding

1

Aan de toezichthouder wordt schriftelijk gemeld:

  • a) de soorten asbest of asbesthoudende producten alsmede de hoeveelheid van ieder van deze soorten of producten die worden gebruikt, bewerkt of verwerkt

  • b) de werkzaamheden die met asbest of asbesthoudende producten worden verricht, alsmede de werkmethoden

  • c) de vervaardigde producten.

€900

2

Indien het voornemen bestaat om in de gegevens, bedoeld in het eerste lid, belangrijke wijzigingen aan te brengen, wordt dit voornemen schriftelijk aan de toezichthouder gemeld.

€900

4.50

nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie

1

De concentratie van asbeststof in de lucht waaraan de werknemers in verband met de arbeid worden blootgesteld, wordt, in het kader van de ri&e, ten minste eenmaal in de drie maanden door middel van het nemen van monsters gemeten en voorts telkens wanneer zich een verandering in de werkmethoden en de omstandigheden van de blootstelling voordoet.

Deze frequentie mag worden teruggebracht tot eenmaal per jaar, indien er geen verandering in de werkmethoden en de omstandigheden van de blootstelling heeft plaatsgevonden en uit de twee opeenvolgende voorafgaande metingen is gebleken dat de concentratie van asbeststof in de lucht niet meer bedroeg dan helft van de in artikel 4.46 genoemde grenswaarde.

€450

2

De metingen en monsterneming worden uitgevoerd volgens een bij ministeriële regeling vast te stellen methode ofwel een andere methode indien deze gelijkwaardige resultaten oplevert.

€450

4

De metingen, bedoeld in het eerste lid, worden regelmatig volgens een tevoren opgesteld plan uitgevoerd, waarbij de monsterneming representatief is voor de blootstelling van de werknemers aan asbeststof.

€450

7

De monsterneming wordt zodanig uitgevoerd dat hetzij door meting hetzij door berekening, gewogen in de tijd, de blootstelling van werknemers aan asbeststof kan worden vastgesteld die representatief is voor een referentieperiode van 8 uur.

€450

8

Het nemen van monsters wordt uitgevoerd door personeel dat daarvoor de vereiste deskundigheid bezit.

€900

9

De daaropvolgende monsteranalyse wordt uitgevoerd in laboratoria die adequaat toegerust zijn voor deze analyse, alsmede ervaring hebben met de vereiste identificatietechnieken.

€900

4.51

hygiënische beschermingsmaatregelen

1

De werkkleding mag uitsluitend buiten het bedrijf of de inrichting worden gebracht indien dit geschiedt met het doel deze te laten reinigen in daartoe adequaat uitgeruste wasserijen.

€675*

2

In gevallen, als bedoeld in het eerste lid, wordt de werkkleding in daartoe geschikte en gesloten verpakking vervoerd.

€675*

3

Wanneer beschermende uitrusting wordt verstrekt, wordt deze op een daartoe aangewezen plaats bewaard en na ieder gebruik gecontroleerd en gereinigd. Defecte uitrusting mag niet worden gebruikt.

€675*

4.52

arbeidsgezondheidskundig onderzoek

1

Zolang de blootstelling aan asbeststof duurt, worden, in aanvulling op artikel 4.10a, derde lid, de betrokken werknemers ten minste éénmaal in de drie jaar opnieuw in gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 4.10a te ondergaan.

€45

3

Indien het resultaat van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 4.10a, daartoe aanleiding geeft, worden doeltreffende maatregelen genomen om schade voor de gezondheid van de betrokken werknemer door blootstelling aan asbeststof te voorkomen.

€2.250

4

Aan de arbodienst wordt inzage gegeven in gegevens die in het register, bedoeld in artikel 4.53, zijn vermeld.

€45

4.53

registratie

1

Van iedere werknemer die in verband met de arbeid wordt blootgesteld aan asbeststof wordt aantekening gehouden in een register, waabij de aard en de duur van de arbeid alsmede de mate van de blootstelling worden vermeld.

€45

2

Iedere werknemer wordt in kennis gesteld van zijn persoonlijke gegevens in het register.

€45

4.54

slopen asbest en crocidoliet

2

In afwijking van artikel 4.45, tweede lid, onder d, kunnen bij het uitvoeren van asbestsloop en- verwijderingswerkzaamheden elektrisch of pneumatisch aangedreven verspanende werktuigen worden gebruikt met een toerental hoger dan 100 omwentelingen per minuut of met een lineaire zaagsnelheid groter dan 25 meter per minuut, mits deze zijn voorzien van een afzuigsysteem of een andere voorziening, zodanig dat de concentratie van asbest- of crocidolietstof in de lucht, bedoeld in artikel 4.55, eerste lid, onder d, niet wordt overschreden.

€2.250

3

Voor het slopen van gebouwen, constructies, apparatuur, installaties en transportmiddelen waarin asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten is respectievelijk zijn verwerkt, geldt dat voordat met de werkzaamheden wordt begonnen de locatie, de datum en het tijdstip waarop de werkzaamheden zullen worden verricht, tijdig gemeld moeten zijn aan de toezichthouder.

€ 900

4

Voorts wordt, voordat met de hiervoor genoemde werkzaamheden wordt begonnen, een schriftelijk werkplan opgesteld dat doeltreffende maatregelen bevat ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de betrokken werknemers.

€ 900

5

De werkzaamheden worden verricht door of onder toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid verwijderen asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door de minister van SZW of een certificerende instelling.

€ 900*

6

Het werkplan en het certificaat van vakbekwaamheid verwijderen asbest en crocidoliet als bedoeld in respectievelijk het vierde en vijfde lid, zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan de toezichthouder.

€45*

4.55

werkplan

2

Het slopen of het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten, dan wel van crocidoliet of van crocidoliethoudende producten wordt uitgevoerd volgens het in artikel 4.55, eerste lid, bedoelde werkplan.

€2.250

4.56

crocidoliet

2

De concentratie van crocidolietstof in de lucht waaraan de werknemers - in verband met het uitvoeren van laboratoriumonderzoek, het maken van aanboringen of het uitvoeren van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan en het ten behoeve van doorvoer naar een andere EER-lidstaat in voorraadhouden van crocidoliet en crocidoliethoudende producten alsmede op de opslag en verwerking van crocidoliethoudend afval - worden blootgesteld, mag de grenswaarde van 0,1 vezel per kubieke centimeter, vastgesteld, berekend of gemeten over een referentieperiode van 8 uur, niet overschrijden.

€2.250

3

De bij de werkzaamheden vrijgekomen crocidoliethoudende materialen mogen niet worden opgeslagen tezamen met crocidolietvrije materialen en worden zo spoedig mogelijk verzameld en afgevoerd overeenkomstig artikel 4.45, tweede lid, onder c.

€2.250*

4.57

voorlichting en onderricht

1

Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar voor blootstelling aan asbeststof of crocidolietstof bestaat , wordt overeenkomstig een schriftelijk plan doeltreffende voorlichting en onderricht gegeven over:

  • a) de mogelijke gevaren voor de gezondheid van blootstelling aan asbeststof of crocidolietstof

  • b) de noodzaak van het toezicht op het asbestgehalte of crocidolietgehalte in de lucht en de daarvoor geldende grenswaarden

  • c) de maatregelen inzake de persoonlijke en werkhygiëne

  • d) de maatregelen om blootstelling aan asbeststof en crocidolietstof zo laag mogelijk te houden.

€270

2

Aan werknemers die asbest(producten), dan wel crocidoliet(producten) slopen of verwijderen wordt in aanvulling op het eerste lid, overeenkomstig een schriftelijk plan, doeltreffende voorlichting en doeltreffend onderricht gegeven over aan voornoemde werkzaamheden verbonden gevaren voor de gezondheid en over de wijze waarop die gevaren zoveel mogelijk kunnen worden beperkt.

€270

afdeling 6

specifieke gezondheidsschadelijke stoffen

4.61

zandstraalverbod

3

Het ontzanden mag slechts plaatsvinden in voor dat doel bestemde gesloten toestellen of ruimten.

€1.350*

4

Het bij het ontzanden ontstane stof moet op doelmatige wijze worden afgezogen, uit de luchtstroom afgescheiden en verzameld.

€1.350*

5

De bij het ontzanden afgezogen lucht mag niet worden afgevoerd naar een ruimte waarin personen moeten verblijven.

€ 1.350*

afdeling 6a

vluchtige organische stoffen

4.62b

voorkomen van blootstelling; vervangen

Ten aanzien van bij ministeriële regeling aangewezen werkzaamheden wordt het gevaar van blootstelling van werknemers aan vluchtige organische stoffen zoveel mogelijk voorkomen door vluchtige organische stoffen te vervangen door onschadelijke of minder schadelijke stoffen of door producten die vluchtige organische stoffen bevatten te vervangen door bij ministeriële regeling ten aanzien van die werkzaamheden aangewezen producten.

€2.250

afdeling 7

loodwit

4.79

schriftelijke voorlichting

Aan werknemers die met loodhoudende materialen of producten schilderwerk verrichten, dat niet op grond van artikel 4.78 is verboden, wordt, in aanvulling op artikel 4.10e, schriftelijk en adequaat voorlichtingsmateriaal verschaft over de bij die werkzaamheden in acht te nemen voorzorgsmaatregelen.

€270

4.80

wasgelegenheden en doucheruimten

In aanvulling op artikel 3.23, zijn voor de werknemers die werkzaamheden verrichten, bestaande uit het aanbrengen of verwijderen van loodhoudende materialen of producten, doelmatige wasgelegenheden en doucheruimten beschikbaar.

€675

afdeling 9

biologische agentia

4.85

nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie

Indien een werknemer een gerede kans loopt aan een of meer specifiek bij zijn arbeid voorkomende of naar verwachting voorkomende biologische agentia te worden blootgesteld, wordt, in het kader van de ri&e, de aard, de mate en de duur van de blootstelling beoordeeld teneinde het gevaar voor de werknemer te beperken. Deze beoordeling geschiedt met inachtneming van met name:

  • a) de categorie of categorieën, waarin de biologische agentia waaraan werknemers kunnen worden blootgesteld, zijn ingedeeld

  • b) informatie over ziekten die werknemers kunnen oplopen of al hebben opgelopen als gevolg van blootstelling aan biologische agentia

  • c) mogelijke allergische of vergiftigingseffecten die de werknemers als gevolg van blootstelling aan biologische agentia ondervinden of kunnen ondervinden

  • d) de resultaten van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, bedoeld in artikel 4.91, alsmede de ziekten waarvan bekend is dat een werknemer hieraan lijdt en de medicijnen waarvan bekend is dat die door een werknemer worden gebruikt, een en ander in statistische, niet tot individuen herleidbare vorm.

€450

4.86

gevolgen categorie-indeling

3

In alle, niet in artikel 4.86, eerste en tweede lid bedoelde gevallen, wordt bij de arbeid de grootst mogelijke zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid in acht genomen en worden de noodzakelijke hygiÎnische voorzieningen getroffen.

€450*

4.87

voorkomen of beperken van de blootstelling

1

Doeltreffende maatregelen worden genomen om te voorkomen dat werknemers tijdens hun arbeid kunnen worden blootgesteld aan biologische agentia in een zodanige mate dat schade kan worden toegebracht aan hun veiligheid of gezondheid.

€2.250

2

Ter naleving van het eerste lid worden zodanige technische of organisatorische maatregelen genomen, dat het gevaar voor blootstelling aan biologische agentia zoveel mogelijk bij de bron daarvan wordt voorkomen, waaronder mede is begrepen het toepassen van agentia waarbij werknemers, gelet op de eigenschappen van die agentia, de aard van de arbeid, de werkmethoden en de werkomstandigheden, aan zo min mogelijk gevaar voor hun veiligheid en gezondheid worden blootgesteld.

€2 250

3

Voor zover het op doeltreffende wijze voorkomen van blootstelling door het nemen van maatregelen als bedoeld in het tweede lid redelijkerwijs niet mogelijk is, worden de gevaren verbonden aan deze blootstelling zoveel als redelijkerwijs mogelijk is beperkt.

€2 250

4

Ter uitvoering van het derde lid worden ten minste de volgende maatregelen genomen:

a) de duur van de kans op blootstelling wordt zoveel mogelijk beperkt

b) het aantal werknemers dat gevaar loopt aan een of meer biologische agentia te worden blootgesteld is niet groter dan voor het verrichten van de arbeid strikt noodzakelijk is

c) er worden collectieve beschermingsmaatregelen genomen, en wanneer dit geen of geen afdoende bescherming biedt, worden persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld

*

d) bij de arbeid wordt de grootst mogelijke ordelijkheid en zindelijkheid betracht om te voorkomen, dan wel de kans te beperken dat een of meer biologische agentia buiten de arbeidsplaats terecht komen

*

e) biologische agentia worden zodanig bewaard en vervoerd en afvalstoffen worden op zodanige wijze verzameld, opgeslagen en verwijderd, zo nodig na passende behandeling en voorzien van een deugdelijk opschrift, dat de kans op blootstelling zoveel mogelijk wordt voorkomen, alsmede wordt voorkomen dat zij in handen van onbevoegden kunnen geraken

f) indien noodzakelijk en technisch mogelijk wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid op de werkplek van biologische agentia buiten de eerste fysieke omhulling

g) op de arbeidsplaats is een doeltreffende schriftelijke werkinstructie voor de werknemers voorhanden, waarvan ten minste deel uitmaken de bij arbeid in acht te nemen procedures, waaronder een regeling voor het veilig omgaan met en het vervoeren van biologische agentia binnen het bedrijf of de inrichting, alsmede een doeltreffend noodplan voor het geval zich ongevallen of incidenten met biologische agentia voordoen.

Voor het feit onder d) kan een werknemer uitsluitend worden beboete voor het niet gebruiken van de ter beschikking gesteld persoonlijke beschermingsmiddelen.

Bij ten laste legging te hanteren boetenormbedragen:

  • € 1.350 voor uitsluitend onderdeel 4d)

  • € 450 voor uitsluitend onderdeel 4f)

  • € 270 voor uitsluitend onderdeel 4g) m.b.t. het ontbreken van de werkinstructie

  • € 225 voor uitsluitend onderdeel 4g) m.b.t. het ontbreken van een doeltreffend noodplan

In alle andere gevallen wordt het boetenormbedrag bij het derde lid gehanteerd (€ 2.250).

Voor het feit onder c) kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

4.88

veiligheidssignalering

De plaatsen waar arbeid met biologische agentia wordt verricht, worden duidelijk afgebakend en gemarkeerd met een signaal dat voldoet aan artikel 8.4.

€270

4.89

hygiënische beschermingsmaatregelen

1

Op plaatsen waar gevaar bestaat voor blootstelling aan biologische agentia mag niet worden gerookt noch mag daar voedsel of drank worden genuttigd.

€675*

2

Werkkleding die voldoet aan artikelen 8.1, 8.2 en 8.3, wordt aan de werknemers ter beschikking gesteld en wordt bij de arbeid gedragen.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboete voor het niet gebruiken van de ter beschikking gesteld persoonlijke beschermingsmiddelen.

€675*

3

In aanvulling op artikel 3.23 zijn voor de werknemers doelmatige sanitaire voorzieningen beschikbaar met inbegrip van douches, oogdouches en huidantiseptica.

€675

4

Indien aan de werknemer persoonlijke beschermingsmiddelen worden verstrekt, worden deze op een daartoe aangewezen plaats bewaard en na ieder gebruik gecontroleerd en gereinigd.

€675*

5

In aanvulling op artikel 3.22 worden de werkkleding en andere persoonlijke beschermingsmiddelen waarin of waarop zich biologische agentia bevinden of kunnen bevinden, op een ander plaats opgeborgen dan de overige kleding.

€675

6

De in het vijfde lid bedoelde werkkleding en andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden uitsluitend buiten het bedrijf of de inrichting gebracht indien dit geschiedt met het doel deze te laten reinigen, ontsmetten of vernietigen.

€675

7

IIn gevallen, bedoeld in het zesde lid, worden de werkkleding en andere persoonlijke beschermingsmiddelen in een daartoe geschikte en gesloten verpakking vervoerd.

€675

4.90

registratie

1

In een register wordt bijgehouden welke werknemers arbeid met biologische agentia van categorie 3 en 4 verrichten.

€225

2

In dit register wordt tevens per werknemer geregistreerd welke werkzaamheden hij heeft verricht en, voor zover dit te bepalen is, aan welk biologisch agens of welke biologische agentia hij als gevolg van deze werkzaamheden of als gevolg van een incident of ongeval, is of mogelijkerwijs is blootgesteld.

€45

3

Het in het eerste lid bedoelde register wordt ten minste tien jaar na de laatste blootstelling of mogelijke blootstelling bewaard.

€45

4

Het register wordt een navenant langere tijd, doch niet meer dan veertig jaar na de laatste blootstelling bewaard, in geval een werknemer is blootgesteld of mogelijk is blootgesteld aan een biologisch agens dat infecties tot gevolg kan hebben die:

  • a) naar bekend is hardnekkig of latent kunnen zijn

  • b) op basis van de huidige stand van de techniek naar verwachting eerst jaren later kunnen worden onderkend

  • c) een lange incubatietijd hebben

  • d) ondanks behandeling steeds weer terugkeren, of

  • e) ernstige complicaties op langere termijn hebben.

€45

5

Iedere werknemer heeft recht op inzage in de hem betreffende gegevens uit het register.

€45

6

Aan de arbodienst wordt desgevraagd inzage verschaft in het register.

€45

4.91

onderzoek en vaccins

1

Iedere werknemer die arbeid verricht met biologische agentia wordt in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld bij de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€45

2

Iedere werknemer die een infectie of ziekte heeft opgelopen als gevolg van blootstelling aan een biologisch agens, wordt - in aanvulling op het eerste lid - tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€45

3

Iedere werknemer die aan eenzelfde biologisch agens is blootgesteld als gevolg waarvan een andere werknemer een infectie of ziekte heeft opgelopen, wordt - in aanvulling op het eerste lid - tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€45

5

Indien het resultaat van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek daartoe aanleiding geeft, worden doeltreffende maatregelen genomen om schade voor de gezondheid van de betrokken werknemer door blootstelling aan biologische agentia te voorkomen.

€2.250

6

Voor zover mogelijk worden aan iedere werknemer die nog niet immuun is voor de biologische agentia waaraan hij is of waarschijnlijk zal worden blootgesteld, doeltreffende vaccins ter beschikking gesteld. Daarbij wordt bijlage VII bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG in acht genomen.

€ 6752)

10

Iedere werknemer wordt geïnformeerd over de wijze waarop hij na beëindiging van de blootstelling in de gelegenheid wordt gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

€45

4.94

kennisgeving

1

Ten minste 30 dagen voordat voor de eerste maal arbeid met één of meer biologische agentia van categorie 2, 3 of 4 wordt verricht, wordt hiervan een schriftelijke kennisgeving aan de toezichthouder verzonden.

€900

3

Met inachtneming van het eerste lid wordt tevens kennis gegeven van arbeid met ieder volgend nieuw biologisch agens van categorie 3 en ieder volgend biologisch agens van categorie 4.

€900

5

De in dit artikel bedoelde kennisgeving wordt opnieuw gedaan indien er in de procédés of procedures veranderingen hebben plaatsgevonden die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, waardoor eerdere kennisgevingen zijn achterhaald.

€900

4.95

ongevallen of incidenten

De toezichthouder wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van ieder ongeval of incident dat zich heeft voorgedaan en heeft geleid of mogelijkerwijs heeft geleid tot het vrijkomen van één of meer biologische agentia van categorie 3 of 4.

€900

4.96

overdracht gegevens

In geval de werkgever de werkzaamheden beëindigt, worden het in artikel 4.90 bedoelde register en de resultaten van het in artikel 4.91 bedoelde arbeidsgezondheidskundig onderzoek - in geval deze bij de werkgever berusten - overgedragen aan de toezichthouder.

€45

4.97

gezondheidszorg en diergeneeskunde

1

In aanvulling op artikel 4.85 wordt bij de ri&e van gevaren, verbonden aan andere dan microbiologisch diagnostische arbeid in de gezondheidszorg en in de diergeneeskunde, aandacht besteed aan:

  • a) de onzekerheid omtrent de aanwezigheid van biologische agentia en de daaraan verbonden gevaren bij patiÎnten of dieren en in monsters of materiaal van patiÎnten of dieren

  • b) de aan de aard van het werk verbonden gevaren.

€225

2

Bij de in het eerste lid bedoelde arbeid worden ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de betrokken werknemers doeltreffende maatregelen genomen.

Deze bestaan in ieder geval uit:

  • a) het opstellen en bekend maken van ontsmettings- en desinfectieprocedures aan de betrokken werknemers

  • b) het opstellen en bekend maken van procedures voor een veilige omgang met en verwijdering van met biologische agentia besmet afvalmateriaal.

€270

4.98

beschermingsmaatregelen

In isolatieafdelingen met patiënten of dieren die besmet zijn of mogelijkerwijs besmet zijn met biologische agentia van categorie 3 of 4 worden passende beschermingsmaatregelen als bedoeld in bijlage V, kolom A, bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG, getroffen.

€2.250

4.99

beheersingsniveaus laboratoria en ruimten voor proefdieren

1

In laboratoria en in ruimten waarin zich dieren bevinden die opzettelijk zijn besmet met biologische agentia van de categorie 2, 3 of 4 dan wel dieren die drager zijn of mogelijk zouden kunnen zijn van biologische agentia van een van deze categorieÎn, worden afhankelijk van de inventarisatie en evaluatie, als bedoeld in artikel 4.85, tenminste respectievelijk de beheersingsniveaus 2, 3 en 4 van bijlage V bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG in acht genomen.

€2.250

2

Indien in de in het eerste lid bedoelde laboratoria arbeid wordt verricht met materiaal waarvan het onzeker is of zich hierin biologische agentia van categorie 2, 3 of 4 bevinden en de arbeid niet is gericht op het werken met biologische agentia, wordt ten minste beheersingsniveau 2 van bijlage V bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG, in acht genomen.

€2.250

4.100

beheersingsniveaus industriële procédés

1

In geval biologische agentia van de categorie 2, 3 of 4 worden gebruikt in industriële procédés, worden, afhankelijk van de resultaten van de inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 4.85, ten minste respectievelijk de beheersingsniveaus 2, 3,en 4 van bijlage VI bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG, in acht genomen.

Van industriële procédés is sprake indien de arbeid is gericht op het werken met biologische agentia van categorie 2, 3 of 4 in reactorvaten van tien liter of meer.

€2.250

4.101

beheersingsniveau van niet in bijlage III bij de richtlijn genoemde biologische agentia

Indien arbeid als bedoeld in de artikelen 4.99 en 4.100 wordt verricht met biologische agentia die niet op grond van bijlage III bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG in één van de in artikel 4.84, derde lid, bedoelde categorieën zijn ingedeeld, maar waarvan wel aanwijzingen bestaan dat deze agentia naar verwachting dienen te worden ingedeeld in categorie 3 of 4, wordt ten minste beheersingsniveau 3 van bijlage V respectievelijk VI bij EU-richtlijn nr. 2000/54/EG, in acht genomen.

€2.250

4.102

voorlichting en onderricht

Aan werknemers die arbeid verrichten als bedoeld in artikel 4.86, eerste en tweede lid, wordt voorlichting en onderricht gegeven, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan:

  • a) de mogelijke gevaren voor de gezondheid die zijn verbonden aan het werken met biologische agentia

  • b) de te treffen voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen

  • c) de te nemen actie in geval zich een ongeval voordoet met biologische agentia

  • d) de bestaande hygiÎnische voorschriften

  • e) het dragen en gebruiken van werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen.

€270

afdeling 10

bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers

4.106

deskundig toezicht bij arbeid met gevaarlijke stoffen (jeugdigen)

Jeugdige werknemers die:

  • a) arbeid verrichten met stoffen die voldoen aan de krachtens de artikelen 34, derde lid, en 39 van de Wet milieugevaarlijke stoffen vastgestelde criteria voor indeling:

    • 1. in één of meer van de categorieën ‘ontplofbaar’, ‘bijtend’ en ‘irriterend’

    • 2. in categorie ‘schadelijk’, indien deze stoffen tevens voldoen aan de bij of krachtens de Wet milieugevaarlijke stoffen vastgestelde criteria voor toekenning van R-zin ‘onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten’ (R40)

  • b) arbeid verrichten met persgassen, onder druk vloeibaar gemaakte gassen, door sterke temperatuur verlaging vloeibaar gemaakte gassen en opgeloste gassen

  • c) arbeid verrichten aan of met kuipen, bassins, leidingen of reservoirs, waarin zich een of meer van de onder a) of b) bedoelde stoffen of gassen bevinden

  • d) artikelen die ontplofbare stoffen bevatten, vervaardigen of hanteren, mogen deze arbeid slechts verrichten indien het deskundig toezicht zodanig is georganiseerd dat de gevaren die aan deze werkzaamheden zijn verbonden kunnen worden voorkomen. Indien dat niet mogelijk mogen deze werkzaamheden niet door jeugdige werknemers worden verricht.

€1.350

4.111

nadere voorschriften inventarisatie en evaluatie (thuiswerkers)

Met betrekking tot de in artikel 4.110, onder a), genoemde stoffen, met uitzondering van stoffen die uitsluitend voldoen aan de krachtens de artikelen 34, derde lid en 39 van de Wet milieugevaarlijke stoffen vastgestelde criteria voor indeling in de categorie ‘milieugevaarlijk’ wordt in het kader van de ri&e in ieder geval vastgesteld aan welke stoffen thuiswerkers worden of kunnen worden blootgesteld en wat de gevaren zijn die aan die stoffen zijn verbonden.

€225

4.112

verpakking en etikettering (thuiswerkers)

2

Op verpakking van een stof als bedoeld in artikel 4.112, eerste lid, worden de aanduidingen, welke voor die stof op grond van het voldoen aan de criteria voor indeling in de categorieÎn, genoemd in artikel 4.110, onder a), ten behoeve van de aflevering van die stof bij of krachtens Wet milieugevaarlijke stoffen zijn voorgeschreven, opvallend en goed leesbaar vermeld, met uitzondering van de aanduidingen die betrekking hebben op de categorie ‘milieugevaarlijk’.

€270

4.113

arbeidshygiënisch regime (thuiswerkers)

Doeltreffende maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat thuiswerkers bij hun arbeid kunnen worden blootgesteld aan stoffen in zodanige mate, dat schade kan worden toegebracht aan hun gezondheid of dat aan thuiswerkers hinder kan worden veroorzaakt.

€2.250

4.114

brandbestrijdingsmiddelen (thuiswerkers)

Indien met brandgevaarlijke stoffen wordt gewerkt, zijn in aanvulling op de regelgeving inzake de bedrijfshulpverlening, aan de thuiswerker deugdelijke en doelmatige middelen voor het blussen of doven van een brand ter beschikking gesteld.

€675

4.115

voorkomen, beperken van ongewilde gebeurtenissen (thuiswerkers)

1

Indien stoffen aanwezig zijn, die gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van thuiswerkers kunnen opleveren, zijn zodanige voorzieningen getroffen dat het gevaar, dat zich met betrekking tot die stoffen een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.

€2.250

2

Bij het verrichten van arbeid met stoffen als bedoeld in het eerste lid zijn zodanige voorzieningen getroffen, dat het gevaar, dat zich bij die arbeid een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.

€2.250

3

Voorts zijn in aanvulling op de bedrijfshulpverlening zodanige voorzieningen getroffen dat in geval zich een ongewilde gebeurtenis als bedoeld in het eerste respectievelijk tweede lid voordoet, de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt.

€1.800

Hoofdstuk 5

fysieke belasting afdeling 1 fysieke belasting

5.2

voorkomen gevaren

De arbeid wordt zodanig georganiseerd, de arbeidsplaats wordt zodanig ingericht, een zodanige productie en werkmethode wordt toegepast of zodanige hulp middelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, worden gebruikt, dat de fysieke belasting geen gevaren met zich kan brengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer.

€1 800

5.3

beperken gevaren en risico-inventarisatie en -evaluatie

1

Voor zover de in artikel 5.2 bedoelde gevaren redelijkerwijs met kunnen worden voorkomen, wordt de arbeid zodanig georganiseer, wordt de arbeidsplaats zodanig ingericht, wordt een zodanige productie en werkmethode toegepast en worden zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, gebruikt dat die gevaren zoveel als redelijkerwijs mogelijk is worden beperkt.

€1 800

2

bij de uitvoering hiervan worden in het kader van de ri&e bedoeld inartikel 5 Arbowet 1998, van de met inachtneming van bijlage l bij de Richtlijn nummer 90/269/EEG, de veiligheids- en gezondheidsaspecten van de fysieke belasting beoordeeld, waarbij met name gelet wordt op de kenmerken van de last, de vereiste lichamelijke inspanning, de kenmerken van de werkomgeving en de eisen van de taak.

€225

5.4

zitgelegenheid

1

Aan een werknemer die arbeid verricht, welke geheel of gedeeltelijk zittend kan worden uitgevoerd, is daartoe een doelmatige zitgelegenheid ter beschikking gesteld.

€270

2

Aan werknemers die arbeid verrichten, welke staande moeten worden uitgevoerd, doch waarbij het arbeidsproces hun toelaat van tijd tot tijd te gaan zitten, is een voldoende aantal doelmatige zitgelegenheden ter beschikking gesteld.

€270

5.5

voorlichting

1

Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij sprake is van het handmatig hanteren van lasten wordt doeltreffende voorlichting en onderricht gegeven over:

a) de wijze waarop lasten moeten wordan gehanteerd

b) de aan het handmatig hanteren van lasten verbonden gevaren voor hun veiligheid en gezondheid en de te nemen maatregelen om deze gevaren zoveel mogelijk te beperken.

€270

2

Aan de werknemers als bedoeld in artikel 5.5, eerste lid, wordt adequate informatie verstrekt over het gewicht van de te hanteren last en, wanneer het gewicht van de last niet gelijk verdeeld is, over het zwaartepunt of de zwaarste kant van die last.

€270

afdeling 2

beeldschermwerk

5.9

inventarisatie en evaluatie

1

in de ri&e als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998,moet specifieke aandacht worden besteed aan de gevaren voor het gezichtsvermogen en die van de fysieke en psychische belasting als gevolg van arbeid aan een beeldscherm.

€225

2

Op basis van de uitkomsten van de inventarisatie als bedoeld in artikel 5.9, eerste lid moeten doeltreffende maatregelen worden genomen om de desbetreffende gevaren te ondervangen, rekening houdend met de gevolgen van die gevaren en de onderlinge samenhang daartussen.

€900

5.10

dagindeling van de arbeid

De arbeid aan een beeldscherm is zodanig georganiseerd dat deze arbeid telkens na ten hoogste twee achtereenvolgende uren wordt afgewisseld door andersoortige arbeid of door een rusttijd, zodanig dat de belasting van het verrichten van de arbeid aan een beeldscherm wordt verlicht.

€270

5.11

maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers

1

ledere werknemer die voor de eerste keer belast wordt met arbeid aan een beeldscherm wordt, in aanvulling opartikel 18 Arbowet 1998in de gelegenheid gesteld om voor aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek heeft in ieder geval betrekking op de ogen en het gezichtsvermogen.

€45

2

De werknemer wordt opnieuw in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 5.11, eerste lid, te ondergaan, indien zich bij hem gezichtsstoornissen voordoen die het gevolg kunnen zijn van arbeid aan een beeldscherm.

€45

3

Indien de resultaten van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken als bedoeld in artikel 5.11, eerste en tweede lid, dit vereisen, wordt de betrokken werknemer in de gelegenheid gesteld een oftalmologisch onderzoek te ondergaan.

€45

4

Indien resultaten van de onderzoeken als hedoeld in artikel 5.11, eerste tot en met het derde lid, dit vereisen en normale oogcorrectiemiddelen niet kunnen worden gebruikt, worden aan de betrokken werknemer speciale, met de desbetreffende arbeid verband houdende oogcorrectiemiddelen verstrekt.

€135

afdeling 3

bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers werkplekvoorzieningen (thuiswerkers)

5.15

werkplekvoorzieningen (thuiswerkers)

1

De arbeidsplaats van een thuiswerker is zodanig ingericht dat de arbeid zoveel mogelijk zittend op ergonomisch verantwoorde wijze kan worden verricht. Daartoe zijn een doelmatige zitgelegenheid en een doelmatig werkblad of een doelmatige werktafel ter beschikking gesteld.

€270

hoofdstuk 6

fysische factoren

afdeling 1

klimaat

6.1

binnen en buitenklimaat

1

Het klimaat op de arbeidsplaats mag geen schade aan de gezondheid van werknemers veroorzaken.

€270

2

Het klimaat op de arbeidsplaats moet zo behaaglijk en gelijkmatig zijn als redelijkerwijs mogelijk. Daarbij wordt rekening gehouden met de aard van de werkzaamheden die door de werknemers wordt verricht en de fysieke belasting die het gevolg is van die werkzaamheden.

€135

3

Hinderlijke tocht op de arbeidsplaats moet worden vermeden tenzij dat redelijker wijs met kan worden gevergd.

€135

4

Als door het klimaat op de arbeidsplaats toch schade aan de gezondheid kan ontstaan, worden persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen schade aan de gezondheid niet kunnen voorkomen, wordt de duur van de arbeid in zodanige mate beperkt of wordt de arbeid met een zodanige frequentie afgewisseld door een tijdelijk verblijf op een plaats waar een klimaat heerst dat geen schade aan de gezondheid kan ontstaan. Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het met gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€270*

6.2

luchtverversing

1

Op de arbeidsplaats moet voldoende niet- verontreinigde lucht aanwezig zijn.

€270

2

Luchtverversingsinstallaties moeten altijd bedrijfsklaar zijn.

€270

3

Luchtverversingsinstallaties moeten zijn voorzien van een controlesysteem dat storingen in de installatie signaleert voor zover dat noodzakelijk is voor de gezondheid van de werknemers.

€270

afdeling 2

verlichting

6.3

daglicht en kunstlicht

1

Arbeidsplaatsen en directe toegangen daartoe moeten gedurende de aanwezigheid van de werknemers voldoende en doelmatig verhcnt zijn door daglicht en/of kunstlicht.

€270

2

Het kunstlicht moet zodanig zijn aangebracht dat gevaar voor ongevallen is voorkomen.

€270

3

De kleur van het kunstlicht mag de waarneming van veiligheids en gezondheidssignalering als bedoeld in artikel 8.4 met wijzigen of beïnvloeden.

€135

6.4

daglicht

1

In een uitwendige scheidingsconstructie van een besloten ruimte waar overdag door iemand gemiddeld meer dan twee uur arbeid wordt verricht, zijn doorzichtige lichtopeningen aangebracht waardoor daglicht kan toetreden. Het gezamenlijk oppervlak van de lichtopeningen bedraagt ten minste 1/20 van het vloeroppervlak van die ruimte.

€270

6.5

weren van zonlicht

In een besloten ruimte waar arbeid wordt verricht moet rechtstreeks invallend zonlicht kunnen worden geweerd.

€270

afdeling 3

geluid

6.7

nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, beoordelen en meten

1

Op elke arbeidsplaats wordt in het kader van de ri&e als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998het geluidsniveau beoordeeld. En indien nodig gemeten om te bepalen waar en in welke mate werknemers aan schadelijk geluid kunnen worden blootgesteld.

€450

2

De beoordeling en meting als bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, moeten representatief zijn voor de blootstelling aan geluid op de arbeidsplaats gedurende de dagelijkse arbeidstijd. De beoordeling en meting worden, in aanvulling op de ri&e als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998, volgens een schriftelijk vastgesteld tijdschema periodiek herhaald en in ieder geval herzien bij wijziging van omstandigheden of redenen voor onjuist uitgevoerde beoordeling of meting.

€450

3

De bij de meting als bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, gebruikte methoden en apparaten moeten aan de desbetreffende omstandigheden zijn aangepast. Met name wordt daarbij gelet op de kenmerken van het te meten geluid en de omgevingsfactoren. De gebruikte methoden en apparaten zijn geschikt om te bepalen of niveaus van schadelijk geluid al dan niet worden overschreden.

€450

5

De resultaten van de op grond van dit artikel uitgevoerde beoordelingen en metingen, moeten in een passende vorm worden geregistreerd en ten minste tien jaar bewaard.

€45

6.8

voorkomen of beperken van schadelijk geluid

1

Arbeidsmiddelen zijn van zodanige constructie, zijn zodanig ingericht, opgesteld of ondersteund en worden zodanig onderhouden dat zij bij in werking zijn op de arbeidsplaats geen equivalent geluidsniveau veroorzaken hoger dan 85 dB(A) (of een momentaan geluiddrukniveau van hoger dan 200 Pa), tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1.800

2

Het verrichten van werkzaamheden moet zodanig zijn, dat daarbij op de arbeidsplaats het equivalente geluidsniveau niet hoger is dan 85 dB(A) (of het momentaan geluiddrukniveau niet groter is dan 200 Pa), tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1.800*

3

Indien het bepaalde als bedoeld in het eerste en tweede lid redelijkerwijs niet kan worden gevergd, dan moeten doeltreffende voorzieningen worden getroffen, waardoor zoveel mogelijk wordt voorkomen dat het equivalente geluidsniveau hoger is dan 85dB(A) (of geluiddrukniveau hoger 200 Pa) op de arbeidsplaats, tenzij ook dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1.800

4

De in het derde lid bedoelde voorzieningen moeten worden vermeld in het plan van aanpak als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998.

€225

5

In gevallen waarin de voorzieningen, getroffen op grond van het derde lid, de werknemers onvoldoende bescherming bieden tegen de in het eerste en tweede lid genoemde geluidsniveaus, en in gevallen waarin het treffen van bedoelde voorzieningen redelijkerwijs niet kan worden gevergd, moeten doeltreffende maatregelen worden genomen om de blootstellingsduur, alsmede het aantal blootgestelde werknemers zoveel mogelijk te beperken.

€1 800

6

De in het vijfde lid bedoelde voorzieningen moeten worden vermeld in het plan van aanpak als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998.

€225

7

In gevallen waarin werknemers kunnen worden blootgesteld aan een equivalent geluidsniveau op de arbeidsplaats van 80 dB(A) of hoger, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende aantal ter beschikking worden gesteld. De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten een demping bieden van het geluid tot een equivalent geluidsniveau van 80 dB(A) of lager. Indien deze demping technisch niet mogelijk, dan ten minste een demping van geluid tot beneden een equivalent geluidsniveau van 85 dB(A).

€1 800

8

De betrokken werknemers moet de gelegenheid worden geboden een oordeel kenbaar te maken over de keuze van de soort middelen.

€45

9

Bij overschrijding van het equivalent geluidsniveau van 85 dB(A) (of momentaan geluiddrukniveau van 200 Pa), moeten persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.

€999*

10

Het ongevalsgevaar als gevolg van het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen moet zoveel mogelijk door doeltreffende maatregelen worden beperkt.

€900

11

Plaatsen waar het equivalente geluidsniveau meer dan 85dB(A) (of het momentaan geluiddrukniveau meer dan 200 Pa) bedraagt moeten duidelijk zijn afgebakend en gemarkeerd volgens de algemene vereisten van veiligheids- en gezondheidssignalenng als bedoeld in artikel 8.4.

€270

12

Alleen werknemers die beroepshalve of vanwege hun functie de in het elfde lid bedoelde plaatsen moeten betreden, mogen daar worden toegelaten.

€675

6.9

weekgemiddeide

1

In gevallen waarin werknemers die bijzondere taken uitvoeren, in verband met het uitvoeren van deze taken moeten verblijven op een arbeidsplaats waar het niveau van het geluid van dag tot dag sterk wisselt en het redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat de in artikel 6.8, derde en vijfde lid, bedoelde voorzieningen en maatregelen getroffen respectievelijk genomen worden mag het gemiddelde niveau van het geluid, berekend of gemeten over een periode van een week mag met hoger zijn dan 85 dB(A) (of met hoger dan het momentane geluiddrukniveau van 200 Pa) als bedoeld in artikel 6.8, eerste en tweede lid, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1 800

2

Voorts moet in de in het eerste lid bedoelde gevallen periodiek, doch in ieder geval telkens, indien er voor het geluid op de arbeidsplaats relevante veranderingen plaatsvinden in de arbeid of de omstandigheden waaronder deze arbeid moet worden verricht, worden gecontroleerd of nog voldaan wordt aan het eerste lid.

€450

6.10

audiometrisch onderzoek

1

Werknemers die worden blootgesteld aan een geluidsdosismveau van 80 dB(A) moeten, in aanvulling op artikel 18 Arbowet 1998,in de gelegenheid worden gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek in de vorm van een audiometrisch onderzoek te ondergaan.

€45

2

Zolang de blootstelling aan het in het eerste lid genoemde geluidniveau duurt, moeten de werknemers met tussenpozen van vier jaar of met kortere tussenpozen indien naar het oordeel van de arbodienst noodzakelijk is opnieuw in de gelegenheid worden gesteld om een audiometrisch onderzoek te ondergaan.

€45

3

De arbodienst moet het beoordelings- en metingsregister kunnen inzien dat op grond van artikel 6.7, vijfde lid, moet worden opgemaakt.

€45

6.11

voorlichting en onderricht

Doeltreffende voorlichting en onderricht moet worden gegeven aan werknemers die arbeid verrichten waarbij overschrijding van het equivalente geluidsniveau van 80 dB(A) (of het momentaan geluiddrukniveau van 200 Pa) kan worden verwacht. Dit behelst:

a) mogelijke gevaren voor het gehoor als gevolg van de blootstelling

b) de regelgeving met betrekking tot geluid en te nemen maatregelen op basis van die regelgeving

c) de gevallen waarin persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld en de gevallen waarin en de wijze waarop deze moeten worden gebruikt

d) inhoud en betekenis van een periodiek te herhalen audiometrisch onderzoek en de gevallen waarin aan werknemers de gelegenheid wordt geboden om een dergelijk onderzoek te ondergaan.

€270

afdeling 4

straling

6.12

toestellen

1

Toestellen die schadelijke niet-ioniserende elektromagnetische straling kunnen uitzenden moeten van deugdelijk materiaal en constructie zijn en in goede staat verkeren.

€1.800

2

De in het eerste lid bedoelde toestellen moeten zich in een zodanige ruimte bevinden en moeten voorts zodanig zijn opgesteld of afgeschermd, dat bij het in werking zijn daarvan gezondheidsschade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

€1.800

3

Indien bij het in werking zijn van een toestel als bedoeld in het eerste lid, het gevaar voor gezondheidsschade ondanks de naleving van de voorschriften, bedoeld in het eerste en tweede lid, niet of niet geheel kan worden voorkomen, moeten zodanige maatregelen worden genomen dat gezondheidsschade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

€1.800

4

Indien de in het derde lid bedoelde maatregelen gezondheidsschade niet of niet voldoende kunnen voorkomen, dan moeten persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld.

€1.800

5

De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten door de werknemers bij de arbeid worden gebruikt.

€900*

afdeling 5

werken onder overdruk

6.14

Geschiktheid

Duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk moeten worden verricht door een persoon die in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand verkeert, dat hij in staat is de gevaren, die zijn verbonden aan de door hem te verrichten arbeid, te onderkennen en zo mogelijk te voorkomen of te beperken.

€270*

6.14a

Arbeidsgezondheidskundig onderzoek

1

Personen, die worden belast met het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk worden voor de aanvang van die arbeid onderworpen aan een arbeidsgezondheidskundig onderzoek, dat gericht is op de bijzondere gevaren voor de gezondheid, waaraan zij bij de uitoefening van die arbeid kunnen blootstaan.

€ 900

2

Na een periode van ten hoogste twaalf maanden na het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt het arbeidsgezondheidskundig onderzoek herhaald en vervolgens telkens met een tussenperiode van ten hoogste twaalf maanden sinds het voorafgaande onderzoek.

€ 900

3

Het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt uitgevoerd door een arts, die in het bezit is van een certificaat duikerarts, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling.

€ 900

5

Een persoon verricht slechts duikarbeid, caissonarbeid of overige arbeid onder overdruk indien uit het arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt, dat het verrichten van die arbeid op medische gronden toelaatbaar is. Indien uit de uitslag van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt dat het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid of overige arbeid onder overdruk slechts onder de daarin aangegeven beperkende voorschriften toelaatbaar is, worden deze voorschriften in acht genomen.

€ 2.250

6.15

veiligheidsmaatregelen

1

Indien duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk worden verricht, is met inachtneming van de stand van de techniek en rekening houdende met de specifiek te verrichten arbeid:

€270

a) nabij de plaats waar de arbeid wordt verricht een deugdelijke schriftelijke werkinstructie aanwezig die ten minste de door de werknemers te treffen veiligheidsvoorzieningen alsmede de noodprocedures bevat.

b) aan de werknemers deugdelijk materiaal dat in goede staat verkeert en voldoende ademgas van goede kwaliteit ter beschikking gesteld.

€2 250*

c) nabij de plaats waar de arbeid wordt verricht een daartoe opgeleid persoon aanwezig is die de werknemers adequaat medisch begeleiden kan.

€900*

d) nabij de plaats waar de arbeid wordt verricht een adequate eerste-hulp uitrusting aanwezig.

€2 250

2

De opgeleide persoon als bedoeld in artikel 6.15, eerste lid onder c, kan terstond in contact treden met een arts als bedoeld in artikel 6.14a, derde lid.

€900

6.15a

Certificering duik- en caissonsystemen

1

Duik- en caissonsystemen met hun toebehoren die na te zijn vervaardigd, ingrijpend te zijn hersteld of gewijzigd, voor de eerste maal in gebruik worden genomen, worden op hun goede staat onderzocht en beproefd.

€ 900

2

Voorts worden de systemen met toebehoren, bedoeld in het eerste lid, op hun goede staat onderzocht en beproefd zo dikwijls dit ter waarborging van een veilig gebruik van de systemen redelijkerwijs noodzakelijk is en in ieder geval ten minste eenmaal per jaar.

€ 900

3

Onderzoekingen en beproevingen als bedoeld in het eerste en tweede lid worden uitgevoerd door Onze Minister of een certificerende instelling.

€ 900

6.16

duikarbeid

1

Duikarbeid wordt verricht door een of meer duikers, bijgestaan door een reserveduiker en een ploegleider.

€2 250*

2

De reserveduiker mag alleen duikarbeid verrichten in het kader van verlenen van hulp en het redden van in moeilijkheden geraakte duikers. Bij het gebruik van een duikklok is de reserveduiker in de klok aanwezig;

€900*

3

De ploegleider is in het bezit van een certificaat duikploegleider, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling;

€900*

5

Een ieder die duikarbeid heeft verricht, houdt hiervan aantekening in een persoonlijk duiklogboek. In dit logboek moet in elk geval worden aangetekend:

  • aard van de duikarbeid

  • het gevolgde duikschema

  • het gevolgde decompressieverloop

  • de verblijftijd in de vloeistof.

€45*

6

De duikers en de reserveduiker moeten in het bezit zijn van een certificaat duikarbeid met betrekking tot de soort arbeid die zij verrichten, dat is afgegeven door de minister van SZW of een certificerende instelling.

€900*

7

Indien duikarbeid wordt verricht is de persoon, bedoeld in artikel 6.15, eerste lid, onder c, in het bezit van een certificaat duikmedische begeleiding, dat is afgegeven door de minister van SZW of een certificerende instelling.

€900*

8

Het certificaat duikploegleider, het certificaat duikarbeid en het certificaat duikmedische begeleiding, bedoeld in het derde respectievelijk het zesde en zevende lid; of afschriften daarvan moeten op de arbeidsplaats aanwezig zijn en desgevraagd aan de toezichthouder worden getoond.

€45*

6.17

Melding duikarbeid

1

Duikarbeid die wordt verricht:

  • a. op een diepte groter dan 9 meter;

  • b. bij een stroomsnelheid groter dan 0,5 meter per seconde;

  • c. met voorgenomen decompressie;

  • d. met een ademgas anders dan lucht;

  • e. over een periode langer dan een week, of

  • f. ten behoeve van de ondergrondse winningsindustrie of de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen, wordt ten minste vijf werkdagen vóór de aanvang ervan schriftelijk gemeld bij een daartoe aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet onder opgaaf van de plaats waar de arbeid zal worden verricht, het tijdstip waarop deze zal aanvangen, het vermoedelijke aantal betrokken werknemers en het aantal werknemers dat daadwerkelijk duikarbeid zal verrichten.

€ 900

2

Indien de periode tussen de opdracht tot het verrichten van duikarbeid als bedoeld in het eerste lid en de uitvoering ervan wegens het onvoorziene en spoedeisende karakter van de duikarbeid korter is dan vijf werkdagen, dan wordt de duikarbeid zo spoedig mogelijk bij de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, gemeld.

€ 900

3

De schriftelijke melding, bedoeld in het eerste lid, gaat in geval van duikarbeid ten behoeve van de ondergrondse winningsindustrie of de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen, vergezeld van informatie over de veiligheids- en gezondheidsrisico’s van de duiklocatie.

€ 45

6.18

compressiekamer duikarbeid

1

Bij de plaats waar duikarbeid in water wordt verricht op een diepte van meer dan 15 m of in een andere vloeistof onder een hogere druk dan 1,5. 105 Pa boven de atmosferische druk, is een geschikte compressiekamer, voorzien van een personen- en medicijnsluis, aanwezig.

€2.250

2

Onverminderd het eerste lid is bij de plaats waar duikarbeid wordt verricht een compressiekamer aanwezig indien de reistijd tussen de duiklocatie en de dichtsbijzijnde behandelfaciliteit met compressiekamer meer dan 2 uur bedraagt.

€2.250

3

De compressiekamer bedoeld in het eerste lid:

  • a. heeft een omvang en een inrichting die zijn afgestemd op het aantal personen dat duikarbeid verricht en de aard van de werkzaamheden, en

  • b. biedt ten minste plaats aan twee personen.

€2.250

4

Een compressiekamer als bedoeld in het eerste lid, moet op de juiste wijze worden gebruikt.

€2.250*

6.19

caissonarbeid

1

Caissonarbeid moet door ten minste 2 personen worden verricht.

€2.250*

2

De toezichthouder moet ten minste 30 dagen voor aanvang van caissonarbeid schriftelijk in kennis worden gesteld, onder overlegging van een deugdelijk werkplan.

€900

3

Een caisson wordt gebouwd, geïnstalleerd, aangepast of gedemonteerd onder toezicht van een speciaal daarvoor aangewezen persoon.

€900

4

Caissons moeten regelmatig worden geïnspecteerd door een speciaal daarvoor aangewezen persoon.

€900

6.20

compressiekamer caissonarbeid

1

Bij de plaats waar caissonarbeid wordt verricht onder een hogere druk dan 1,5.105 Pa boven de atmosferische druk, is een geschikte compressiekamer, voorzien van een personenen medicijnsluis, aanwezig.

€2.250

2

Onverminderd het eerste lid is bij de plaats waar caissonarbeid wordt verricht een compressiekamer aanwezig indien de reistijd tussen die plaats en de dichtstbijzijnde behandelfaciliteit met compressiekamer meer dan 2 uur bedraagt.

€2.250

3

De compressiekamer, bedoeld in het eerste lid:

  • a. heeft een omvang en een inrichting die zijn afgestemd op het aantal personen dat caissonarbeid verricht en de aard van de werkzaamheden, en

  • b. biedt ten minste plaats aan twee personen.

€2.250

4

Een compressiekamer als bedoeld in het eerste lid moet op de juiste wijze worden gebruikt.

€2.250*

afdeling 5a

aanvullende voorschriften ondergrondse winningsindustrieën

6.20b

Ventilatie

1

Alle normaal toegankelijke ondergrondse werkterreinen worden behoorlijk geventileerd. Door middel van een permanente ventilatie, wordt met een voldoende veiligheidsmarge, gezorgd voor een atmosfeer:

  • a. die gezond is;

  • b. waarin het explosiegevaar en het gevaar voor stofdeeltjes die ingeademd kunnen worden, onder controle wordt gehouden;

  • c. waarin de arbeidsomstandigheden tijdens de werktijd adequaat zijn, gelet op de gebruikte werkmethoden en de fysieke belasting van de werknemers.

€2.250

2

Indien de natuurlijke ventilatie niet aan het eerste lid voldoet wordt de hoofdventilatie door een of meer mechanische ventilatoren verzorgd. Er worden maatregelen getroffen om een constante en continue ventilatie te garanderen. De onderdruk van de hoofdventilatoren wordt voortdurend gecontroleerd. Er is een automatische alarmering voor het geval de hoofdventilatoren onverwacht uitvallen.

€2.250

3

  • a. De parameters van de ventilatie worden regelmatig gemeten. Bij dit onderdeel wordt een boetenormbedrag opgenomen van € 450.

  • b. De resultaten van de metingen worden geregistreerd.

€ 45

4

Er wordt een plattegrond gemaakt en regelmatig bijgewerkt met alle nuttige gegevens van het ventilatiesysteem. De plattegrond is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan de toezichthouder.

€ 45

6.20c

Verlichting

In afwijking van de artikelen 6.3 en 6.4 zijn de werkplekken voor zover mogelijk voorzien van voldoende kunstmatige verlichting voor de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers. De verlichtingsinstallaties zijn zodanig aangebracht dat het type verlichting geen ongevallenrisico voor de werknemers oplevert.

€ 270

afdeling 5b

Aanvullende voorschriften winningsindustrieën met behulp van boringen

6.20e

Verlichting

Verlichtingsinstallaties zijn zodanig ontworpen dat operationele bedieningsruimten, vluchtwegen, inschepingszones en gevaarlijke zones gedurende de aanwezigheid van de werknemers verlicht zijn.

€ 270

afdeling 6

bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers

6.23

geluidvoorschriften zeeschepen en luchtvaartuigen

1

Arbeidsmiddelen aan boord van lucntvaartuigen en zeeschepen zijn van zodanige constructie, zijn zodanig ingericht opgesteld of ondersteund en worden zodanig onderhouden dat zij bij in werking zijn op de arbeidsplaats geen equivalent geluidsniveau veroorzaken hoger dan 85 dB(A), tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1.800

2

Het verrichten van werkzaamheden aan boord van luchtvaartuigen en zeeschepen moet zodanig zijn dat daarbij op de arbeidsplaats het equivalente geluidsniveau niet hoger is dan 85 dB(A), tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1.800

3

Indien het bepaalde als bedoeld in het eerste en tweede lid redelijkerwijs niet kan worden gevergd, dan moeten doeltreffende voorzieningen worden getroffen, waardoor zoveel mogelijk wordt voorkomen dat het equivalente geluidsniveau hoger is dan 85dB(A) op de arbeidsplaats, tenzij ook dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

€1.800

4

De in het derde lid bedoelde voorzieningen moeten worden vermeld in het plan van aanpak als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998.

€225

5

In gevallen waarin de voorzieningen, getroffen op grond van het derde lid, de werknemers onvoldoende bescherming bieden tegen de in het eerste en tweede lid genoemde geluidsniveaus, en in gevallen waarin het treffen van bedoelde voorzieningen redelijkerwijs niet kan worden gevergd, moeten doeltreffende maatregelen worden genomen om de blootstelhngsduur, alsmede het aantal blootgestelde werknemers zoveel mogelijk te beperken.

€1.800

6

De in het vijfde lid bedoelde voorzieningen, moeten worden vermeld in het plan van aanpak als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998.

€225

7

in gevallen waarin werknemers aan boord van zeeschepen en luchtvaartuigen kunnen worden blootgesteld aan een equivalent geluidsniveau op de arbeidsplaats van 80 dB(A) of hoger, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende aantal ter beschikking worden gesteld.

De persoonlijke beschermingsmiddelen bieden een demping van het geluid tot een equivalent geluidsniveau van 80 dB(A) of lager. Indien een zodanige demping technisch met mogelijk is, wordt door de persoonlijke beschermingsmiddelen ten minste een demping van het getuid geboden tot beneden het equivalente geluidsniveau van 85 dB(A).

€1.800

8

Bij overschrijding van het equivalent geluidsniveau van 85 dB(A), aan boord van zeeschepen en luchtvaartuigen, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.

€900*

6.30

daglicht en kunstlicht (thuiswerkers)

1

Op de arbeidsplaats van een thuiswerker moeten de nodige voorzieningen voor een doelmatige kunstverlichting aanwezig zijn.

€270

hoofdstuk 7

arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden

afdeling 2

algemene voorschriften

7.3

geschiktheid arbeidsmiddelen

1

Bij de keuze van de arbeidsmiddelen die de werkgever overweegt ter beschikking te stellen, wordt rekening gehouden met de uit de ri&e als bedoeld inartikel 5 Arbowet 1998,gebleken:

● specifieke kenmerken van de arbeid

● omstandigheden waaronder deze worden verrichten

● op de arbeidsplaats al bestaande gevaren

● de gevaren die daaraan zouden kunnen worden toegevoegd door het gebruik van de desbetreffende arbeidsmiddelen.

€900

2

Om te voorkomen dat het gebruik van arbeidsmiddelen gevaren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers oplevert, worden de arbeidsmiddelen die op de arbeidsplaats ter beschikking van de werknemers worden gesteld, uitsluitend gebruikt voor het doel, op de wijze en op de plaats waarvoor zij zijn ingericht en bestemd.

€900

3

De arbeidsmiddelen, bedoeld in het tweede lid, moeten voorst geschikt zijn voor het uit te voeren werk of daartoe behoorlijk zijn aangepast.

€900

4

Voor zover het redelijkerwijs met mogelijk is de gevaren bij het gebruik van de arbeidsmiddelen te voorkomen, moeten zodanige maatregelen worden getroffen dat gevaren zoveel mogelijk worden beperkt.

€900

7.4

deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen

1

Een arbeidsmiddel moet uit deugdelijk materiaal bestaan.

€2.250

2

Een arbeidsmiddel moet van deugdelijke constructie zijn.

€2.250

3

Een arbeidsmiddel is zodanig geplaatst of ingericht dat het gevaar van verschuiven, omvallen, kantelen, oververhitting brand ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk is voorkomen.

€2.250

4

Het gevaar getroffen te worden door ongewild in beweging of vrijkomende voorwerpen, producten, vloeistoffen of gassen wordt voorkomen en indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk beperkt. Maatregelen gericht op collectieve bescherming hebben de voorrang boven maatregelen gericht op individuele bescherming.

€2.250

7.4a

keuringen

1

Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van installatie moet na de installatie en voordat het voor de eerste maal in gebruik wordt genomen, worden gekeurd op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren.

€900

2

Een arbeidsmiddel als bedoeld in het eerste lid, moet voorts na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek worden gekeurd op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren.

€900

3

Een arbeidsmiddel dat onderhevig is aan invloeden die leiden tot verslechtering welke aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties wordt, zo dikwijls dit ter waarborging van de goede staat noodzakelijk is, gekeurd, waarbij het zo nodig wordt beproefd.

€900

4

Een arbeidsmiddel dat onderhevig is aan invloeden als bedoeld in het derde lid, moet worden gekeurd, waarbij het zo nodig wordt beproefd, telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel.

Als uitzonderlijke gebeurtenissen worden in ieder geval aangemerkt: natuurverschijnselen, veranderingen aan het arbeidsmiddel, ongevallen met het arbeidsmiddel en langdurige buitengebruikstelling van het arbeidsmiddel.

€900

5

Keuringen worden uitgevoerd door een deskundige natuurlijke persoon rechtspersoon of instelling.

€900

6

Schriftelijke bewijsstukken van de uitgevoerde keuringen moeten op de arbeidsplaats aanwezig zijn en moeten desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder.

€45

7.5

montage, demontage, onderhoud, reparatie en reiniging van arbeidsmiddelen

1

De nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat arbeidsmiddelen tijdens de gehele gebruiksduur door toereikend onderhoud in een zodanige staat worden gehouden, dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen.

€2.250

2

Onderhouds-, reparatie- en schoonmaakwerkzaamheden aan een arbeidsmiddel mogen slechts worden uitgevoerd wanneer dit is uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos is gemaakt.

Indien dit niet mogelijk is dan moeten doeltreffende maatregelen worden genomen om die werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren.

€2.250*

3

Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op productie- en afstelwerkzaamheden met of aan een arbeidsmiddel.

€2.250*

4

Een bij een arbeidsmiddel behorend onderhoudsboek moet goed worden bijgehouden.

€45

5

Montage en demontage van een arbeidsmiddel vindt op veilige wijze plaats, met inachtneming van de eventuele aanwijzingen van de fabrikant.

€2 250

7.6

deskundigheid werknemers

1

Met betrekking tot arbeidsmiddelen waarvan het gebruik een specifiek gevaar voor de veiligheid van de werknemers kan opleveren, blijft het gebruik voorbehouden aan werknemers die met het gebruik belast zijn.

€900

2

Werknemers die belast zijn met ombouwen, onderhouden, repareren of reinigen van arbeidsmiddelen als bedoeld in het eerste lid moeten daartoe een specifieke deskundigheid en ervaring bezitten.

€900

7.7

veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen

1

Indien bewegende delen van een arbeidsmiddel gevaar opleveren, moeten zij van zodanige schermen of beveiligingsinrichtingen zijn voorzien, dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.

€2250

2

De schermen of beveiligingsinrichtingen moeten stevig zijn uitgevoerd.

€2 250

3

De schermen of beveiligingsinrichtingen mogen geen bijzondere gevaren opleveren.

€2 250

4

De schermen of beveiligingsinrichtingen mogen met eenvoudig kunnen worden genegeerd of buiten werking worden gesteld.

€2 250

5

De schermen of beveiligingsinrichtingen moeten op voldoende afstand van de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel zijn aangebracht.

€2 250

6

De schermen of beveiligingsminrichtingen moeten het zicht op de arbeid zo min mogelijk belemmeren.

€2 250

7

Schermen of beveiligingsinrichtmgen van arbeidsmiddelen, moeten op een zodanige wijze zijn aangebracht dat de noodzakelijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd.

Daarbij moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat de schermen of beveiligingsinrichtingen moeten worden gedemonteerd.

€2250

7.8

verlichting

Werk- en onderhoudspunten van een arbeidsmiddel moeten - in aanvulling op artikel 6.3 - voldoende en doelmatig zijn verlicht.

€900

7.9

hoge en lage temperatuur

Zoveel als mogelijk moet worden voorkomen dat werknemers in de onmiddellijke nabijheid kunnen komen van een arbeidsmiddel of een onderdeel daarvan met een zeer hoge of zeer lage temperatuur. Indien dat niet mogelijk is, dan moeten doeltreffende maatregelen zijn getroffen om aanraking te voorkomen.

€2.250

7.10

alarmsignalen

Alarmsignalen van een arbeidsmiddel moeten gemakkelijk en duidelijk waarneembaar en als zodanig goed herkenbaar zijn.

Deze alarmsignalen moeten voldoen aan de algemene vereisten van veihgheids-en gezondheidssignalering als bedoeld in artikel 8.4.

€270

7.11

loskoppelen arbeidsmiddel

1

Een arbeidsmiddel moet over duidelijk herkenbare voorzieningen beschikken, waarmee het van zijn krachtbronnen moet kunnen worden losgekoppeld.

€2.250

2

Het na loskoppeling opnieuw aansluiten van een arbeidsmiddel op een krachtbron mag geen gevaar opleveren voor de werknemers.

€2.250

7.11a

voorlichting

1

Een bij een arbeidsmiddel behorende gebruiksaanwijzing moet in begrijpelijke vorm ter kennis worden gebracht van de betrokken werknemers.

€45

2

Indien het gebruik of de aanwezigheid van arbeidsmiddelen in de onmiddellijke werkomgeving gevaren voor de werknemers kunnen opleveren, moeten zij hierop worden gewezen, ook indien de werknemers van deze middelen geen rechtstreeks gebruik maken.

€45

afdeling 3

arbeidsmiddelen met een bedieningssysteem

7.13

bedieningssystemen

1

Een bedieningssysteem van een arbeidsmiddel moet veilig zijn.

€900

2

Een bedieningssysteem van een arbeidsmiddel mag ook bij onopzettelijke handelingen geen gevaar opleveren voor werknemers.

€900

3

Bij de keuze van een bedieningssysteem moet rekening worden gehouden met defecten, storingen en belastingen die bij het gebruik kunnen worden verwacht.

€900

4

Een bedieningssysteem moet duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn en is daartoe waar nodig, op passende wijze van functionele aanduidingen voorzien.

€900

5

Een bedieningssysteem moet zich zoveel mogelijk buiten de gevaarlijke zone van een arbeidsmiddel bevinden.

€900

6

De plaats van het bedieningssysteem van een arbeidsmiddel mag geen extra gevaren opleveren voor werknemers.

€900

7

Indien een arbeidsmiddel in werking kan worden gesteld of kan worden gestopt op een plaats waar dat arbeidsmiddel met geheel kan worden gezien, dan moet om de betrokken werknemers te beschermen, telkens tijdig voor het inwerkingstellen of stoppen van dat arbeidsmiddel een signaal worden gegeven dat voldoet aan de algemene vereisten van veiligheids- en gezondheidssignalering als bedoeld in artikel 8.4.

€900*

7.14

in werking stellen van arbeidsmiddelen

1

Een arbeidsmiddel mag uitsluitend in werking worden gesteld door een opzettelijk verrichte handeling met een daarvoor bestemd bedieningssysteem.

€2.250

7.15

stopzetten van arbeidsmiddelen

1

Een arbeidsmiddel kan op veilige wijze worden stopgezet met een daarvoor bestemd bedieningssysteem.

Een bedieningssysteem stopt naar gelang het gevaar hetzij het gehele arbeidsmiddel hetzij onderdelen daarvan, zodanig dat het arbeidsmiddel in een veilige toestand is.

€2.250

2

Wanneer een arbeidsmiddel of onderdelen daarvan zijn stopgezet, moet de energietoevoer naar het arbeidsmiddel of de onderdelen daarvan die het gevaar veroorzaken zijn onderbroken.

€2.250

3

De opdracht tot het stopzetten van een arbeidsmiddel of een onderdeel daarvan kan niet worden opgeheven door een opdracht tot starten ervan.

€2.250

7.16

noodstopvoorziening

Een arbeidsmiddel moet beschikken over een noodstopvoorziening, indien dit met het oog op de gevaren van dat arbeidsmiddel en de normale tijd die nodig is om dat arbeidsmiddel stop te zetten noodzakelijk is.

€2.250

afdeling 4

aanvullende voorschriften specifieke arbeidsmiddelen en werkzaamheden

7.17a

uitrusting mobiele arbeidsmiddelen

(dit gehele artikel is tot 5 december 2002 niet van toepassing op mobiele arbeidsmiddelen die reeds op 5 december 1998 ter beschikking stonden van de werknemers.)

1

Mobiele arbeidsmiddelen waarop een of meer personen kunnen worden vervoerd, moeten zodanig zijn uitgerust dat het gevaar voor deze personen tijdens het vervoer zoveel mogelijk wordt beperkt.

€2250

2

Mobiele arbeidsmiddelen, met uitzondering van heftrucks, waarmee een of meer personen kunnen worden vervoerd, moeten zodanig zijn uitgerust dat onder de feitelijke gebruiksomstandigheden de gevaren als gevolg van het kantelen of omvallen van het mobiele arbeidsmiddel zoveel mogelijk worden beperkt door:

a) een beschermingsconstructie die verhindert dat het mobiele arbeidsmiddel zich meer dan een kwartslag kan bewegen of

b) een constructie die ervoor zorgt dat er rond de te vervoeren personen voldoende vrije ruimte voorhanden is, wanneer het mobiele arbeidsmiddel zich meer dan een kwartslag kan bewegen, of

c) andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau

€2.250

4

Indien het gevaar bestaat dat de te vervoeren personen bij kanteling of omslaan bekneld kunnen raken tussen de delen van het mobiele arbeidsmiddel en de grond, dan moet een systeem zijn geïnstalleerd waarmee zij kunnen worden tegengehouden.

€2.250

5

Heftrucks waarmee een of meer personen kunnen worden vervoerd, zijn zodanig uitgerust, dat het gevaar van kantelen of de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt door:

a) een bestuurderscabine, of

b) een inrichting die verhindert dat de heftruck kantelt, of

c) een inrichting die ervoor zorgt dat, indien de heftruck kantelt, er voor de te vervoeren personen voldoende vrije ruimte is tussen de grond en bepaalde delen van de heftruck, of

d) een inrichting op elke zitplaats van de heftruck, waarmee de op de truck aanwezige personen zich op de zitplaats kunnen vastzetten, of

e) andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau.

€2.250

6

Indien het onverhoeds blokkeren van onderdelen voor de energieoverbrenging tussen het mobiele arbeidsmiddel en zijn hulpstukken of aanhangers specifieke gevaren kan opleveren, dan moet het arbeidsmiddel uitgerust zijn met een voorziening die deze blokkering verhindert.

Indien een dergelijke blokkering niet kan worden verhinderd, moeten zodanige maatregelen zijn genomen dat de gevaren zoveel mogelijk worden beperkt.

€2.250

7

Mobiele arbeidsmiddelen moeten zijn voorzien van middelen voor de bevestiging van onderdelen voor de energieoverbrenging, wanneer deze onderdelen vervuild of beschadigd kunnen raken doordat zij over de grond slepen.

€900

7.17b

uitrusting mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving

(dit artikel is - met uitzondering van het tweede lid onder b en g) - tot 5 december 2002 niet van toepassing op mobiele arbeidsmiddelen die reeds op 5 december 1998 ter beschikking stonden van de werknemers.)

2

Mobiele arbeidsmiddelen moeten zijn uitgerust met:

a) voorzieningen om te vermijden dat zij door onbevoegden in werking kunnen worden gesteld.

€900

b) een inrichting die automatisch verhindert dat het mobiele arbeidsmiddel, indien dit middel elektrisch wordt aangedreven onverhoeds in beweging kan komen wanneer de bestuurder het middel verlaat of heeft verlaten.

€900

c) doeltreffende voorzieningen ter beperking van de gevolgen van een eventuele botsing, indien verschillende op rails rijdende arbeidsmiddelen tegelijkertijd worden verplaatst.

€2.250

d) een rem- en stopvoorziening.

€2.250

e) een nood voorziening, voorzover die om veiligheidsredenen noodzakelijk is welke voorziening bij het uitvallen van het hoofdsysteem van de rem- en stopvoorziening het mobiele arbeidsmiddel door gemakkelijk toegankelijke besturingsorganen of door automatische systemen het mobiele arbeidsmiddel kan afremmen en tot stilstand brengen.

€2.250

f) doeltreffende hulpmiddelen die toereikend zicht voor de bestuurder mogelijk maken indien het directe gezichtsveld van hem ontoereikend is om de veiligheid van personen te waarborgen.

€2.250

g) deugdelijke voorzieningen waarmee signalen kunnen worden gegeven die voldoen aan algemene vereisten van veiligheids- en gezondheidssignalering als bedoeld in artikel 8.4.

€900

3

Indien mobiele arbeidsmiddelen's nachts of op donkere plaatsen worden gebruikt zijn zij voorzien van een verlichtingsinstallatie die is aangepast aan het uit te voeren werk en die de werknemers voldoende veiligheid biedt.

€900

4

Indien mobiele arbeidsmiddelen, hun aanhangers, of ladingen brandgevaar voor personen kunnen opleveren, zijn zij voorzien van doeltreffende brandbestrijdingsmiddelen, tenzij de arbeidsplaats hiermee op voldoende korte afstand van deze arbeidsmiddelen, hun aanhangers of ladingen is uitgerust.

€450

5

Indien mobiele arbeidsmiddelen op afstand worden bediend, komen zij automatisch tot stilstand wanneer zij het controlegebied verlaten.

€2.250

6

Indien mobiele arbeidsmiddelen op afstand worden bediend en onder normale gebruiksomstandigheden werknemers kunnen aan- of klemrijden, zijn zij uitgerust met voorzieningen die bescherming tegen deze gevaren bieden, tenzij er andere geschikte voorzieningen aanwezig zijn om het gevaar van aanrijdingen te beperken.

€2.250

7.17c

gebruik mobiele arbeidsmiddelen

1

Mobiele arbeidsmiddelen met een eigen aandrijving worden bediend door werknemers die daartoe een specifieke deskundigheid beschikken.

€900

2

Het meerijden van werknemers op mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving is slechts toegestaan op speciaal daartoe ingerichte veilige plaatsen.

€2.250*

3

Indien tijdens de verplaatsing van een arbeidsmiddel als bedoeld in het tweede lid, werkzaamheden worden uitgevoerd wordt de snelheid van het arbeidsmiddel zo nodig aangepast.

€2.250*

4

Met een mobiel arbeidsmiddel worden met meer personen en wordt niet meer gewicht aan goederen tegelijk vervoerd dan een veilig gebruik toelaat.

€2.250*

5

Indien een mobiel arbeidsmiddel zich binnen een werkzone waar werknemers zich kunnen bevinden, beweegt worden doeltreffende verkeersregels vastgesteld.

€450

6

Doeltreffende organisatorische maatregelen worden genomen om te voorkomen dat zich werknemers bevinden in de werkzone van mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving.

€450

7

Indien voor de goede uitvoering van de werkzaamheden de aanwezigheid van werknemers in een werkzone als bedoeld in het zesde lid, is vereist, worden doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat zij door het mobiele arbeidsmiddel gewond raken.

€450

8

Met een verbrandingsmotor uitgeruste mobiele arbeidsmiddelen worden op de arbeidsplaats niet gebruikt, tenzij is gezorgd voor voldoende schone lucht.

€2.250*

9

Een mobiel arbeidsmiddel wordt niet eerder door de bestuurder worden verlaten dan nadat is voorkomen dat het onverhoeds in beweging komt.

€900*

7.17d

personentransport over water

Bij transport van werknemers over water worden doeltreffende maatregelen getroffen om de veiligheid van deze werknemers te waarborgen.

€900

7.18

Hijs- en hefwerktuigen

(het vierde en vijfde lid van dit artikel zijn tot 5 december 2002 niet van toepassing op mobiele arbeidsmiddelen die reeds op 5 december 1998 ter beschikking stonden van de werknemers.)

1

Een hijs- of hefwerktuig is op of nabij de bedieningsplaats voorzien van een goed leesbare aanduiding die voor elke gebruikelijke configuratie van dat werktuig de toegelaten bedrijfslast vermeldt.

€270

2

Een hijs- of hefwerktuig wordt, behalve ten behoeve van beproeving, met zwaarder belast dan de toegelaten bedrijfslast of bedrijfslasten noch zwaarder dan een veilig gebruik toelaat.

€2.250*

3

hijs- en hefwerktuigen worden bediend door personen die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten.

€900

4

Een hijs- of hefwerktuig dat met is bestemd of ingericht voor het hijsen of heffen van personen en waarbij de kans aanwezig is op foutief gebruik, wordt voorzien van een goed leesbare waarschuwing tegen personenvervoer.

€270

5

hijs- of hefwerktuigen worden zodanig opgesteld dat het gevaar wordt beperkt dat de lasten de werknemers raken, dan wel ongewild op gevaarlijke wijze uit hun baan of in een vrije val raken of losraken.

€2.250*

6

Doeltreffende maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat werknemers zich niet ophouden onder hangende lasten.

€2.250*

7

Hangende lasten worden met verplaatst boven niet beschermde werkplekken waar zich in de regel werknemers bevinden.

€2.250*

8

Indien bij toepassing van de maatregelen als bedoeld in artikel 7.18, zesde en zevende lid, het goede verloop van de werkzaamheden niet kan worden gegarandeerd, worden passende procedures vastgesteld en toegepast om de veiligheid van de betrokken werknemers te waarborgen.

€900*

7.18a

hijs- en hefwerktuigen voor niet-geleide lasten

2

Wanneer twee of meer hijs- en hefwerktuigen zodanig op een werkplek worden geïnstalleerd of gemonteerd dat hun werkgebieden elkaar overlappen, worden doeltreffende maatregelen genomen om botsingen tussen de lasten of delen van deze werktuigen te voorkomen.

€2.250*

3

Bij het gebruik van een mobiel hijs- of hefwerktuig worden doeltreffende maatregelen genomen om te vermijden dat het werktuig kantelt, ongewild in beweging komt of wegglijdt.

€2.250*

4

Er wordt op toegezien dat maatregelen, bedoeld in het derde lid, naar behoren worden uitgevoerd.

€900

5

Wanneer de bediener van een hijs- of hefwerktuig noch rechtstreeks noch door middel van informatieverstrekkende hulpmiddelen de volledige baan van de last kan volgen, wordt een werknemer aangewezen die met de bediener in verbinding staat om hem te leiden.

€900

6

Voorts worden verdere organisatorische maatregelen genomen om ongewilde botsingen van de last te voorkomen.

€900

7

Wanneer lasten met de hand worden vast- of losgemaakt, zijn de werkzaamheden zodanig georganiseerd dat de werknemer deze handelingen veilig kan verrichten en hierover direct of indirect controle behoudt.

€900

8

Alle handelingen voor het hijsen of heffen worden correct gepland teneinde de veiligheid van de werknemers te garanderen.

€135

9

De handelingen, bedoeld in het achtste lid, worden onder doeltreffend toezicht uitgevoerd.

€900

10

Met name indien een last gelijktijdig wordt gehesen of geheven door twee of meer hijs- of hefwerktuigen, wordt een procedure vastgesteld en toegepast om een goede coördinatie van de handelingen van de bedieners te waarborgen.

€270*

11

Indien hijs- of hefwerktuigen bij het geheel of gedeeltelijk uitvallen van de energietoevoer de tasten met meer kunnen houden, zijn doeltreffende maatregelen genomen om te vermijden dat werknemers aan de daarmee gepaard gaande gevaren worden blootgesteld.

€2.250

12

Op lasten, bedoeld in het elfde lid, wordt voortdurend toezicht gehouden, tenzij:

● de toegang tot de gevarenzone wordt verhinderd en

● de lasten volkomen veilig zijn vastgemaakt en worden vastgehouden.

€900

13

In de open lucht gebruikte hijs-en hefwerktuigen worden stilgelegd zodra de weersomstandigheden zodanig verslechteren dat de bedrijfsveiligheid in gevaar komt en de werknemers aan gevaren worden blootgesteld. In dit geval worden doeltreffende beschermingsmaatregelen genomen, in het bijzonder om te verhinderen dat het hijs- of hefwerktuig kantelt.

€2250*

7.18b

hijs- en hefwerktuigen voor personen

(dit gehele artikel is tot 5 december 2002 niet van toepassing op mobiele arbeidsmiddelen die reeds op 5 december 1998 ter beschikking stonden van de werknemers.)

1

In aanvulling op de artikelen 7.18 en 7.18a, moeten hijs- en hefwerktuigen, die zijn bestemd en ingericht voor het hijsen of heffen van personen, met zodanige voorzieningen zijn uitgerust dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat:

a) het hijs- of hef platform voor personen naar beneden valt

b) personen van dit platform vallen

c) een persoon, die van het hijs- of hefwerktuig gebruik maakt, wordt verpletterd, beklemd raakt of wordt aangestoten, in het bijzonder als gevolg van een onopzettelijk contact met een voorwerp.

€2.250

2

Een hijs- of hefwerktuig als bedoeld in het eerste lid, heeft voorts een zodanige voorziening, dat bij een mankement aan het werktuig de veiligheid van personen die zich op het hijs- of hefplatform voor personen bevinden, zoveel mogelijk is gewaarborgd en dat hun bevrijding mogelijk is.

€2.250

3

Indien het gevaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, om redenen in verband met de terreinomstandigheden en het hoogteverschil met behulp van een veiligheidsvoorziening kan worden vermeden, dan moet in de ophanging van het platform een geschikte kabel, ketting of een andere voorziening met een verhoogde veiligheidscoëfficiënt worden toegepast.

€2.250

4

In het geval, bedoeld in het derde lid, moet de goede staat van de in de ophanging toegepaste kabel, ketting of andere voorziening elke werkdag worden gecontroleerd.

€900

7.20

hijs- en hefgereedschap

1

Hijs- en hefgereedschap moet worden gekozen op grond van te hanteren lasten, de aanslagpunten, de haakvoorziening en de weersomstandigheden, daarbij rekening houdend met de wijze van aanslaan van de last en het te gebruiken hijs- of hefwerktuig.

€2250

2

Hijs- en hefgereedschap, anders dan touwwerk of staalkabels, moet zijn voorzien van een goed leesbare aanduiding die de werklast vermeldt.

€270

3

Samengesteld hijs- en hefgereedschap moet duidelijk zijn gemarkeerd om de gebruiker in staat te stellen de kenmerken ervan te kennen.

€270

4

Hijs- en hefgereedschap mag, behalve ten behoeve van beproeving, met zwaarder worden belast dan de werklast of dan een veilig gebruik toelaat.

€2.250*

5

Hijs- en hefgereedschap moet zodanig zijn opgeslagen dat het met kan worden beschadigd of aangetast.

€900

6

Hijs- en hefgereedschap moet, ten minste eenmaal per jaar, door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling op zijn goede staat worden onderzocht waarbij het zo nodig beproefd. Deze persoon of instelling moet over de daarvoor benodigde uitrusting beschikken.

€900

7

In aanvulling op het zesde lid moet kettingwerk, afhankelijk van de materiaalsoort, zo dikwijls als voor een veilig gebruik nodig is, aan een voor het betrokken materiaal geschikte warmtebehandeling worden onderworpen.

€900

8

De warmtebehandeling, bedoeld in het zevende lid, moet worden uitgevoerd door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling die beschikt over de daarvoor benodigde uitrusting.

€900

9

Bewijsstukken van onderzoeken, beproevingen en warmte behandelingen van hijs- en hefgereedschap als bedoeld in artikel 7.20, zesde en zevende lid, moeten op de arbeidsplaats aanwezig zijn en moeten desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder.

€45

7.21

Werkzaamheden in liftschachten

1

Indien zich in een schacht twee of meer liften bevinden, dan moeten afdoende technische maatregelen worden genomen teneinde te voorkomen dat personen bij werkzaamheden in de schacht aan een van de liften, getroffen kunnen worden door onderdelen van een naastliggende lift.

€2.250*

2

Indien geen afdoende technische maatregelen kunnen worden genomen, teneinde te voorkomen dat personen bij werkzaamheden in de schacht aan een van de liften, getroffen kunnen worden door onderdelen van een naastliggende lift, dan moet de naastliggende lift worden stilgezet.

€2.250

7.22

Vervoer van personen in werkbakken

1

Met een hijs- of hefwerktuigen dat uitsluitend is bestemd en ingericht voor het vervoer van goederen, mogen in plaats van of tezamen met goederen geen personen worden vervoerd.

€2.250*

2

Het eerste lid is met van toepassing op het vervoer van personen met behulp van een werkbak ten behoeve van het vanuit die werkbak verrichten van incidentele werkzaamheden van korte duur op moeilijk bereikbare plaatsen, indien toepassing van andere meer geëigende middelen om die plaatsen te bereiken grotere gevaren zou meebrengen dan het vervoer van personen met behulp van een werkbak als vorenbedoeld, of de toepassing van zodanige middelen redelijkerwijs niet kan worden gevergd..

*

3

In geval van toepassing van het tweede lid, gelden de volgende voorschriften:

a) de werkbak, bedoeld in het tweede lid, moet zodanig zijn vervaardigd, ingericht, toegerust, bevestigd en in een zodanige staat van onderhoud verkeren, alsmede zodanig worden gebruikt dat gevaar voor veiligheid en gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk wordt voorkomen of beperkt;

b) het hijs- of hefwerktuig moet voldoende zijn toegerust om in combinatie met een werkbak te kunnen worden gebruikt;

c) de bedieningsplaats van een hijs- of hefwerktuig moet permanent zijn bemand;

d) de werknemers die met een hijs- of hefwerktuig worden gehesen of geheven moeten over een doeltreffend communicatiemiddel beschikken;

e) er moeten doeltreffende voorzieningen zijn getroffen om de werknemers bij gevaar te kunnen evacueren.

*

Voor het ten laste leggen van één of meer van deze onderdelen, wordt het boetenormbedrag bij het eerste lid gehanteerd (€2.250,–).

7.24

Toegang tot het schip

1

In aanvulling op artikel 3.2 is de toegang tot een ruim van een schip of dek uitsluitend toegestaan door een vaste trap of, indien dit niet mogelijk is, door een vaste ladder of klampen of voetopeningen van geschikte afmetingen, van voldoende sterkte en van behoorlijke constructie dan wel door andere deugdelijke toegangsmiddelen.

€900*

2

Indien het redelijkerwijs mogelijk is, moeten de toegangsmiddelen als bedoeld in artikel 7.24, eerste lid, tot een ruim van een schip of dek gescheiden zijn van luikopeningen.

€900

7.25

Luiken

1

Luiken die met behulp van hijs-of hefwerktuigen worden geplaatst of verwijderd, moeten zijn uitgerust met goed toegankelijke en geschikte bevestigingen voor het vastmaken van hijsgereedschap.

€900

2

Indien luiken niet onderling verwisselbaar zijn, dan moeten zij duidelijk zijn gemerkt om aan te geven tot welke ruimopening alsmede op welke plaats zij behoren.

€270

3

Motorisch of hydraulisch bediende luiken en overige motorisch of hydraulisch aangedreven scheepsuitrusting mogen uitsluitend worden geplaatst of verwijderd door een daartoe bevoegd persoon.

€900

4

De in het derde lid bedoelde luiken en scheepsuitrusting mogen uitsluitend worden geplaatst of verwijderd indien dit op veilige wijze kan gebeuren.

€900

5

Luikopeningen die niet zijn uitgerust met een doelmatig luikhoofd, moeten worden gesloten dan wel anderszins worden beveiligd zodra de laad- en loswerkzaamheden zijn beëindigd.

€900

6

Luiken mogen niet worden geplaatst of verwijderd als er in het ruim onder de luikopening wordt gewerkt.

€2.250*

7

Luiken die met afdoende tegen verplaatsing zijn geborgd, moeten worden verwijderd voordat met laad- en loswerkzaamheden wordt begonnen.

€900

7.26

Verwerken van goederen of materialen

1

Het opslaan of overslaan, laden of lossen, stuwen of anderszins verwerken van goederen of materialen op de kade, in loodsen of in het schip moet op veilige en ordelijke wijze geschieden, rekening houdend met de aard van die goederen of materialen en de verpakking daarvan.

€2250

2

Tijdens het opslaan of overslaan, laden of lossen, stuwen of anderszins verwerken van goederen of materialen op de kade, in loodsen of in het schip, mogen lasten met worden opgelicht of neergelaten tenzij zij op veilige wijze aan het hijs- of hefwerktuig zijn aangeslagen of anderszins zijn bevestigd.

€2.250

7.27

Tuigplannen en bind- of hijsmiddelen

1

Voor het veilig tuigen van laadbomen en het bijbehorende gerei moeten aan boord van het schip tuigplannen en alle daarop betrekking hebbende gegevens aanwezig zijn. De tuigplannen moeten desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder.

€45

2

Voor eenmalig gebruik bestemde bind- of hijsmiddelen mogen niet opnieuw worden gebruikt.

€2.250

7.28

Containers

Tijdens het laden en lossen van containers moeten deugdelijke middelen aanwezig zijn die de veiligheid van de werknemers bij het aanbrengen of verwijderen van de sjorringen van de containers waarborgen.

€900

7.29

Hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen aan boord van schepen

2

Hijs- en hefwerktuigen met inbegrip van de daarbij behorende hulpstukken, onderdelen, bevestigingspunten, verankeringen en steunen, en hijs- en hefgereedschappen op schepen, moeten voordat zij voor de eerste maal in gebruik worden genomen, doelmatig worden beproefd en op goede staat worden onderzocht.

€900

3

Werktuigen en gereedschappen als bedoeld in het tweede lid, moeten na elke belangrijke wijziging of herstelling die van invloed kan zijn op de veiligheid, doelmatig worden beproefd en op hun goede staat onderzocht.

€900

4

Werktuigen en gereedschappen als bedoeld in het tweede lid, moeten, afhankelijk van de feitelijke belasting, regelmatig doch in ieder geval ten minste eenmaal per 5 jaar doelmatig worden beproefd en op hun goede staat worden onderzocht.

€900

5

Hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen op schepen moeten, afhankelijk van feitelijke belasting, regelmatig doch in ieder geval ten minste eenmaal per jaar op hun goede staat worden onderzocht.

€900

6

Hijs- en hefgereedschappen op schepen moeten afhankelijk van het gebruik regelmatig op hun goede staat worden gecontroleerd.

€900

7

Beproevingen en onderzoeken als bedoeld in het tweede tot en met het vierde lid, moeten worden uitgevoerd door de minister van SZW of een certificerende instelling.

€450

8

Onderzoeken en controles als bedoeld in het vijfde en zesde lid, moeten worden uitgevoerd door een deskundige natuurlijke persoon, een rechtspersoon of instelling.

€450

10

Aan boord van ieder schip moet een register van hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen worden bijgehouden volgens een bij ministeriële regeling vastgesteld model, waarin de op grond van het artikel 7.29, negende lid afgegeven certificaten van beproeving en onderzoek moeten worden opgenomen. Het register moet desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder. In het register moet worden opgenomen:

a) de bedrijfslast of bedrijfslasten van de hijs- en hefwerktuigen

b) de werklast van de hijs- en hefgereedschappen

c) de tijdstippen en het resultaat van de in artikel 7.29. tweede tot en met vijfde lid, bedoelde beproevingen en onderzoeken

d) de tijdstippen en het resultaat van de in artikel 7.29, zesde lid, bedoelde controles, indien bij de desbetreffende controles een defect is geconstateerd.

€45

7.30

gewichtsaanduiding op zware voorwerpen

1

Stukken of voorwerpen die ten minste 1.000 kilogram bruto wegen en die met een schip worden vervoerd, moeten aan de buitenzijde op een duidelijke en duurzame wijze zijn voorzien van een aanduiding van het gewicht van die stukken of voorwerpen.

€270

afdeling 5

aanvullende voorschriften voor bouwplaatsen

7.32

bedienen van torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines

1

Een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine die behoort tot een bij ministeriële regeling omschreven categorie, mag slechts worden bediend door een persoon die:

a) in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid, dat is afgegeven door de minister van SZW of een certificerende instelling;

b) in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand verkeert, dat hij in staat is de aan de bediening van het betreffende arbeidsmiddel verbonden gevaren te onderkennen en te voorkomen.

€ 900*1)

2

Het certificaat van vakbekwaamheid als bedoeld in het eerste lid, of een afschrift daarvan moet op de arbeidsplaats aanwezig zijn en desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder.

€45*

7.33

ladders en trappen

1

Ladders en trappen moeten voldoende sterk en stijf zijn.

€2.250

2

Ladders en trappen moeten stabiel zijn opgesteld en zo nodig zijn vastgezet en van een voldoende lengte zijn om in alle standen waarin zij worden gebruikt, een stevige steun voor handen en voeten te bieden.

€2.250

7.34

steigers

1

Het opbouwen, wijzigen en afbreken van steigers moet onder toezicht van een terzake deskundig persoon plaatsvinden.

€900

2

De veiligheid van de constructie van een steiger moet regelmatig door een ter zake deskundig persoon worden gecontroleerd, doch in ieder geval:

a) voor de in gebruikneming

b) na iedere wijziging in de constructie van de steiger

c) na iedere periode waarin de steiger niet is gebruikt

d) na abnormale weersomstandigheden alsmede na iedere andere gebeurtenis waardoor de veiligheid van de constructie van de steiger mogelijk is aangetast.

€900

3

Een steiger mag niet worden overbelast. Lasten moeten zo gelijkmatig mogelijk over een steiger worden verdeeld.

€2.250

4

Verrijdbare steigers moeten zijn beveiligd tegen ongewilde verplaatsingen.

€2.250

7.35

grondverzet- en materiaalverladingsmachines

1

Bestuurders en bedieners van grondverzet- en materiaalverladingsmachines moeten een daartoe specifieke deskundigheid bezitten.

€900

2

Om te voorkomen dat grondverzet- en materiaalverladingsmachines ongewild in uitgravingen of in het water terechtkomen moeten doeltreffende maatregelen worden getroffen.

€900

afdeling 5a

aanvullende voorschriften winningsindustrieën in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen

7.36b

Arbeidsmiddelen

1

Bij de keuze, de installatie, de ingebruikneming, de werking en het onderhoud van werktuigbouwkundige en elektrotechnische apparatuur wordt rekening gehouden met de veiligheid en gezondheid van de werknemers.

€ 900

2

Wanneer de apparatuur zich bevindt in een zone waar brand- of explosiegevaar als gevolg van de ontbranding van gassen, dampen of vluchtige vloeistoffen bestaat of kan bestaan, is zij aangepast aan gebruik in een dergelijke zone. Indien nodig wordt zij voorzien van afdoende beschermingsmiddelen en systemen ter beveiliging bij defecten.

€ 900

3

De mechanische apparatuur en installaties bezitten de nodige sterkte, zijn vrij van zichtbare gebreken en geschikt voor het gebruik waarvoor zij zijn bestemd. De elektrotechnische apparatuur en installaties hebben de nodige kracht en vermogen voor het gebruik waarvoor zij zijn bestemd.

€ 900

4

Er wordt een doelmatig plan opgesteld voor het systematisch inspecteren, het onderhouden en, in voorkomend geval, het beproeven van de apparatuur en installaties.

€ 225

Onderhoud, inspectie en beproeving van enig onderdeel van de apparatuur en installaties wordt uitgevoerd door een daartoe aangewezen deskundig persoon.

Bij dit onderdeel wordt een boetenormbedrag opgenomen van € 900. Er worden doelmatige inspectie- en beproevingsrapporten opgesteld en naar behoren bijgehouden.

€ 45

5

In aanvulling op artikel 7.16 zijn hijs- en hefwerktuigen die in de winningsindustrie met behulp van boringen worden gebruikt, voorzien van een doelmatige inrichting, waardoor het dalen van de last te allen tijde kan worden stopgezet, zo nodig de snelheid van het dalen kan worden geregeld en onverhoeds dalen van de last wordt belet.

€ 2.250

afdeling 6

bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers

7.39

deskundig toezicht (jeugdigen)

Jeugdige werknemers die:

a) arbeid verrichten, bestaand in het besturen van trekkers en het in rechtstreeks verband daarmee aan- of afkoppelen van aanhangwagens of werktuigen

b) arbeid verrichten met wilde, giftige of andere dieren die gevaar opleveren

c) dieren industrieel slachten

d) op basis van stukloon ongevarieerde, zich in een kort tijdsbestek herhalende arbeid verrichten, en arbeid verrichten waarbij het tempo op een zodanige wijze wordt beheerst dat de jeugdige werknemer zelf verhinderd wordt het tempo van de arbeid te beïnvloeden,

mogen deze arbeid slechts verrichten indien het deskundig toezicht zodanig is georganiseerd dat de gevaren die aan deze werkzaamheden zijn verbonden kunnen worden voorkomen. Indien dat niet mogelijk mogen deze werkzaamheden niet door jeugdige werknemers worden verricht.

€1 350

7.41

arbeidsmiddelen (thuiswerkers)

1

De voor thuiswerk benodigde arbeidsmiddelen moeten zijn voorzien van een doelmatige afscherming voorzover zij gevaar voor personen opleveren.

€2.250

2

De voor thuiswerk benodigde arbeidsmiddelen met een bedieningssysteem moeten, zo dicht mogelijk bij de plaats van de persoon die het arbeidsmiddel bedient, voorzien zijn van een zodanige inrichting dat dit arbeidsmiddel afzonderlijk, veilig en met zekerheid kan worden stilgezet en met dan opzettelijk weer in beweging kan worden gebracht.

€2.250

3

De bij thuiswerk benodigde arbeidsmiddelen moeten op de juiste wijze worden onderhouden en zo nodig gerepareerd.

€900

7.42

elektrische apparatuur thuiswerkers

1

Aan de bij thuiswerk benodigde arbeidsmiddelen met een bedieningssysteem welke gevaren van elektrische aard met zich brengen, moeten doeltreffende beveiligingen zijn aangebracht, waarvan de werking zoveel mogelijk onafhankelijk is van degene die dat arbeidsmiddel bedient.

€900

2

Indien het in verband met de thuiswerkzaamheden noodzakelijk is dat elektrische apparatuur moet worden aangesloten of anderszins leidingen of kabels moeten worden aangelegd, dan moet dit op de juiste wijze gebeuren opdat daarvan door de thuiswerker veilig gebruik kan worden gemaakt.

€900

hoofdstuk 8

persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids- en gezondheidssignalering

afdeling 1

persoonlijke beschermingsmiddelen

8.1

algemene vereisten persoonlijk beschermingsmiddel

1

Een door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gesteld persoonlijk beschermingsmiddel, is in overeenstemming met de betreffende bepalingen inzake ontwerp en constructie op het gebied van de veiligheid en gezondheid, bedoeld in het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit uitsluitend voorzover bedoeld persoonlijk beschermingsmiddel onder het toepassingsgebied van genoemd besluit valt.

€45

2

In alle gevallen moet een persoonlijk beschermingsmiddel:

  • a) geschikt zijn voor de te vermijden gevaren, zonder zelf een vergroot gevaar in te houden;

  • b) beantwoorden aan de bestaande omstandigheden op de arbeidsplaats;

  • c) zijn afgestemd op de ergonomische eisen en de vereisten met betrekking tot de gezondheid van de werknemers;

  • d) na de nodige aanpassingen geschikt zijn voor de drager.

€450

3

Indien verschillende gevaren het tegelijkertijd dragen van meer dan één persoonlijk beschermingsmiddel noodzakelijk maken, zijn deze persoonlijke beschermingsmiddelen op elkaar afgestemd en blijven zij doelmatig tegen het betreffende gevaar of de betreffende gevaren.

€450

4

De keuze van het persoonlijk beschermingsmiddel en de wijze waarop dit gebruikt moet worden, met name wat betreft de duur van het dragen, worden bepaald afhankelijk van:

  • de ernst van het gevaar

  • de frequentie van de blootstelling aan het gevaar;

  • de kenmerken van de arbeidsplaats van iedere werknemer afzonderlijk;

  • de doelmatigheid van het persoonlijk beschermingsmiddel.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

5

Een persoonlijk beschermingsmiddel is in beginsel bestemd voor gebruik door één persoon. Indien de omstandigheden vereisen dat een persoonlijk beschermingsmiddel door meer dan één persoon gebruikt wordt, worden doeltreffende maatregelen genomen, opdat een dergelijk gebruik geen gezondheids- of hygiëneproblemen oplevert voor de onderscheiden gebruikers.

Voor dit feit kan een werknemer worden beboet voor het niet gebruiken of niet zindelijk houden van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€450*

6

Om het bepaalde in artikel 8.1, tweede, derde en vierde lid, te kunnen toepassen, zijn adequate gegevens over ieder persoonlijk beschermingsmiddel in het bedrijf of de inrichting beschikbaar en worden zonodig doorgegeven.

€45

7

Persoonlijke beschermingsmiddelen worden slechts voor de beoogde doeleinden gebruikt.

€450*

8

Persoonlijke beschermingsmiddelen worden overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gebruikt.

€450*

8.2

keuze persoonlijk beschermingsmiddel

Alvorens een persoonlijk beschermingsmiddel te kiezen, maakt de werkgever in het kader van de ri&e als bedoeld in artikel 5 Arbowet 1998,een beoordeling van de uitrusting die hij voornemens is ter beschikking te stellen, teneinde na te gaan in hoeverre deze voldoet aan de in artikel 8.1 eerste, tweede en derde lid, gestelde voorwaarden. Deze beoordeling omvat:

a) een inventarisatie en evaluatie van de gevaren die niet met andere middelen vermeden kunnen worden

b) een omschrijving van kenmerken die persoonlijke beschermingsmiddelen moeten bezitten om de onder a) vermelde gevaren te kunnen ondervangen, rekening houdend met eventuele gevaarsbronnen die de persoonlijke beschermingsmiddelen zelf kunnen vormen

c) een inventarisatie en evaluatie van de kenmerken van de betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn, vergeleken met de onder b) bedoelde kenmerken.

€225

8.3

beschikbaarheid en gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen

1

Indien gevaar voor de veiligheid en gezondheid van een werknemer op de arbeidsplaats aanwezig is of kan ontstaan, zijn voor de werknemers die aan dat gevaar blootstaan of kunnen blootstaan persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende aantal beschikbaar.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet gebruiken van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€450

2

In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, wordt ervoor gezorgd dat de werknemers ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.

€450

3

Persoonlijke beschermingsmiddelen worden onderhouden, gerepareerd en zindelijk gehouden.

Voor dit feit kan een werknemer uitsluitend worden beboet voor het niet zindelijk houden van de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen.

€450*

4

Ten behoeve van het goed functioneren van persoonlijke beschermingsmiddelen vinden de noodzakelijke vervangingen daarvan plaats.

€450

afdeling 2

veiligheids- en gezondheidssignalering

8.4

algemene vereisten veiligheids- en gezondheidssignalering

1

Ter voorkoming of beperking van gevaren voor de veiligheid en gezondheid van werknemers, moet de werkgever ervoor zorgen dat, indien de gevaren op de arbeidsplaats of de gevaren van een arbeidsmiddel daartoe aanleiding geven, doeltreffende veiligheids- of gezondheidssignalering aanwezig is.

€270

hoofdstuk 9

verplichtingen, strafbare feiten, beboetbare feiten, bestuursrechtelijke bepalingen en overgangs- en slotbepalingen

afdeling 4

overgangs- en slotbepalingen

9.36

trekkerarbeid jeugdigen op openbare weg

1

Jeugdigen die arbeid verrichten bestaande in het op de openbare weg besturen van trekkers en het in rechtstreeks verband daarmee aan- of afkoppelen van aanhangwagens of werktuigen, moeten in aanvulling op artikel 7.39 onder a. in het bezit zijn van een certificaat van vakbekwaamheid, dat is afgegeven door een door de minister van SZW daartoe aangewezen instelling.

€ 9002)

wetten.nl - Regeling - Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Ouida Strosin DO

Last Updated:

Views: 6047

Rating: 4.6 / 5 (56 voted)

Reviews: 87% of readers found this page helpful

Author information

Name: Ouida Strosin DO

Birthday: 1995-04-27

Address: Suite 927 930 Kilback Radial, Candidaville, TN 87795

Phone: +8561498978366

Job: Legacy Manufacturing Specialist

Hobby: Singing, Mountain biking, Water sports, Water sports, Taxidermy, Polo, Pet

Introduction: My name is Ouida Strosin DO, I am a precious, combative, spotless, modern, spotless, beautiful, precious person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.